© Shutterstock

Meer zwangere vrouwen hebben overgewicht of obesitas: “Best naar gezond gewicht vóór zwangerschap”

Een kwart van de moeders in het kraambed heeft overgewicht, nog eens één op de zes obesitas. Fors meer dan tien jaar geleden. “Risicovol voor moeder én kind: idealiter streef je naar een gezond gewicht vóór je zwanger wordt.” Maar er is ook goed nieuws.

Koen Baumers

61.872 kindjes zijn er vorig jaar geboren in Vlaanderen, uit in totaal 60.914 bevallingen. Dat zijn er minder dan tijdens de babyboom van de coronaperiode en past weer in de dalende trend die zich al jaren voortzet. In totaal werden 7,6 procent minder kinderen geboren dan in 2013.

Wat in vergelijking met tien jaar geleden wel is gestegen, is het aantal vrouwen dat met overgewicht aan de zwangerschap begon. Liefst 26,4 procent van de vrouwen had overgewicht, nog eens 15,8 procent obesitas. Samen 42,2 procent, tien jaar was dat nog 34 procent.

Een zorgwekkende evolutie, zeggen experts. “We zien bij moeders die heel zwaar zijn, dat ze vaak over tijd gaan en ingeleid moeten worden”, zegt professor vroedkunde Annick Bogaerts (KU Leuven). “Hun weeën komen vaak trager op gang en de bevalling verloopt moeizamer. Tijdens de zwangerschap hebben ze ook een grotere kans op zwangerschapsdiabetes en hogere bloeddruk. Er is ook meer kans op een keizersnede.”

Risico voor kinderen zelf

Amerikaanse onderzoekers concludeerden eerder dat er bij obesitas een grotere kans is op kindersterfte, maar daar is in België geen sprake van. “Het gaat in die onderzoeken om extreme vormen van obesitas en de kindersterfte is hier sowieso lager”, zegt Bogaerts.

Maar er zijn ook voor het kind wel degelijk risico’s. En dan vooral om later zelf overgewicht te krijgen. “Het is een samenspel van genetica en epigenetica, maar vooral van omgeving”, zegt Bogaerts. “Het is belangrijk dat de partner en de omgeving helpen om de mama’s goed voor zichzelf te laten zorgen. Want wat de mama eet, krijgt het kind ook via de moedermelk.”

“Het heeft ook een positieve impact als mama’s die te zwaar zijn, zich tijdens de zwangerschap laten begeleiden naar een gezonde gewichtstoename. Idealiter streef je al vóór de zwangerschap naar een gezond gewicht. Maar daarvoor is een gedragsverandering in de hele maatschappij nodig.”

Minder geknipt

Een evolutie die wél positief is: er is een stevige daling in het aantal keren dat “de knip” wordt gebruikt. In 2013 gebeurde nog meer dan de helft van de bevallingen met zo’n episiotomie, nu nog maar 31 procent. “De bekkenbodems van de moeders zijn in tien jaar tijd niet veranderd, maar het is een inzicht dat gegroeid is”, zegt Bogaerts.

“Ik ben daar heel blij mee”, zegt professor Monika Laubach (UZ Brussel). “Het zetten van een knip beschermt niet tegen doorscheuren, er ontstaat littekenweefsel, er is een grotere kans op seksuele problemen en er zijn vrouwen met blijvende pijn. Je probeert als dokter net om zo min mogelijk weefsel te beschadigen. We moeten er beter over nadenken, op dezelfde manier waarop we over keizersnedes nadenken: is het medisch echt nodig?”

Helemaal vermijdbaar is het niet, bijvoorbeeld als de baby tijdens de bevalling een zuurstoftekort dreigt op te lopen. “Ik moet de eerste vrouw nog tegenkomen die in die situatie een knip zou weigeren”, zegt Laubach. “Het is goed dat er bij zowel artsen als vrouwen een groeiende bewustwording is. Een van de belangrijkste voorspellers is het ziekenhuis waarin de vrouw bevalt. Laat dit een oproep zijn aan de collega’s om na te denken over hun attitude rond knippen.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER