Direct naar artikelinhoud
InterviewDeanna Marsigliese, character art director van Pixar

‘Bij de meeste Pixar-personages duurt het maanden om ze vorm te ­geven, omdat ze méér moeten zijn dan alleen grappig’

Deanna MarsiglieseBeeld Daniel Cohen

Als character art director van Pixar gaat Deanna Marsigliese over de poppetjes in Toy Story 4, Inside Out en andere succesfilms. Wat maakt nu een goed animatiefilmpersonage? ‘We zoeken altijd naar nostalgie, charme, speelsheid, warmte – en we willen een hart.’

Wie Deanna Marsigliese ziet, kan zomaar denken dat ze is weggelopen uit een Pixar-film. Met haar felrode krullen, klassieke groene jurk en gouden broche lijkt de Canadees-Italiaanse een klassiek animatiefilmpersonage, zo een dat je binnen luttele seconden een goed gevoel geeft met een gulle filmlach. Maar het personage loopt op een regenachtige woensdagmiddag toch echt in levenden lijve rond tussen een twintigtal kinderen in een Pathé-bioscoop in Amsterdam-Noord. De kinderen zijn daar samengekomen voor een masterclass character design op het Cinekid Festival, waar Marsigliese een van de prominente gasten is, ingevlogen ter ere van het 100-jarig bestaan van Disney.

Vreemd is die uitnodiging niet. Als animator en character art director van filmstudio Pixar – het veelgeprezen animatiefilmbedrijf dat in 2006 werd overgenomen door Disney – werkt Marsigliese sinds 2012 mee aan succesvolle animatiefilms als Inside Out, Toy Story 4, The Incredibles 2 en Luca. In eerste instantie deed Marsigliese dat als animator, later werd ze character art director, een functie waarin ze verantwoordelijk is voor de vormgeving en aankleding van de personages in Pixar-films.

‘Luca’ (2021).

Toch zullen de meeste kinderen geen idee hebben wat haar werk precies inhoudt. Zij zijn hier vooral om te tekenen. Astronauten, cowboys, schildpadden op karretjes: alles komt voorbij, en alles wordt door Marsigliese – met hulp van een tolk – voorzien van louter positief commentaar (“Wow, this is so nice!”). Als een van de leerlingen vraagt of ze ook zelf “nieuwe poppetjes” mogen verzinnen, maakt Marsigliese nog net geen sprongetje van blijdschap. Eigenheid is het hoogst haalbare, en dat moet de kinderen direct worden bijgebracht.

Een paar uur later treffen we Marsigliese in een hotellobby vlak naast de bioscoop. Op de vraag of ze tijdens de masterclass nog potentiële Pixar-animators aan het werk heeft gezien, reageert ze opgewekt: “Ik kom over een paar jaar terug om te scouten.” Ze wordt enthousiast van de branie van de kinderen, die volgens haar vaak “veel meer durven dan volwassenen”. “Kinderen kennen geen angst als ze tekenen. Dat levert altijd het beste werk op.”

Kent u zelf nog angst in uw werk?
“Nee, helemaal niet. Aan het begin van mijn carrière was ik onzeker, maar hoe meer ervaring je opdoet, hoe sneller je je angst kunt laten varen. Het gaat in de animatie-industrie om vaardigheden en talent, maar toch vooral om ideeën, om de mate waarin je problemen kunt oplossen. Bij de meeste Pixar-personages duurt het maanden om ze vorm te geven, omdat ze méér moeten zijn dan alleen grappig of leuk. Om dat voor elkaar te krijgen, heb je meer nodig dan alleen talent.”

Individueel talent etaleren lijkt me binnen een groot bedrijf als Pixar ook behoorlijk ingewikkeld.
“Bij een film als Luca werkte ik samen met een animatieteam van zo’n 65 personen. Gelukkig is mijn eigen team, met wie ik de grote lijnen uitzet om personages te ontwikkelen, een stuk kleiner: daarin werk ik alleen samen met de regisseur, de production designer en twee andere ontwerpers. Maar volledig je eigen visie geven op een personage, kan natuurlijk nooit. Het is bij Pixar een kwestie van goed samenwerken, al probeer ik wel altijd iets van mijn eigen gevoel of identiteit in zo’n figuur te stoppen.”

