Het gaat om 19,6 miljoen euro, dat Maastricht en de Nederlandse provincie Limburg hadden geïnvesteerd in een tramverbinding vanuit Maastricht naar Hasselt. Vorig jaar schrapte Vlaanderen echter de tram. Contractueel is Vlaanderen daardoor verplicht om het bedrag dat vanuit Nederland al is geïnvesteerd in de tramlijn, terug te betalen, aldus Maastricht. Maar Vlaanderen doet dat niet. Dat blijkt uit een brief van burgemeester Wim Hillenaar aan de Maastrichtse gemeenteraad. De raad nam eerder een motie aan dat voorkomen moet worden dat de Maastrichtse belastingbetaler straks de rekening krijgt.

Pogingen de zaak in overleg op te lossen, leverden niets op. Wel heeft Maastricht een bedrag van 3 miljoen euro teruggekregen dat was betaald aan Vlaanderen als schadeloosstelling, omdat een deel van de tramlijn in Maastricht moest worden ingekort. Nu de tram niet doorgaat, heeft Vlaanderen dat bedrag teruggestort. Maar voor de overige 19,6 miljoen euro waarvoor Vlaanderen volgens Maastricht nog in het krijt staat, houdt de Vlaamse regering de beurs gesloten.

De tram is voor Maastricht een hoofdpijndossier. Het plan voor een tram tussen de beide Limburgse hoofdsteden stamt uit 2004. Maar de snelle verbinding is door allerlei problemen nooit echt van de grond gekomen. Zo kunnen de rails in Maastricht niet naar het station worden doorgetrokken omdat een brug in de stad het gewicht van zo’n tram niet kan dragen.

Hasselt liet vorig jaar weten de tram niet meer te zien zitten, mede gezien de kosten van 300 miljoen euro, die de Belgen moesten betalen. In mei 2022 stopte Vlaanderen het project. Sindsdien bakkeleien Vlaanderen en Maastricht over de afhandeling van de projectkosten.

Het kabinet van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) laat in een reactie weten dat Vlaanderen nog geen officiële brief heeft ontvangen. “We wachten op de officiële communicatie en zullen dan verder beraadslagen over eventuele verdere stappen”, luidt het.