RTL ontdekte het verschil met een winkelkarvergelijking. Alyson, die instaat voor de productie van Coûte que coûte, ging boodschappen doen in een Colruyt in Waterloo. Nicolas, producer van het tv-programma, trok op hetzelfde moment naar Mechelen waar hij exact dezelfde producten ging kopen.

Het eerste product in de kar: een dr. Oetker-pizza met paddestoelen. Die kost in Waterloo 3,85 euro. In Mechelen wordt diezelfde pizza verkocht aan 2,99 euro, 86 cent goedkoper dus. Voor koffie van Douwe Egberts was het verschil iets kleiner, in Vlaanderen betaalde Nicolas 28 cent minder dan zijn collega.

DE FOLDERVRETER. “Keten pakt zwaar uit met Playmobil, vaatwastabletten tegen bodemprijs en drie jaar vlekken verwijderen voor de prijs van één jaar”

Drie euro verschil

Maar het blijft niet bij enkele centen. De tandpasta Repair White van Sensodine kost in de Vlaamse Colruyt 5,98 euro. Maar in Waterloo moest Alyson 8 euro neertellen, goed voor een verschil van meer dan 2 euro. Voor de wasverzachter van Lenor hetzelfde verhaal, die kostte zelfs 3 euro minder ten noorden van de taalgrens. In Waterloo ging het om 6,69 euro, in Mechelen om 3,34 euro.

De twee kochten elk 9 producten, de inhoud van de winkelkar van Alyson was exact dezelfde als die van Nicolas. Maar de rekening, die zag er een pak anders uit. Nicolas betaalde uiteindelijk 10 euro minder dan zijn collega.

Het was Christophe Echement CEO van PingPrice, een app waarmee prijzen vergeleken kunnen worden, die de makers van Coûte que coûte tipte over de prijsverschillen. Veel Belgen zouden volgens hem de taalgrens oversteken om boodschappen te gaan doen. “Colruyt staat bekend om de regelmatig veranderende prijzen, maar in Vlaanderen heb je meer concurrentie met winkels als Albert Heijn en Jumbo. En dus moet Colruyt daar ook competitiever zijn”, vertelt hij.

LEES OOK. ‘Blinde pintjes’: Colruyt lanceert kerstcadeau dat tot discussies zal leiden rond de feesttafel