Direct naar artikelinhoud
InterviewCharlotte Adigéry

Muzikant Charlotte Adigéry: ‘Ik geloof dat falen bevrijdend kan zijn’

Muzikant Charlotte Adigéry: ‘Ik geloof dat falen bevrijdend kan zijn’
Beeld Jorre Janssens

Na talloze optredens in alle hoeken van de wereld is Charlotte Adigéry (33) weer thuis. Al is het maar voor even, en blijft ze ook hier niet bepaald stilzitten. Naast haar deelname aan De slimste mens ter wereld speelt ze straks met kompaan Bolis Pupul een thuismatch in een uitverkochte AB. Maar eerst een gesprek over backstage borstvoeding, roem en complete uitputting. ‘Ik heb me vaak afgevraagd waar ik mee bezig was.’

Het is maandagochtend als we aanbellen bij Charlotte Adigéry. Stiekem hopen we dat ze in full glam en met torenhoge hakken de voordeur van haar Gentse rijhuis zal openen, helemaal klaar voor de shoot die bij dit interview hoort, waarop onze eerste vraag zou zijn: is dit een doorsnee maandagochtend voor wereldsterren? Adigéry lacht luid nadat we haar onze fantasie hebben opgebiecht, terwijl ze in een zwarte wollen jurk en slippers nog gauw een boterham met hagelslag smeert: “Wat een teleurstelling!”

BIO

geboren op 6 augustus 1990 in Narbonne (FR), groeide op in Gent 

zong als achtergrondzangeres bij Arsenal en Baloji, en bij haar eigen project WWWater

bracht in 2022 de plaat Topical Dancer uit met Boris Zeebroek, aka Bolis Pupul, en toert sindsdien de wereld rond

woont in Gentbrugge met haar man, zoon Rocco en twee ­plus­kinderen

Ook artiesten die met hun muziek de oceaan oversteken, die worden uitgenodigd door Jools Holland of in het voorprogramma van Grace Jones in de befaamde Hollywood Bowl in LA mogen spelen, moeten op maandagen hun zoontje naar de crèche brengen en de vaatwasmachine inladen alvorens ze tijd hebben voor glamour.

Die dualiteit kenmerkt haar leven, vertelt Adigéry, terwijl ze haar potjes en tubes fond de teint en highlighter uitstalt en een etui met make-upborstels opent: op dezelfde dag dat ze bij DEEWEE een platencontract tekende, ontdekte ze tot haar verrassing dat ze zwanger was. Wat volgde was een baby, een bom van een plaat en urenlang borstvoeding geven in backstages.

Adigéry neemt plaats voor de spiegel, bindt haar haren vast en babbelt – pas als het tijd is om met vaste hand een eyelinerlijntje te trekken, stellen we een minuut stilte voor: “Ik danste en presenteerde vroeger bij de retrofeesten van Radio Modern, daar deden we onze make-up zelf. Zo heb ik het geleerd, met trial-and-error: soms zag ik er mooi uit, soms niet. (lacht) Ik maak me nog altijd het liefst zelf op, ik vind het zelden mooi als anderen het doen en er is niets zo lastig als onzeker voor een camera staan. Ik vind het ook een zalig rustgevend ritueel: voor elk optreden doe ik oortjes in en maak ik mezelf op.”

In De slimste mens draag je ook opvallende outfits. Een beetje amateurpsycholoog vraagt zich dan af of die kleren je bescherming bieden, omdat ze je toelaten even iemand anders te zijn?

“Oh nee, integendeel. Ik vind het heel leuk om toffe kleren aan te trekken. Als Boris en ik optreden, dan ondersteunen onze outfits ons verhaal en onze speelsheid. Maar zodra ik het gevoel heb dat ik iemand anders ben, dan knap ik af. Ík draag de kleren, de kleren dragen mij niet. Maar ik was nu wel heel zenuwachtig voor de reacties: is het te veel? Zullen de kijkers vinden dat ik aandacht zoek? Ik vind: je leeft maar één keer, doe vooral wat je wil doen en trek je zo weinig mogelijk aan van wat anderen denken. Helaas blijkt dat in de praktijk soms moeilijker dan ik zou willen.

