Wat zal de kiezer hiervan onthouden?

Hoelang zal de kiezer zich de recente gebeurtenissen uit de politiek herinneren? Want "een week in de politiek is een eeuwigheid", zo klinkt het vaak; en de kersverse Vlaamse minister Gwendolyn Rutten rekent voor dat ze nog 200 dagen heeft. Maar is dát voldoende om de kiezer alles te doen vergeten?

analyse
Ivan De Vadder
Wetstraatwatcher voor VRT NWS. Maakt en presenteert ook het programma "De afspraak op vrijdag".

1. De deurenkomedie bij Open VLD

In "De zevende dag" beëindigde Lisbeth Imbo het politieke debat met de opmerking: "misschien zal iedereen hier aan tafel gedwongen worden te luisteren naar de kiezer". Hoelang zal de kiezer zich de recente gebeurtenissen herinneren? Want er is wel wat gebeurd de afgelopen maanden. Er is de zoveelste deurenkomedie geweest bij Open VLD. Wanneer de kiezer intussen al vergeten is dat voorzitter Egbert Lachaert zijn partij in de steek laat en vervangen wordt door Tom Ongena, dan is het geheugen van de kiezer na de afgelopen week weer opgefrist.  

In de eerste plaats blijkt een ministerportefeuille geen mandaat meer te zijn dat je tot een goed einde brengt. Ook al omdat politici cumuleren en dus vaak een terugvalpositie hebben. Bart Somers redeneert dat er na de verkiezingen van juni volgend jaar niet meteen een Vlaamse regering zal worden gevormd, wat hem zou verplichten als minister in lopende zaken de campagne voor de lokale verkiezingen te voeren in Mechelen. Zijn terugkeer naar Mechelen maakt duidelijk dat Bart Somers duidelijk voor de lokale verkiezingen kiest. Het merkwaardige is dat die redenering blijkbaar niet of minder geldt voor zijn opvolger Gwendolyn Rutten die evengoed titelvoerend burgemeester in Aarschot is.

Nog een conclusie die de kiezer kan onthouden, is dat een gegeven woord uit de mond van een politicus niet lang standhoudt. Er is dus Bart Somers die zijn mandaat niet tot het einde uitvoert, maar er is vooral de nieuwe minister Gwendolyn Rutten die uit de nationale politiek ging stappen omdat ze respectloos werd behandeld bij de opvolging van Vincent Van Quickenborne. Wanneer ze minister kan worden in de Vlaamse regering, maakt ze meteen rechtsomkeer.

Karel De Gucht, één van de boegbeelden van Open VLD, hekelt in een interview in Het Nieuwsblad de kritiek op Rutten, en vindt dat ook politici ambitie mogen hebben, net als topsporters: "Als Wout van Aert de overwinning aan iemand anders laat, is er onbegrip. Zelfs verontwaardiging. (…) Maar in de politiek? Daar mag men geen ambities hebben, want dan is men een postjesjager". Gwendolyn Rutten mag dan de meest geschikte persoon zijn om Bart Somers op te volgen, maar de manier waarop die opvolging geregeld is, zal wellicht lang blijven hangen.

2.Hoelang blijft "Pipigate" hangen?

Bij de liberale kiezers is er bovendien de vraag in welke mate de "pipigate" van ex-minister Vincent Van Quickenborne nog in het geheugen zal blijven hangen? Het feestje in het wit waarbij de gasten van de minister tegen de combi van de politie gingen plassen, zal wellicht nog lang blijven hangen. Van Quickenborne stapte intussen op nadat bleek dat het uitleveringsverzoek van de Tunesische terrorist die Zweedse voetbalsupporters om het leven bracht, was blijven liggen in een kast.

Dat siert Van Quickenborne, en hopelijk onthoudt de kiezer vooral het opnemen van de politieke verantwoordelijkheid, en minder het feit dat de regering, minister Van Quickenborne op kop, in de eerste dagen na de terreuraanslag alle aandacht richtte op het illegale verblijfsstatuut van de terrorist. Dagenlang wezen de politici zelf op hun falend terugkeerbeleid, waarbij ze veronderstelden dat uitgeprocedeerde asielzoekers het land zouden verlaten op basis van een papiertje dat ze in de hand gestopt krijgen.

Hoelang zal de kiezer zich de dronken racistische uitspraken van Conner Rousseau tegenover de Roma herinneren? De voorzitter van Vooruit bracht zijn uitleg uitgebreid in de media, en als laatste verdedigingslijn wordt oudgediende Louis Tobback in Het Laatste Nieuws opgevoerd. Tobback zegt onomwonden: "In ons diepste binnenste zijn we waarschijnlijk allemaal een beetje racist", wat kan tellen als verdediging voor een socialistische voorzitter. En op de vraag of de kiezer dit Rousseau zal vergeven, is Tobback duidelijk: "Het is mijn overtuiging dat al die smeerlapperij van de afgelopen maanden de socialisten geen schade heeft berokkend".

Zal de kiezer de pensioenkwestie in alle parlementen vergeten, waarbij parlementsleden een wettelijk pensioenplafond overtraden, en waarbij enkele parlementsvoorzitters een extra vergoeding bovenop hun pensioen konden opstrijken? Het maakte van de parlementsvoorzitters in de ogen van de PVDA "graaiers", een term die de communistische partij blijft hanteren, zelfs wanneer ze door oud-voorzitter Siegfried Bracke (N-VA) voor de rechtbank worden gedaagd. 

3. Wat zal de kiezer onthouden?

Misschien slagen de partijen erin de kiezers te overtuigen met het gevoerde beleid.  In Het Nieuwsblad zegt Karel De Gucht dat zijn partij het regeringsbeleid veel assertiever had moeten communiceren. Hij vindt de flexi-jobs de "grootste flexibilisering van de arbeidsmarkt ooit". "Dat komt alleen van de VLD. (...) Ook de rest van het palmares mag er zijn. De minimumpensioenen zijn opgetrokken tot 1.500 à 1.600 euro. Wie profiteert daar van, los van de mensen die een klein pensioen hadden? De zelfstandigen natuurlijk." En ook Louis Tobback van Vooruit noemt in Het Laatste Nieuws "de energiezekerheid, het hogere minimumpensioen, het hogere minimumloon" als verwezenlijkingen van de federale regering. Dat zijn, zegt Tobback, verwezenlijkingen "waar je normaal gezien de verkiezingen mee wint".

Uit onderzoek van de Leuvense politicoloog Marc Swyngedouw blijkt dat bij de verkiezingen in 2019 45 procent van de kiezers voor het begin van de verkiezingscampagne al had beslist op welke partij te stemmen. Hun beslissing is al genomen nog voor de campagne begint. De andere helft van de kiezers moet nog beslissen: 16,5 procent van de kiezers hakte pas tijdens de laatste dagen voor de stembusgang de knoop door, en 11 procent besliste de dag zelf nog. En dus, op zeven maanden van de verkiezingen, is de vraag hoe goed of hoe slecht het geheugen van de kiezer zal zijn op 9 juni 2024.

Meest gelezen