Dat gevoel legt Marsigliese, vertelt ze, op verschillende manieren in haar personages. Als ze “fun” wil, zoekt ze het bijvoorbeeld in de creatie van komische speelgoedfiguren als Ducky en Bunny in Toy Story 4, die al jaren als prijzen in een kermisattractie hangen en dolgraag gewonnen (“bevrijd”) willen worden. “Door die setting heb je gelijk een beetje medelijden met ze, maar ze zijn toch vooral heel grappig. Er zijn weinig dingen waarvan ik blijer word dan het ontwikkelen van dat soort speelse figuren.”

‘Toy Story 4’ (2019).

De meeste emotionele verwantschap voelt ze met boekenwurm Giulia uit Luca, de film waar Marsigliese tijdens het interview vaak op terugkomt. Luca , een vrolijk avonturenverhaal waarin een zeemonstertje aan Italiaanse wal verandert in een doodnormale jongen, is een wat vergeten Pixar-titel, omdat de film tijdens de hoogtijdagen van de coronapandemie een bioscooprelease oversloeg en direct op Disney+ belandde.

Vraag Marsigliese naar voorbeelden van haar werk en ze komt sowieso uit bij Luca, de film waar ze het trotst op is omdat hij een “unieke, eigen wereld creëert”, waarin de vormgeving van de personages “extreem geslaagd” is. Gevraagd naar de raakvlakken tussen haarzelf en Giulia benadrukt Marsgliese vooral de lichaamshouding en het extraverte karakter. “Van alle Pixar-personages waaraan ik heb meegewerkt, ligt Giulia wel het dichtst bij me. Als ik zie hoe ze praat en beweegt, zie ik stiekem best veel terug van mezelf. Dat is niet eens bewust gegaan; tijdens het animeren gebeurt dat soms vanzelf.”

Voorstudie voor ‘Luca’ (2021) door Deanna Marsigliese.

Tijdens de masterclass noemt Marsigliese het personage Anger uit Inside Out, dat de emotie woede verbeeldt, ook een belangrijk voorbeeld van een figuur waarop ze zich kon uitleven. Angers gezicht heeft Marsigliese bijvoorbeeld bewust hoekig gemaakt omdat de emoties van dat personage vlak en duidelijk moeten zijn. Ze doet hem zelfs even na door boos over het podium te stampen. Animatie is toch ook vooral een kwestie van inleven, wil ze maar zeggen.

Anger is rood en hoekig in ‘Inside Out’ (2015).

Pixar-films krijgen vaak veel lof omdat de personages zo rijk en gelaagd zijn. Hoe krijgt u dat voor elkaar?
“We zoeken altijd naar nostalgie, charme, speelsheid, warmte – en we willen een hart. Dat vormt de basis van elk Pixar-hoofdpersonage, van Riley uit Inside Out tot de Parr-familie uit Incredibles 2. Dat klinkt eenvoudiger dan het is; met onze hoofdpersonages zijn we vaak meer dan een jaar bezig. De beslissingen die we nemen over een hoofdpersonage bepalen vaak het ontwerp van alle andere personages en daarmee de look-and-feel van de hele film. In een film als Luca wilden we bijvoorbeeld dat elk personage jeugdig overkwam. Dat bereik je met de vormgeving van hun mond en ogen, die in Luca expres heel groot zijn. Daardoor heb je, als het goed is, als kijker meteen het idee dat deze personages zich over alles verwonderen en met een open vizier de wereld tegemoet treden. Aan zo’n beslissing gaan talloze vergaderingen vooraf. Animeren is ook een kwestie van voortdurend overleggen over bewegingen, gezichtsuitdrukkingen en de aankleding. Een onbevangen hoofdpersonage, zoals Luca, beweegt bijvoorbeeld heel anders dan een onzeker hoofdpersonage als Riley in Inside Out. Dat moet ook terugkomen in kapsel en kleding. Elk visueel detail vertelt een verhaal.”

‘Incredibles 2’ (2018).

De schepping van Pixar-personages bestaat volgens Marsigliese daarom vooral uit research. Heel veel research. Als ze zeemonsters moet ontwerpen voor Luca verdiept ze zich maandenlang in oude kaarten, middeleeuwse kunst en klassieke afbeeldingen, en ze struint dagenlang rond door aquaria. Elk eerder verbeeld zeedier kan invloed hebben op het ontwerpproces van Marsigliese, waarna al die kleine invloeden uiteindelijk moeten leiden tot een nieuw, iconisch Pixar-personage. En die invloed kan tot Marsigliese komen in allerlei vormen. Voor het personage Alberto uit Luca, een beweeglijke, dappere wees, liet ze zich bijvoorbeeld inspireren door de “kenmerkende bewegingen” van tonijnen. “Het researchproces gaat vaak alle kanten op, waarbij het mijn taak is dat alles uiteindelijk logisch aan elkaar wordt gelijmd.”

