Simonne (88) en Leo zijn zelfredzaam, maar willen niet weg uit wzc Onze-Lieve-Vrouw Antwerpen. Simonne wil blijven voor haar man, Leo voor het sociaal contact.© Joris Herregods

De bewoners die volgens Zorgnet-Icuro het rusthuis uit moeten: “Ik, alleen in een flat? Dan is het snel met mij gedaan”

Alleen wie het echt nodig heeft, kan nog naar het woonzorgcentrum. Zo luidt het voorstel dat Zorgnet-Icuro lanceert om het probleem van de razendsnelle vergrijzing op te lossen. Min of meer zelfredzame ouderen, ofwel O- en A-profielen, zouden in de toekomst geen kamer meer krijgen. Maar de realiteit is niet zo zwart-wit, leren we in een Antwerps woonzorgcentrum.

Eline Debie

LEES OOK. Ingrijpend voorstel Zorgnet-Icuro: “Alleen wie het echt nodig heeft, mag nog naar wzc”

In woonzorgcentrum Onze-Lieve-Vrouw in hartje Antwerpen hebben ze het voorstel van Zorgnet-Icuro gehoord. De eerste bewoners die directeur Caroline Giraud aanspreekt, willen niet met ons praten. “Ze zijn bang dat de overheid hen buitenzet als ze met hun naam in de krant verschijnen.” Zo ver is het bijlange nog niet. Maar Margot Cloet van Zorgnet-Icuro komt wel met het voorstel om mensen die nog redelijk zelfredzaam zijn, de zogenaamde O- en A-profielen, in de toekomst een kamer in woonzorgcentra te weigeren. Het gaat over 15% van de huidige bewoners. Voor hen zijn er andere oplossingen, zoals thuis- en gezinszorg, lokale dienstencentra en assistentiewoningen, meent Cloet. De maatregel moet het probleem van de vergrijzing mee oplossen.

De directeur van Onze-Lieve-Vrouw is blij met de aandacht voor het probleem. Want dat wordt enorm. “We waarschuwen er al lang voor dat er een grote krapte aankomt”, zegt ze. “Hopelijk heeft de overheid het nu echt door.” Het verbaast haar niet dat Zorgnet-Icuro met dit voorstel afkomt. In Nederland is dezelfde regel van kracht. “Het voorstel is alleen gebaseerd op een ietwat pervers systeem. Het meetinstrument voor het klasseren van bewoners moet dringend aangepast worden.”

Directeur Caroline Giraud: “Het voorstel is gebaseerd op een pervers systeem.”© Dirk Kerstens

Dat instrument is de Katz-schaal. Bewoners krijgen een score van één tot vier op enkele fysieke vragen: kunnen ze zich nog wassen, aankleden, zelf naar toilet gaan? Wie goed scoort en cognitief oké is, krijgt een O- of A-profiel. Zulke bewoners hebben zo goed als geen hulp nodig. Een B-profiel is wel hulpbehoevend. C- en D-profielen hebben bovendien een cognitief probleem, dementie bijvoorbeeld. Op basis van die classificatie wordt ook de subsidiëring bepaald: voor een O- of A-profiel krijgen woonzorgcentra bijvoorbeeld helemaal geen subsidie.

De Katz-schaal is erg beperkend, zegt Giraud. “Psychische problematieken worden niet erkend. We krijgen geregeld mensen met een alcoholproblematiek binnen. Zij scoren heel goed, want ze kunnen zich wassen en aankleden. Maar ze hebben wel héél veel toezicht en begeleiding nodig.”

Ook sociale factoren zijn van belang. “We zien hier in het stadscentrum ontzettend veel mensen die opgenomen worden door isolement. Zij komen binnen in een totaal verwaarloosde toestand. We klasseren hen bij aankomst als B-profielen, want ze hebben duidelijk zorg nodig. Eens ze hier een maand verblijven, met regelmatige maaltijden en douches, zijn het weer mensen die perfect functioneren. Maar laat hen naar huis gaan en het duurt geen maand voor die mensen opnieuw opgenomen moeten worden. Of ze gaan eraan ten onder. De realiteit is niet zo zwart-wit als ze in het plan wordt voorgesteld.”

Eenzaam en alleen

En dan is er nog de liefde. Leo (84) zou volgens het voorstel van Cloet zijn gezellige kamer in het woonzorgcentrum moeten afgeven. In 2017 kwam hij naar Onze-Lieve-Vrouw met zijn echtgenote Maria, die ALS had. “Het was nodig dat ik meekwam, want het personeel kon mijn vrouw niet dag en nacht in het oog houden”, legt hij uit. Anderhalf jaar na de verhuis overleed Maria.

