Direct naar artikelinhoud
AnalyseLopende zaken

Maakt de N-VA, door een regering met Vlaams Belang niet uit te sluiten, haar grootste strategische fout ooit?

Bart De Wever en Jan Jambon in 2019, ten tijde van de vorming van de huidige Vlaamse regering. Mogelijk zetten ze nu het VB op weg naar een verkiezingsoverwinning in 2024.Beeld Eva Beeusaert / Belga

Mogelijk is het Vlaams Belang toch weer de politieke winnaar van de week. En neen, dat is niet noodzakelijk de verantwoordelijkheid van Conner Rousseau, inmiddels ex-voorzitter bij Vooruit, wel van de N-VA-top.

Bij elk incident lijkt de analyse vooraf al vast te liggen: hier zal radicaal-rechts garen bij spinnen. Ook weer bij het rumoerige ontslag van Conner Rousseau als partijleider bij Vooruit kon je dat horen. In werkelijkheid zou het weleens kunnen dat de leiderschapscrisis bij Vooruit radicaal-rechts vrij weinig gaat opleveren.

Toch was er afgelopen week een tactisch manoeuvre dat het VB wel degelijk nog wat meer koren op de molen zou kunnen geven. Dat kwam niet van Vooruit, wel van N-VA. Over een mogelijke toekomstige Vlaamse meerderheid samen met radicaal-rechts zei minister-president Jan Jambon in De zevende dag: “We hebben altijd gezegd dat de bal in het kamp van Vlaams Belang ligt.” En ook: “Er zijn een aantal verschuivingen die de goede richting uitgaan, maar zoals de partij zich vandaag aandient, blijft het: no pasarán.”

Het is een subtiele verschuiving die past in een breder kader. “De vraag is of zijn partij verantwoordelijkheid wil nemen, welke dingen ze op tafel leggen en met welke personen ze afkomen”, vertelde dezelfde Jambon eerder in De tafel van Gert over VB-voorzitter Tom Van Grieken. Op dezelfde plek had ook N-VA-voorzitter Bart De Wever al gezegd dat “er iets begonnen is” binnen het VB. “Ik stel dat vast en had dat nooit gedacht. (...) Ik volg dat met aandacht.”

Het is, in vergelijking met eerdere verklaringen, zeker geen grote ommezwaai, veeleer een graduele bijsturing. Het zou ook een vergissing kunnen zijn, misschien zelfs de grootste tactische fout die de N-VA ooit gemaakt heeft.

Wilders’ remonte

Om dat te begrijpen moeten we de Moerdijk oversteken. Bij de Nederlandse parlementsverkiezingen werd de uiterst rechtse PVV van Geert Wilders de grote winnaar. Een verrassing was dat niet meer na een steile klim in de peilingen, maar tot voor enkele weken kwam Wilders er in de voorbeschouwingen niet aan te pas. Dat het toch anders liep, valt deels te verklaren door Wilders zelf. Sinds de val van de regering-Rutte – over het asielbeleid – krabbelde de PVV weer recht. Dit is het terrein waarop uiterst rechts thuis speelt.

Of uiterst rechts kiezers lokt met een xenofoob programma dan wel omdat ze zich ‘verliezers van de globalisering’ voelen is telkens weer voorwerp van heftig debat. In het Nederlandse geval lijken ze allebei waar, want gezondheidszorg bleek evengoed een beslissend thema. Die erfenis van woede is een zware verantwoordelijkheid van de VVD van Mark Rutte, maar ook de linkse partijen PvdA en D66 zijn de voorbije tijd mede-architecten geweest van de ontrafelde, vermarkte Nederlandse samenleving. Dat collectief links netto zetels verloor in een stembusgang die om bestaansonzekerheid draait, geeft zeer te denken.

Dat is de basis. Maar de historische omvang van het succes van Wilders is ook een gevolg van strategische keuzes. De PVV-kopman zei dat zijn partij wilde meeregeren en in het campagneslot voegde hij eraan toe dat hij ook bereid was zijn radicale, ongrondwettelijke breekpunten tussen haakjes te zetten, zoals het buiten de wet stellen van de islam, omdat er “andere prioriteiten” zijn. Dat maakte regeringsdeelname plots heel wat realistischer. Vooral omdat VVD-­leider Dilan Yeşilgöz-Zegerius al de deur had opengezet voor de PVV. Al in de zomer zei ze dat ze eerst wilde zien waar Wilders mee kwam, en noemde ze uitsluiting vooraf ‘Haags gedoe’.

Daardoor kon Wilders plots de claim maken dat een stem op zijn partij wel degelijk zinvol kon zijn voor wie een rechtsere regering wou. De remonte van Wilders loopt chronologisch samen met de verklaringen van Yeşilgöz over een harder asielbeleid en een samenwerking met de PVV.