Ondanks al die moeite is uw werk in zekere zin ook tamelijk onzichtbaar. Veel mensen zullen nauwelijks weten wat u in de praktijk precies doet.
“We denken na over de kleinste details, maar het is de kunst om ervoor te zorgen dat de kijker nooit iets merkt van al die moeite. Het ontwerp van een personage moet natuurlijk aanvoelen, alsof het doodeenvoudig was. Onze handen moeten onzichtbaar blijven. Dat is de kunst. Als een personage goed is vormgegeven, begrijpt het publiek in één oogopslag wie het is en wat zijn rol is in het verhaal. In mijn werk moet ik er vooral voor zorgen dat we de kijker zo min mogelijk hoeven uit te leggen over de personages, en dat alle personages een hart en een ziel hebben.”

Voorstudie voor ‘Luca’ (2021) door Deanna Marsigliese.

Toch lijken ‘hart en ziel’ behoorlijk onder druk te staan door de opkomst van kunstmatige intelligentie. Hoe riskant is dat voor uw ambacht?
“Natuurlijk is de computer een essentieel hulpmiddel, net als een pen of potlood. Maar een goed personage of goed verhaal kan nooit alleen uit de computer komen. Alles begint met een ziel. Dat vraagt om handen én een hart. Ik hoop dat we nooit uit het oog verliezen dat je daarvoor écht de menselijke ervaring nodig hebt. Kunstmatige intelligentie zal om die reden nooit een connectie kunnen maken op diep menselijk niveau. Bovendien drijft kunstmatige intelligentie toch vooral op plagiaat: ze gebruikt bestaande kunst om er zelf een creatie van te maken. Terwijl elke artiest toch vooral wordt geïnspireerd door eigen ervaringen.”

Thema’s als rouw (Up), volwassenwording (Toy Story), tienergevoelens (Inside Out) en afscheid (Coco) komen vooral voort uit persoonlijke ervaringen, wil ze maar zeggen, die AI simpelweg niet heeft opgedaan. Welke persoonlijke ervaringen dat in het geval van Marsigliese zijn, wil ze niet prijsgeven. Zoals het een medewerker van een grote filmstudio betaamt, benadrukt ze dat de creaties altijd voortkomen uit “het collectief”, en “nooit uit het individu”.

‘Luca’ (2021).

Toch wil ze ooit wel een project maken vanuit haar eigen belevingswereld, waarin ze haar “reis door de animatiewereld” wil navertellen én haar liefde voor klassieke, extravagante mode wil etaleren. Maar voorlopig blijft ze met liefde belevingswerelden creëren van anderen voor Pixar. Het eigen verhaal van Marsigliese zien we wellicht dus ooit nog, maar tot die tijd moeten we het doen met snippertjes van haar persoonlijkheid in de Pixar-personages: in de speelsheid van Ducky en Bunny uit Toy Story 4, in de extraverte houding van Giulia uit Luca of in de diverse emoties uit Inside Out (Marsigliese werkt inmiddels druk aan het vervolg op die film, maar laat na een strenge blik van de pr-medewerker van Disney geen enkel detail los).

Misschien maar goed ook, want Pixar blinkt juist vaak uit in de verrassing. Het is ook de belangrijkste tip die Marsigliese uiteindelijk meegeeft aan de aspirant-animators bij de Cinekid-masterclass. “Blijf vooral tekenen vanuit jezelf, en wees nooit saai!” Het hadden met een beetje fantasie zomaar de woorden van een Pixar-personage kunnen zijn.

Pixar-pech

Lange tijd leek Pixar synoniem voor succes, met immer lovende kritieken én flinke winsten aan de bioscoopkassa. De laatste jaren bleken ingewikkelder: films als Soul en Luca belandden door de coronapandemie direct op streamingdienst Disney+, en met de matig ontvangen Toy Story-spin-off Lightyear leed de studio een geschat verlies van ruim honderd miljoen dollar. Het leidde ertoe dat Pixar in juni voor het eerst in ruim tien jaar 75 banen moest schrappen.