Zelf is Leo nog een kwieke man die best goed voor zichzelf zorgt. “Ik heb net nog een was ingestoken”, zegt hij wanneer we zijn stulpje binnenkomen. Zijn levensvreugde haalt hij vooral uit de sociale contacten in het centrum. Leo’s gezicht licht op wanneer hij over zijn activiteiten vertelt. “In de zomer werk ik heel de voormiddag in den hof met Guido”, vertelt de geboren Mortselaar. “Zie je Leo, dan is Guido er ook”, vult de directrice aan. “En dan moet je op je hoede zijn!” In de namiddag doen ze in de cafetaria een babbeltje met de mensen of gaan ze ’t Stad in voor een wandeling en een pintje. “Als je mij alleen in een appartementje zet, kwijn ik weg”, zegt Leo. “Dan zal het snel gedaan zijn met mij. ’s Avonds alleen in mijn kamer zitten, vind ik het moeilijkste.” Leo heeft geen kinderen bij wie hij terecht kan.

Leo houdt zich ’s avonds in zijn kamer bezig met kruiswoordraadsels en boeken. “De avonden alleen vind ik het moeilijkste.”© Dirk Kerstens

Ook Simonne (88) is volgens de Katz-schaal nog zelfredzaam. Als het aan haar lag, woonde ze nog in Zwijndrecht met haar man Alfons, die een spierziekte heeft. “Toen ik in de kliniek lag voor een operatie, is mijn man hier in kort verblijf gekomen. Mijn dochter heeft toen geregeld dat we konden blijven. Tegen mijn zin.” Dat de zorg voor haar man, die geregeld flauwviel door zijn ziekte, al een tijdje te zwaar werd, wil Simonne niet gezegd hebben. Het gemis van haar oude sociale leventje in Zwijndrecht is in haar betraande ogen te zien. Na zes maanden heeft ze haar plek in het woonzorgcentrum nog niet gevonden. “Maar ik zou mijn man nooit in de steek laten. We zijn 64 jaar getrouwd hè. Als ik moet kiezen tussen alleen thuis zijn of hier samen, dan kies ik dat laatste”, zegt ze.

Caroline Giraud: “In Nederland zou het dus het eerste zijn. Dan bleef Simonne alleen thuis. Het is een keihard systeem. Bovendien kan het zijn dat mensen binnenkomen als een B-profiel, maar dan weer beter worden. Dan spelen ze hun kamer kwijt. Het is dus ook een duur systeem, want in de tussentijd moeten ze hun woning aanhouden, voor het geval dat. Anders kunnen ze nergens naartoe.”

Simonne woont tegen haar zin in Onze-Lieve-Vrouw. “Maar ik laat mijn man niet in de steek.”© Dirk Kerstens

Leven in de brouwerij

Andy Gilles, departementshoofd zorg in het woonzorgcentrum, heeft eveneens zijn bedenkingen bij het voorstel. Zorgnet-Icuro wil de gemiddelde verblijfduur van anderhalf jaar naar beneden zien gaan. Zo wordt een verblijf in een woonzorgcentrum eigenlijk “een goed omkaderde zorg voor het levenseinde”.

Gilles: “We hebben net zo hard gewerkt om er een plek om te wonen én te leven van te maken. Het is een woonzorgcentrum, geen rusthuis meer. Nu willen ze terug naar het idee van een ‘laatste rustplaats’? De heterogeniteit van profielen, namelijk zorgbehoevende en minder zorgbehoevende bewoners, zorgt net voor wat leven in de brouwerij. Dat is voor het personeel veel aangenamer en komt de andere bewoners alleen maar ten goede. Bovendien steken bewoners zoals Leo geregeld een handje toe. Hij helpt in de keuken, duwt tijdens een wandeling de rolstoel van een andere bewoner, enzovoort. Dat is handig, ook omdat het zorgpersoneel niet voor het grijpen ligt.”

Personeel. Nog zo’n pijnpunt. In het nieuwe plan zouden er net meer zorgverleners nodig zijn, omdat elke bewoner complexe zorgnoden zal hebben. Opnieuw wordt gevraagd om de personeelsnorm te verhogen van 0,6 personeelsleden per bewoner naar 0,9, maar daarvoor is het tekort aan zorgverleners voorlopig te groot. “Ik vermoed dat er volgens het voorgestelde plan meer thuisverplegers nodig zullen zijn, aangezien we meer ouderen thuis laten wonen”, merkt Gilles op. “Maar dat zijn ook verpleegkundigen en die zijn er tekort. Zij kunnen toch meer mensen helpen als ze samen in een centrum zitten?”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER