interview Patrick Willems

Vlaanderen is fout bezig, zegt hydroloog Patrick Willems: ‘We moeten de dijken net afbreken om wateroverlast te vermijden’

Om grote overstromingen, zoals nu in de Westhoek, in de toekomst te vermijden, is volgens hydroloog Patrick Willems (KU Leuven) een radicaal andere aanpak nodig. ‘Anders maken we telkens dezelfde fouten.’

Pieter Van Maele

Komt de wateroverlast alleen door de aanhoudende regen van de voorbije ­weken?

‘Neen, hier is meer gaande. Vlaanderen is een regio met van oudsher veel natte ­gebieden. Die hebben een belangrijke sponsfunctie voor de omgeving, maar zo werden ze jarenlang niet gezien. We beschouwden onze waterrijke gebieden als waardeloos, omdat we er geen menselijke activiteiten op konden ontplooien. We hebben die gronden daarom massaal ­gedraineerd en ingedijkt. De waterlopen die we behielden, hebben we rechtgetrokken, telkens met als doel het water zo snel mogelijk naar de valleien te brengen, om van daaruit ook zo snel mogelijk alles af te voeren naar zee. We zijn daardoor ontzettend veel waterbuffercapaciteit kwijtgeraakt. Dat heeft ons op twee fronten kwetsbaar gemaakt: in droge periodes is alles meteen kurkdroog, omdat het weinige water meteen wordt afgevoerd en in periodes met meer regen, zoals nu, stroomt alles zo snel naar de laagst gelegen punten, dat die compleet overspoeld worden.’

Patrick Willems.© Frederik Beyens

We moeten nog hogere dijken bouwen en nog meer waterpompen inschakelen, klinkt het op zulke momenten.

‘Dat is inderdaad vaak de eerste reactie op wateroverlast. We moeten nog meer baggeren, nog meer water wegpompen, de dijken nog verder verhogen. Maar dat zijn geen duurzame oplossingen. Dat soort ingrepen maakt alleen dat het water daarna nóg sneller wegspoelt naar de valleien en nog massaler over de dijken slaat. Dan zullen we over een jaar of tien alleen maar tot de conclusie komen dat we eigenlijk van vooraf aan moeten herbeginnen. En gaan we de dijken dan opnieuw verhogen? Zo ontstaat een vicieuze cirkel, omdat we telkens dezelfde fouten herhalen.’

‘Een betere oplossing zou zijn om ­bovenstrooms in meer waterbuffercapaciteit te voorzien. Denk aan kleine stuwdammetjes in grachten of extra vegetatie op hogergelegen akkers. In steden kunnen wadi’s aangelegd worden, waterhoudende kuilen. Dat zijn op zich allemaal kleine ingrepen, maar als ze op grote schaal uitgerold wordt, maken ze wel degelijk een verschil. En verder stroomafwaarts moeten we meer gebieden creëren die net wel onder water mogen lopen. Dat kunnen heel aantrekkelijke gebieden worden, waar de natuur welig tiert en waar het prettig vertoeven is. Gebieden teruggeven aan het water is zeker geen negatief verhaal.’

Dat klinkt mooi, maar is dat in het vol­gebouwde Vlaanderen wel realistisch?

‘De ruimtelijke ordening van Vlaanderen speelt inderdaad niet in ons voordeel. Maar als we in de toekomst wateroverlast willen voorkomen, dan hebben we weinig andere opties dan zoveel als mogelijk dijken af te breken, hoe contra-intuïtief dat ook klinkt. En ik spreek natuurlijk niet over het laten onderlopen van volledige woonwijken. Vlak bij woonbuurten kunnen we er wel degelijk voor kiezen om de dijken nog wat te verhogen. Ik denk eerder aan het laten onderlopen van gebieden tussen twee woonkernen in, of van laaggelegen gronden die nu worden gebruikt voor de landbouw. Die landbouwgronden moeten dan natuurlijk geherlokaliseerd worden. Vlaanderen is dichtbebouwd, maar ik ben ervan overtuigd dat we nog genoeg gebieden hebben die hiervoor ingeschakeld kunnen worden.’

Gronden onteigenen of herlokaliseren is wel heel duur én ligt politiek erg gevoelig.

‘De kosten zijn inderdaad niet min, maar kijk naar de overstromingen van Wallonië van twee jaar geleden. Daar moesten achteraf kapitalen aan schadevergoedingen worden uitgekeerd, en dat geld ben je dan finaal kwijt. Door op een slimme manier aan watermanagement te doen, vermijden we niet alleen overstromingen, maar krijgen we ook nog eens mooie natuur in de plaats. Dat is geen werk van een aantal, maar van tientallen jaren. Het gaat traag, er is politieke moed voor nodig, maar stilaan zie ik de zaken voorzichtig in de goede richting bewegen. Gelukkig, want nogmaals: andere duurzame oplossingen zijn er niet.’