2 weken gesloten instelling is steeds vaker het antwoord na jeugddelict: "Begeleiding achteraf is essentieel"
299 jongeren zijn vorig jaar voor twee weken terechtgekomen in een gesloten instelling na het plegen van een jeugddelict. Dat is een stijging van 40 procent. Jeugdrechters zouden sneller voor de formule van kortverblijf kiezen omdat de jongeren nadien ook intensief begeleid worden in hun thuisomgeving.
Wanneer een 12- tot 18-jarige een jeugddelict pleegt, beslissen jeugdrechters steeds sneller om die jongere in een gesloten instelling te plaatsen. "We zien wel dat de doorlooptijd korter is", voegt Niels Heselmans toe, woordvoerder van Opgroeien.
Het gaat dan om een zogenaamd kortverblijf van 14 dagen. "Jeugdrechters doen dat omdat er na kortverblijf een intensieve begeleiding gestart wordt bij de jongere thuis. Daarbij kunnen ook hun ouders betrokken worden", legt Heselmans uit.
Kortverblijf voor jongeren
Sinds kort kunnen jeugdrechters ervoor kiezen om jongeren 14 dagen in een gesloten instelling te plaatsen. Daar wordt ingezet op de doorstart van een intensief traject met ouders of andere sleutelfiguren.
De focus ligt op het versterken van positieve elementen en doelen in hun leven. Hulpverleners proberen ook de risicofactoren in kaart te brengen en die te verkleinen.
Het kortverblijf is dus een handvat waar jeugdrechters vaak naar teruggrijpen, omdat de intensieve begeleiding centraal staat, maar ook omdat een langdurig verblijf in een gesloten instelling heel wat negatieve effecten kan hebben.
Langer verblijf in gesloten instelling
Soms kan het toch niet anders dan dat een jongere voor een langere tijd naar een gesloten instelling moet. "Maar omdat er vaker gekozen wordt voor het kortverblijf, is er gelukkig meer plaats voor jongeren die langer moeten blijven. Zij die het echt nodig hebben, kunnen sneller geholpen worden. Een win-win voor beide partijen", gaat Heselmans verder.
In het totaal werd er in 2022 voor 736 jongeren een langdurig traject in een gemeenschapsinstelling aangegaan. Dat is een stijging van 6 procent. "Langdurige opvang is nog steeds nodig, maar het is ook goed dat we kunnen starten met elektronische monitoring en de mogelijkheid van kortverblijf", zegt Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V). "De individuele aanpak op maat is belangrijk."