Klopt hij Djokovic ook in de finale? Portret van Jannik Sinner, die als tiener ook een van Italiës beste skiërs was

Afkomstig uit Sexten, in de Italiaanse Dolomieten, was Jannik Sinner tussen zijn achtste en twaalfde levensjaar één van de beste skiërs van zijn land. Op zijn dertiende koos hij echter voor tennis want dat kon hij ook redelijk goed en het was minder gevaarlijk. Zo werd Sinner op zijn negentiende de jongste speler sinds Rafael Nadal in 2005 die bij zijn debuut meteen de laatste acht bereikt op Roland Garros. Zijn tegenstander in die kwartfinale? Jawel, Rafael Nadal. De Spanjaard won een driesetter.

Wie Jannik Sinner ziet tennissen, had hem waarschijnlijk ook graag elegant van een berg willen zien afglijden. De souplesse, het anticipatievermogen, de vista en het gemak waarmee de roodharige Italiaan op de baan staat, is gewoonweg superieur. David Goffin mocht het in 2020 ondervinden in de eerste ronde van Roland Garros terwijl hij eerder dat jaar in Rotterdam ook al in twee sets het talent van Sinner had moeten erkennen. Hij is niet de enige.

“In het skiën was ik fan van Bode Miller”, liet Sinner optekenen. “In het tennis van Roger Federer.” In stabiliteit, fluïditeit en subtiliteit van zijn spel moet hij alvast niet onderdoen voor de Zwitser en de voorliefde voor de bergen en wintersport komt ook al overeen.

Sinner nam op zijn dertiende de ingrijpende beslissing om de skilatten enkel nog sporadisch aan te binden en te verhuizen van Zuid-Tirol naar de tennisacademie van Ricardo Piatti in Bordighera, aan de Italiaanse Riviera. “Skiën is gevaarlijk”, wist Sinner. “Als je slecht valt, kan je hele seizoen om zeep zijn. En in tennis kan je het hele jaar door spelen, indoor en outdoor. Het belangrijkste is dat je in tennis altijd je tegenstrever ziet, dat je weet tegen wie je het opneemt. Je weet of je voor- of achterstaat en of je iets moet veranderen aan je spel. Bij het skiën ga je alleen naar beneden en weet je nooit of je sneller of trager bent dan de anderen. Je ziet alleen de blauwe en rode stokken, je draait je ski’s en hoopt dat je niet valt.”

Het lijkt er op dat Sinner er goed aan gedaan heeft om zijn intuïtie te volgen en voor de tennissport te kiezen. Ook al was zijn verhuis uit Sexten niet gemakkelijk (voor zijn ouders). Met Piatti, die eerder met Sharapova, Djokovic en Raonic werkte, trok hij wel de juiste kaart. “Ik denk dat dit de juiste keuze was voor mij. Ik ben er gewoon voor gegaan. En mijn mama en papa hebben me veel geholpen, want zonder hen was dit niet mogelijk.”

Onder Piatti maakte Sinner snel veel progressie. Hij won drie Challenger-tornooien en pakte in 2019 de titel op de Next Gen Finals in Milaan, het ATP-kampioenschap voor supertalenten onder 21 jaar. Via die weg werd hij trouwens het jongste lid van de top 80 sinds ene Rafael Nadal dat deed in 2003.

Nu is het de vraag of Sinner zijn uitstekende vorm doortrekt naar zijn eerste ATP Finals-eindstrijd. Hij is immers nog ongeslagen op dit toernooi met zeges tegen Tsitsipas, Djokovic, Rune en Medvedev. “Het was een ongelooflijk zware wedstrijd”, sprak hij na zijn winst tegen die laatste in de halve finale. “Maar ik voel mij hier goed op deze baan. Het publiek geeft mij ook heel veel energie. Ik geniet ervan om hier te spelen.”

“Sinner wordt elke week beter en beter”, sprak Nadal voor die bewuste kwartfinale in 2020. “Ik heb al een paar keer met hem getraind en hij heeft enorm veel potentieel. Hij is erg handig en snel met zijn racket en slaat onwaarschijnlijke ballen.” Het respect was wederzijds. Want ondanks dat Sinner in de hoogconjunctuur van het Italiaanse mannentennis misschien wel de vaandeldrager is met de meeste natuurlijke gaven, komt hij ontzettend nuchter over. Want de weg naar de top, verloopt uiterst zelden over een rechte lijn. Als voormalig inwoner van een dorp in de Dolomieten weet Sinner daar gelukkig alles van.