Direct naar artikelinhoud
InterviewManuel Sintubin

Geoloog Manuel Sintubin: ‘Zelfs als Vlaanderen niets meer uitstoot, hebben wij daar zelf niets aan’

Manuel Sintubin: 'Zelfs als we alle privéjets afschaffen, maakt dat geen verschil.’Beeld Joris Casaer

Vlak voor de zoveelste internationale klimaattop werd bekend dat de aarde afstevent op een temperatuurstijging van bijna 3 graden. Toch houdt geoloog Manuel Sintubin (58) de moed erin. ‘Het klimaatbeleid is een marathon, geen sprint.’

“Het klimaat is wat men een wicked problem noemt”, zegt geoloog Manuel Sintubin (KU Leuven). “Een complex probleem waar geen perfecte oplossing voor bestaat. Je moet altijd maatregelen afwegen. Er is geen optimale mix, er zijn altijd winnaars en verliezers. Dat besef, dat het om een delicate balans gaat, mis ik in het klassiek groene discours.”

Sintubin is een exponent van het ecomodernisme in Vlaanderen: de groene strekking die vindt dat welvaart en wetenschap bondgenoten zijn in de strijd tegen klimaatverandering. Voor zichzelf maakt hij radicale keuzes. “Ik krijg op lezingen vaak de vraag of je nog vlees mag eten, vliegen of op diesel rijden. Mijn antwoord is altijd: wat u als individu doet, maakt globaal bekeken natuurlijk niets uit. Ik zwaai nooit met het vingertje, maar voor mij is het een kwestie van ethiek. Al is het nog niet nodig, we plannen zo snel mogelijk over te schakelen op een warmtepomp, ik ben nu een extreme flexitariër, en als ik de trein kan nemen, laat ik de auto staan. Dat geeft een goed gevoel. Maar het zal de wereld niet veranderen.”

Het wordt een belangrijke week. Op dinsdag 28 november begint in Dubai de COP28, de zoveelste internationale klimaattop. En op donderdag 30 november valt een uitspraak in het proces dat werd aangespannen door de vzw Klimaatzaak, die een strenger beleid wil afdwingen bij de Belgische overheden. Stof genoeg voor een gesprek met Sintubin, zeker nu we pas hebben vernomen dat we de anderhalve graad opwarming zullen overschrijden tegen het einde van deze eeuw. We stevenen af op 2 tot 3 graden extra.

Hoe dramatisch is dat?

“Wel, vijf jaar geleden waren de projecties nog erger, toen zag het ernaar uit dat de planeet tegen 2100 zo’n 4 à 5 graden warmer zou zijn. Als je daarmee rekening houdt, zie je dat we op de goede weg zijn. Ooit zullen we die anderhalve graad bereiken. Maar de manier waarop we die doelstelling zullen halen, is wellicht anders dan men zich voorstelt.”

Hoe stelt men zich dat voor?

“Men beschouwt de anderhalve graad als de grens die we niet mogen overschrijden, waar we dus altijd onder moeten blijven. En dat zal niet lukken. Dat noem ik de vergissing van Parijs. Men heeft in 2015 een temperatuur vastgelegd als doelstelling, met een scenario hoe we daaronder kunnen blijven: door de uitstoot tegen 2030 te halveren en tegen 2050 terug te brengen naar netto nul. Dat was een politiek akkoord, dat in steen werd gebeiteld. Maar dat halen we nooit.”

Waarom niet?

“Omdat de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen nog altijd stijgt. Om die ambities tegen 2030 en 2050 te halen, zou die uitstoot nu al moeten afnemen, en blijven afnemen, met een paar procenten per jaar. Tijdens het coronajaar 2020 is de uitstoot wereldwijd met 4 procent gedaald. Dat zouden we de komende dertig tot veertig jaar moeten volhouden.”

En is dat onmogelijk?

“Dan kom je tot de conclusie die de Verenigde Naties deze week trokken, namelijk dat we ‘meedogenloos’ zullen moeten ingrijpen. Dat is nog altijd het kader waarbinnen politiek links denkt: steeds extremere maatregelen om die uitstootdoelen te halen. Dan gaan we dus naar verbodsmaatregelen: geen verbrandingsmotoren meer, geen gas meer om je te verwarmen. Dat is degrowth: de economische groei opofferen, met alle gevolgen van dien voor het globale Zuiden. Want daar heeft men nog veel groei nodig.”

Hoe moeten we het wel aanpakken?

“We zullen eerst naar een overshoot gaan. De wereldwijde uitstoot zal eerst nog toenemen, en pas later zakken. Dat is de realiteit, die kun je niet blijven ontkennen. Ik wil begrijpen dat sommige klimaatwetenschappers zich aan de laatste strohalm vastklampen, maar realisme zou helpen. De opwarming is volop bezig, dat heeft een enorm effect op het weer: we zien nu al een toename van extreme weersomstandigheden. Als je dan vandaag de balans opmaakt, moet adaptatie, aanpassing, veel belangrijker worden.”

