Direct naar artikelinhoud
De gedachteBart Eeckhout

Neen, ik vind niet dat Conner Rousseau kan aanblijven als voorzitter van een linkse partij en als kandidaat-burgemeester en hoofd van de politie

Bart Eeckhout en Conner RousseauBeeld Eva Beeusaert // Photo News

Hoofdcommentator Bart Eeckhout is verbaasd over de ‘onmiskenbaar gewelddadige, racistische taal’ van Conner Rousseau en vindt niet dat hij kan aanblijven als voorzitter van een linkse partij.

Toevallig net toen de collega’s van Het Nieuwsblad nieuwe informatie onthulden over wat Vooruit-voorzitter Conner Rousseau nu precies gezegd heeft in dat beruchte ‘zattemansgesprek’ met de politie van Sint-Niklaas, zaten mijn zoon en ik in de bioscoop naar Wil te kijken. Een mokerslag van een film, die ik u allen van harte aanbeveel. Een privé-deradicaliseringstherapie, zeg maar.

Centraal in de film (en in het gelijknamige boek van Jeroen Olyslaegers) staat een verscheurend dilemma. Ga je voor de moreel en principieel beste keuze, of kies je voor je eigen lijfsbehoud? Hoe dat in de film afloopt, moet u zelf maar nagaan, maar de vraag is ook bijzonder pertinent voor de leden van Vooruit, nu we ongeveer weten wat hun partijvoorzitter werkelijk gezegd heeft.

Nu het parket van Oost-Vlaanderen het onderzoek naar de uitspraken van Conner Rousseau heeft afgerond en een bemiddelingstraject oplegt, reageren velen verwonderd. Ze zijn verbaasd over de keuze voor therapie als deel van het traject, omdat ze die methode te licht of te gek vinden. Mijn verbazing ligt elders. Ze ligt bij de woorden van de Vooruit-voorzitter. Die gaan veel te ver, verder nog dan we tot dusver konden vermoeden.

Het is beschamende taal. Onwaardige taal. En ja, laten we elkaar geen Dries noemen: het is onmiskenbaar gewelddadige, racistische taal.

Lees ook

De oorverdovende stilte rond Conner Rousseau: ‘Hoe gaat dit op ons afstralen in de steden?’ 

Eén uitspraak in het bijzonder blijft hangen. “Ik kan dat bruin gespuis niet allemaal buitenzetten.” Behalve verwerpelijk taalgebruik verraden deze woorden een radicaal politiek streven en - niet voor het eerst - een verontrustend autoritair verlangen: “ik” gooi alle vreemdelingen eruit. Dat is niet de taal van socialisten, maar van uiterst rechts. In de mate dat in de matrakaanpak een geweldfantasie doorschijnt, is het zelfs extreemrechts. Verpak dit nog honderd keer als ‘zattemanspraat’ en ‘problemen benoemen’, dit schokt al wie progressief in het leven staat.

En dus staan de leden van Vooruit nu voor hun eigen Wil-dilemma. Blijven ze loyaal aan de principes die ze dag in dag uit verdedigen, dan rest hen geen andere keuze dan het vertrouwen op te zeggen in hun voorzitter. Maar dan brengen ze mogelijk hun partij en hun persoonlijke professionele toekomst in het gedrang. Want Rousseau blijft het populaire boegbeeld van de partij. Zelfs nu is het hoogst onzeker of de uitspraken hem en de partij iets gaan kosten op de kiezersmarkt.

De kans is bijgevolg groot dat Vooruit kiest voor het eigen lijfsbehoud en trouw aan de leider. Maar dat betekent wel dat de huidige generatie Vooruit-politici de geloofwaardigheid opgeeft om ooit nog de strijd tegen discriminatie of racisme aan te voeren. Hier helpen geen debatfiches meer.

De vraag of Conner Rousseau kan blijven functioneren, gaat enkel de leden van Vooruit aan, schreef ik eerder over deze kwestie. Dat blijft zo. Het doet er niet toe wat wij, buitenstaanders, ervan denken.

Maar mocht u het toch willen weten: het antwoord is neen. Neen, ik vind niet dat Conner Rousseau kan aanblijven als voorzitter van een linkse partij en als kandidaat-burgemeester en hoofd van de politie.