Outsider wordt insider

Zelfs een blinde ziet de parallel met de Vlaamse situatie. Ook tussen N-VA en Vlaams Belang is een bevreemdend schimmenspel bezig. Eerder al werden er in de ‘Chinese Muur’ die Bart De Wever tussen beide partijen optrok flinke gaten gehakt. Samenwerking viel dan toch niet uit te sluiten, als het VB, in de woorden van de N-VA-voorzitter “eerst zijn shit opkuist”. Die signalen gaf Tom Van Grieken, net als Geert Wilders, met plezier.

De VB-leider promoveerde om te beginnen enkele vertrouwelingen die nog niet van vreemdelingenhaat beschuldigd kunnen worden. Hij parkeerde ook al enkele onhaalbare strijdpunten. Zo hoeft een Vlaamse regering dan toch niet meteen de onafhankelijkheid eenzijdig af te kondigen, en ook de onrealistische migratiestop is geschrapt. Met succes, want na de woorden van Jambon en De Wever dat er wat “beweegt” kan nu ook Van Grieken kiezers lokken met de belofte dat een Vlaamse regering met uiterst rechts niet onmogelijk is.

Het Nederlandse voorbeeld van Yeşilgöz laat zien dat de radicale outsider het meeste profijt haalt uit zo’n tactische ontwikkeling. Dat is geen eenmalig verschijnsel, stelt de Nederlandse politicoloog Joost Van Spanje (Royal Holloway University of London). ‘Isoleren + imiteren kost een uitdager stemmen (gemiddeld over 15 landen sinds 1944)’, schrijft hij op X/Twitter. Dat is ook logisch: de outsider wordt plots een insider op wie kiezers ook een nuttige stem kunnen uitbrengen. Dat opent een nieuwe electorale vijver voor een radicale partij.

Gespleten tong

De VVD hoopte met zijn migratiekritiek kiezers weg te lokken bij nieuwkomers BBB en Omtzigt. Dat lukte, maar zij staken gelijk de straat over naar de PVV, marktleider op dit thema. Dit is exact wat het manoeuvre voor N-VA extra riskant maakt. In Vlaanderen is zijzelf de partij bij uitstek die het meest te verliezen heeft bij een verdere opgang van het VB. Er zijn geen outsiders in Vlaanderen, de andere partijen zijn namelijk al kaalgeplukt. Het idee dat een stem voor N-VA ‘effectiever’ is dan voor de uitgesloten radicale concurrent, is voor vele twijfelende, rechtse kiezers een belangrijke reden om toch op De Wever & co. te stemmen. Nu heeft de Vlaams-nationale partij zelf het hek van die dam weggehaald.

Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken in de Kamer. Een flink deel van de N-VA-kiezer is gefrustreerd door de feitelijke uitsluiting van het VB, ook zonder formeel cordon sanitaire.Beeld Photo News

De overlapping van de electoraten van N-VA en VB is anderzijds juist de reden waarom De Wever op twee benen danst. Een flink deel van de N-VA-kiezers is gefrustreerd door de feitelijke uitsluiting van het VB, ook zonder formeel cordon sanitaire, omdat dat samenwerking met een minder rechtse partij noodzakelijk maakt. Het signaal over beweging bij het VB is vooral voor die sympathisanten bedoeld. Maar als die ook echt een regering met uiterst rechts willen, weten ze nu wat te doen.

Wellicht omdat De Wever het risico van de electorale dijkbreuk ook zelf beseft, stuurde hij tegelijk een compleet tegenstrijdig sein uit. ‘Ceterum censeo VB esse delendam’ (‘Overigens ben ik van mening dat het VB vernietigd moet worden’), noteerde De Tijd in de omgeving van de latinofiele voorzitter. Een verwijzing naar wat de Romeinse senator Cato ooit over Carthago zei. De Wever wil daarmee verhelderen dat ook hij ‘eigenlijk’ het VB nog altijd kapot wil.

Die dubbelzinnigheid dreigt snel tegen haar limieten aan te lopen. De wens om met de Franstalige partijen een grote, definitieve staatshervorming voor te bereiden is niet compatibel met suggesties over samenwerking met het VB in Vlaanderen. De dag waarop N-VA zo’n coalitie concreet zou maken, lopen alle Franstalige partijen van de federale tafel weg. Meer dan hem lief is, zal Bart De Wever in de komende campagne op die ambiguïteit worden gewezen. Een rolverdeling waarbij De Wever zijn partij federaal aanvaardbaar genoeg houdt voor de Franstaligen en Jambon in Vlaanderen de band met uiterst rechts genoeg aanhaalt, zal niet volstaan.

Zeker, ook het Vlaams Belang spreekt met gespleten tong. Terwijl Tom Van Grieken een gordijn van normalisering ophangt, wordt Filip Dewinter uitgestuurd om met een welgemikte, racistische provocatie ook de extremen in de buitenbaan aan boord te houden. Zo poogt het VB een radicale catch-all-partij te zijn: tegelijk zogezegd klaar om te regeren en toch ‘vuil’ genoeg om nooit kans te maken op een kabinet. In plaats van hen naar de mond te praten, zouden politieke concurrenten ook die strategie kunnen doorprikken.