Wat moeten we aanpassen, en voor wie?

“We moeten iedereen helpen, maar mijn focus ligt op het globale Zuiden. Daar wonen de mensen die het minst hebben bijgedragen aan de klimaatopwarming, maar die er wel de grootste gevolgen van dragen. Door onze uitstoot terug te brengen, helpen we hen nu niet. Het is onze verantwoordelijkheid om die landen klimaatresistent te helpen maken, zodat ze minder zullen lijden onder de onvermijdelijke gevolgen van de opwarming en het extremere weer.”

Op de klimaattop COP28 zal men vanaf dinsdag opnieuw onderhandelen over de vele miljarden die het rijke Noorden daarvoor zal moeten vrijmaken. Want op dat vlak komt het Noorden zijn afspraken niet na.

“Nee, en dat is schuldig verzuim. Op die manier laten we het Zuiden in de miserie. Er zijn twee manieren waarop je mensen daar kunt steunen. Met geld om loss and damages, geleden schade dus, te vergoeden - maar dat is weggesmeten geld, dat is het afkopen van schuld. Veel beter is het om te investeren in technologie om landen te beschermen tegen schade, met dijkenbouw, bijvoorbeeld, zoals dat in Bangladesh al gebeurt - dat land is al vrij ver gevorderd in dat opzicht.”

Deze week lazen we dat de rijkste 1 procent meer uitstoot dan de armste 66 procent van de wereldbevolking. U noemde dat op X een ‘perverse’ redenering. Waarom?

“Omdat je daarmee de indruk geeft dat het probleem opgelost is als die rijkste 1 procent stopt met uitstoten. Terwijl dat toch de wereld op zijn kop is. Waarom stoten die armste 66 procent zo weinig uit? Omdat ze zo arm zijn, verdorie. Omdat ze onze levensstandaard niet halen. Miljarden mensen leven in omstandigheden die onaanvaardbaar zijn.”

Moeten we dan niet herverdelen?

“De discussie over herverdeling helpt de discussie over het klimaat niet vooruit. Het heeft geen enkele zin om de focus te leggen op de rijkste 1 procent, om hen de schuld te geven. Zelfs als we alle privéjets afschaffen, maakt dat geen verschil. Bij dat geld van de rijken zit ook kapitaal dat ze investeren in onderzoek en ontwikkeling. Het rijke Noorden is dus een kip met gouden eieren - als die eieren goed worden gebruikt. Wij moeten het Zuiden niet alleen geld geven, maar ook en vooral kennis, technologie, innovatie.”

Dus ook hernieuwbare energie.

“Dat staat buiten kijf. Vooral zonne-energie heeft een grote rol gespeeld de voorbije jaren. Dat we de komende jaren massaal moeten inzetten op zon en wind, daar discussieert echt niemand nog over - nog los van de vraag of je voor of tegen kernenergie bent.”

Het streefdoel van ecomodernisten is ‘ontkoppeling’: economisch blijven groeien terwijl uitstoot en materiaalgebruik afnemen. Maar dat gaat traag.

“Een transitie gaat altijd traag. Hét moment van ontkoppeling zullen we wellicht bereiken rond 2060, wanneer de wereldbevolking begint te krimpen. Tot die tijd zal het globale Zuiden nog fossiele brandstoffen blijven gebruiken. Ik volg een Afrikaan op sociale media die zegt dat hij, net zoals wij, onafgebroken gebruik wil kunnen maken van elektriciteit, ook als die alleen met steenkoolcentrales kan worden opgewekt. En in essentie heeft die man gelijk. Wij hoeven niet te zeggen wat anderen wel en niet mogen doen.”

Wordt het nog iets met nieuwe kerncentrales? Kosten die niet te veel en duurt het niet te lang om die te bouwen? Zonder overheid begint op de markt niemand eraan.

“Dat laatste argument gebruikt links graag. Wat vreemd is: in het debat over kernenergie is de markt ineens heilig. Misschien moeten we ons afvragen of de liberalisering van de energiemarkt wel zo’n goed idee was. Als de overheid het energiebeleid naar zich toetrekt, kun je wel investeren in kerncentrales. Voor ondernemers duurt het te lang om de kosten eruit te halen. Maar een kernreactor levert tachtig jaar energie. Een windmolen ongeveer twintig. Als je daarmee rekening houdt, is kernenergie niet meer zo duur.”

Manuel Sintubin: ‘Wat u als individu doet, maakt globaal bekeken niets uit.'Beeld Joris Casaer

En SMR’s, ‘small modular reactors’, waar het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol mee onderzoek naar zal doen, zoals vorige week werd bekendgemaakt?

“Dat onderzoek gaat over één specifiek type van zo’n kleine modulaire reactor. Het plan is om tegen 2035 een proefproject te hebben, en tegen 2045 klaar te zijn voor industrieel gebruik. Die SMR’s zullen in eerste instantie wellicht vooral daar hun nut bewijzen, onder meer bij de grote staalfabrieken, die zelf zo’n reactor zullen installeren. Ik ga ervan uit dat andere landen veel sneller zullen klaar zijn dan België. In China, de VS en Canada kan men tegen 2030 misschien al bepaalde types in gebruik nemen.”

