De grasmat van het Koning Boudewijnstadion lijkt op een modderpoel: ‘Het is de schuld van Beyoncé en Rammstein’

Dinsdag rond de middag. De gsm van Peter Onkelinx licht op. Een lid van de voetbalbond vraagt de operationeel manager van OH Leuven of hij mag storen. “We hebben problemen met de grasmat van het Koning Boudewijnstadion. Kunnen we uitwijken naar Den Dreef?”

In Leuven valt de regen op dat moment met bakken uit de hemel. Twintig kilometer verder in de hoofdstad is dat niet veel beter. Het radionieuws maakt melding van tunnels die onder water zijn gelopen. Hele parkings staan blank. De grasmat van het Koning Boudewijnstadion heeft meer weg van een modderpoel dan een voetbalveld. Wie er een stap op zet, zakt tot zijn enkels weg.

De bond heeft ook Anderlecht gevraagd om te voetballen in het Lotto Park. Maar paars-wit had in de zomer al last van een schimmelinfectie op het gras en vreesde dat een extra wedstrijd in zwaar weer een te grote impact zou hebben.

Zo blijft OHL over als logisch alternatief. De Leuvense club is al de thuisbasis voor de U21 en de Red Flames. OHL-CEO Chris Vandebroeck krijgt van zijn greenkeepers al snel groen licht: het veld van Den Dreef heeft het overtollige water zonder veel problemen kunnen verwerken. Daarnaast lijkt het de club geen probleem om voldoende stewards en vrijwilligers te mobiliseren.

Aanslag in achterhoofd

Het volgende telefoontje van Vandebroeck blijkt moeilijker. Burgemeester Mohamed Ridouani laat weten dat hij de nationale ploeg graag zou helpen. Maar de veiligheid van de supporters staat voorop. De gedachte van de terreuraanslag op twee Zweedse supporters, vorige maand in Brussel, zweeft op de achtergrond.

Na overleg met de Leuvense politiecommissaris hakt Ridouani de knoop door. De wedstrijd organiseren kan, maar alleen achter gesloten deuren. Vandebroeck: “Voor onze burgemeester was de veiligheid het allerbelangrijkste. Om die helemaal te garanderen, was het te vroeg dag.”

De uiteindelijke beslissing om de vriendschappelijke wedstrijd van de Rode Duivels tegen Servië te verplaatsen wordt officieel pas om 23.26 uur gemaakt. De facto weet de voetbalbond al op de middag met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat een wedstrijd spelen op de Heizel onverantwoord is.

De beslissing om de wedstrijd niet in het Koning Boudewijnstadion te spelen kan de bond evenwel niet zelf nemen. De Europese voetbalbond UEFA heeft bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid om kosten bij de rechtenhouders te vergoeden. Zij moeten al het materiaal naar een ander stadion verhuizen.

Daarom kijkt iedereen naar de scheidsrechters. Als zij oordelen dat het veld onbespeelbaar is, moet de UEFA wel akkoord gaan om de interland te verplaatsen naar Leuven. Normaal gebeurt zo’n keuring op de dag van de wedstrijd zelf.

De Roemeense scheidsrechter Alexandru Barbu en zijn assistenten zijn in de loop van de dag wel al toegekomen in Brussel. Er wordt hun gevraagd of ze de keuring uitzonderlijk niet kunnen vervroegen naar dinsdagavond. Ze stemmen toe, waardoor ze op een ongewoon uur (rond 23 uur) de grasmat van de Heizel betreden. Veel meer dan één zompige stap hebben ze niet nodig om te beslissen: spelen op dit veld is onmogelijk.

Niet enkel overmacht

Er rijzen vragen over de manier waarop de voetbalbond de situatie heeft aangepakt. Op zaterdag 11 november hadden de RSCA Futures nog een competitiewedstrijd tegen Deinze afgewerkt in het Koning Boudewijnstadion. Hoe kan het dat diezelfde mat drie dagen later onbespeelbaar is? En waarom is er pas de dag voor de interland tegen Servië aan de alarmbel getrokken?

“We hebben er alles aan gedaan om de wedstrijd te spelen”, zegt Manu Leroy, interim-CEO van de voetbalbond. “Maar ik denk dat je mag spreken van overmacht. De weermodellen spraken van 9 liter water in Brussel. In realiteit is er 35 liter gevallen.”

De grasmat van OH Leuven blijkt evenwel perfect bespeelbaar te zijn. Dus moet er meer aan de hand zijn dan overmacht. Het drainagesysteem van de Heizel is bijvoorbeeld niet het modernste. Leroy: “De stad Brussel, die eigenaar is van het stadion, zal onderzoeken wat er beter kan.”

Een minstens even grote impact hebben de vele concerten in het Koning Boudewijnstadion. Verschillende insiders wijzen erop dat de grasmat na elk concert moet worden vervangen. In 2023 alleen al zullen er vier optredens hebben plaatsgevonden. “Om het met enige overdrijving te zeggen: het is de schuld van Beyoncé en Rammstein dat de match is verplaatst. De grasmat is mismeesterd”, klinkt het.

Bij OH Leuven en de meeste profclubs wordt één keer per jaar de toplaag verwijderd om het veld vervolgens opnieuw in te zaaien. Alleen is dat een operatie die acht tot tien weken duurt. De zomermaanden dienen voor dat herstel, terwijl het Koning Boudewijnstadion uitgerekend in die periode drie keer volliep voor concerten. De grasmat wordt daarom telkens oppervlakkig vervangen. Dat resulteert in een ondergrond die moeilijker water kan absorberen.

Financieel scheurt de voetbalbond zijn broek niet aan de verhuis naar Leuven; de vergoeding die OHL krijgt, ligt zelfs lager dan de overeenkomst met de stad Brussel. Maar voor de reputatie van het Belgische voetbal is het een nieuwe deuk.

Tot slot: de stad Brussel belooft dat de Rode Duivels zondag wel in het Koning Boudewijnstadion kunnen voetballen tegen Azerbeidzjan.