Is dat ook al niet te laat?

“Het klimaatbeleid is een marathon, geen sprint. Dat is erg belangrijk om te beseffen. Als je zegt dat we nog zeven jaar hebben om het klimaat te redden, vertel je een apocalyptisch verhaal. Want dat halen we zeker niet. We moeten ook rekening houden met technologie die pas ná 2030 en 2050 en 2100 effect zal hebben.”

Ecomodernisten rekenen ook op technologie die koolstofdioxide uit de atmosfeer kan halen en opslaan. Maar ook dat onderzoek staat nog bijlange niet zover.

“Nee, daar staan we nog niet ver genoeg, op dat punt hebben klassieke groenen honderd procent gelijk. We weten dat we die technologie nodig zullen hebben, maar mogen er nog geen rekening mee houden. We moeten er wel in blijven investeren. Als het over klimaat gaat, moeten we op de lange termijn denken. Al geloof ik dat de globale uitstoot nog dit decennium zal beginnen dalen. Dat volstaat weliswaar niet in het klassieke scenario van de anderhalve graad, maar het zou een positief verhaal zijn, iets wat mensen hoop kan geven.”

Wat vindt u van de houding van Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA), die zegt dat het geen zin heeft om door te duwen tot Vlaanderen 47 procent minder uitstoot, omdat het voor het globale probleem een druppel op een hete plaat is.

“Ze heeft ten dele gelijk. De vragen zijn: op welk niveau neem je best maatregelen, en wat is je doel? Als individu zul je de wereld niet redden, en de impact van Vlaanderen op het klimaat is beperkt. Uitstootdoelen worden het best Europees bepaald. De Vlaamse discussie over 40 of 47 procent is wat onnozel. Als je Vlamingen wil beschermen tegen de gevolgen van de klimaatopwarming, is uitstootreductie irrelevant. Demir wil de economie niet te veel pijn doen en kiest voor meer adaptatie. Ik zou precies hetzelfde doen als zij.”

In welke adaptatie investeert ze?

“De Blue Deal van Demir, over onze waterhuishouding, is een goede zaak. Ze heeft bij veel Vlamingen de mentaliteit al veranderd, we zijn gevoeliger voor zowel ontharding als waterverspilling en weten dat droogte én overstromingen vaker zullen voorkomen. Net zoals we het globale Zuiden nu niet helpen met uitstootreductie, helpen we zo ook onszelf niet. Dat is het delicate, nooit optimale evenwicht tussen mitigatie en adaptatie: wat je doet om uitstoot te vermijden en wat je doet om jezelf te wapenen tegen de gevolgen.”

Donderdag valt een uitspraak in het proces waarmee Klimaatzaak ‘een ambitieus klimaatbeleid’ wil afdwingen bij de Belgische overheid. Hoe kijkt u daarnaar?

“De vzw Klimaatzaak klaagt de overheid aan voor schuldig verzuim. Die zou de bevolking niet beschermen tegen de gevolgen van opwarming omdat ze onvoldoende maatregelen neemt om de uitstoot te beperken. Klimaatzaak eist een reductie van 60 procent. Maar die eis is compleet naast de kwestie. Als je de bevolking écht wil beschermen, kies je niet voor mitigatie, maar voor adaptatie: maatregelen om ons te beschermen tegen extreem weer. Zelfs als België of Vlaanderen niets meer uitstoot, hebben wij daar zelf niets aan.”

Tot slot: wat verwacht u van de COP28?

“Ik laat die klimaattoppen aan mij voorbijgaan. Het zijn geen belangrijke gebeurtenissen, maar een soort show. De industrie heeft ook geen klimaattop meer nodig om te weten wat er moet gebeuren. De bal is aan het rollen, en hij rolt in de goede richting.”

BIO

Geboren op 21 december 1964 in Sint-Niklaas

Doctor in de geologie en hoogleraar aan de KU Leuven

Doet vooral onderzoek naar aardbevingen en gebergtevorming

Zijn boek Wij, aarde verscheen in de serie De Klimaatessays bij uitgeverij ASP.

Blogt op https://earthlymattersblog.wordpress.com/

‘In het debat over kernenergie is de markt ineens heilig. Misschien moeten we ons afvragen of de liberalisering van de energiemarkt wel zo’n goed idee was’
‘De Vlaamse discussie over 40 of 47 procent is wat onnozel. Zuhal Demir wil de economie niet te veel pijn doen en kiest voor meer adaptatie. Ik zou precies hetzelfde doen’
‘Klimaatzaak eist een reductie van 60 procent. Maar die eis is compleet naast de kwestie. Als je de bevolking écht wil beschermen, kies je voor adaptatie’
‘Ooit zullen we die anderhalve graad halen. Maar de manier waarop we die doelstelling zullen halen, is wellicht anders dan men zich voorstelt’