“Maar net daarom wilde ik meedoen aan De slimste mens: ik wil mezelf uitdagen om in elke situatie mezelf te blijven, ook als ik op een drukke televisieset omgeven ben door grote persoonlijkheden en hoge verwachtingen. Want je moet niet alleen de vragen juist beantwoorden, je moet er ook grappig en ad rem zijn. Hoe blijf ik ook dan authentiek?”

Waarom vind je dat belangrijk?

“Omdat het me veel moeite kost. Ik heb altijd, van kinds af aan, commentaar moeten slikken. Mensen hebben racistische dingen gezegd, me aangestaard en me uitgelachen: ik was een diva, of er was van alles mis met mijn haar. Dat heeft van mij een pleaser gemaakt, iemand die zich heel voorbeeldig gedroeg: niet te veel zus, niet te veel zo. Ik wil dat niet meer. Fuck it.

“Toen ik moeder werd, ben ik me plots zeer bewust geworden van wie ik ben en wie ik wou zijn. Alle overtollige ballast, alle trauma en pijn heb ik naar het mentale containerpark gebracht. Ik laat me minder doen, ik durf steeds meer mijn mond opentrekken als ik niet akkoord ben.”

Je doet het erg goed in De slimste mens. Maakt dat je trots?

“Euh... (twijfelt) Waarom moet ik daar nu zo hard over nadenken? Ik zou ja willen zeggen, maar dan duikt weer dat stemmetje op: ça va wel, je hebt ook wat geluk gehad.”

Ben je trots op wat je de laatste jaren bereikt hebt met Charlotte Adigéry & Bolis Pupul?

“Ja, daarover kan ik wel zeggen dat ik fier ben. Omdat het echt ons verhaal is, van Boris en mij. Wij hebben dat zelf gecreëerd.”

Charlotte Adigéry: ‘Het lijkt me de hel om zo bekend als pakweg Robbie Williams te zijn. Ik ben nu al bang dat de kijkers van De slimste mens me niet leuk gaan vinden en me berichtjes gaan sturen.’Beeld Jorre Janssens

Voor wie het gemist zou hebben, wat heb je de voorbije jaren zoal gedaan?

“Oei, dan moet ik stoefen. Wil jij dat niet voor mij doen? (lacht).”

Welaan dan. Adigéry’s carrière kwam in een stroom-versnelling terecht op het moment dat Stephen en David Dewaele haar samenbrachten met Boris Zeebroek (zoon van Luc – Kamagurka – Zeebroek) om een nummer te maken voor de film Belgica. Zij was toen een jonge Gentse met Caraïbische roots. Haar moeder had haar leren zingen, ze studeerde muziek aan Hogeschool PXL en liep in de kijker met haar eigen project WWWater. Ze verdiende de kost door in allerhande bandjes te zingen en met – haar woorden – ‘mottige interimjobs’. Zeebroek hing ook rond in de Gentse muzikale scene, met Hong Kong Dong en The Germans.

De blind date resulteerde in een muzikale coup de foudre die maar blijft duren. Het duo reisde de voorbije twee jaren vier keer naar Amerika, waar ze steeds grotere zalen uitverkopen, ze haalden meermaals de line-up van Glastonbury en Roskilde en werden opgepikt door bladen als Vogue, NME en Pitchfork. Afgelopen woensdag speelden ze in Berlijn, en de komende dagen treden ze maar liefst zes keer op: in Londen, Bologna en Milaan. In maart vertrekken ze naar Australië.

Jullie buitenlandse succes is best bijzonder. Hoe komt het dat jullie geslaagd zijn waar vele anderen falen?

“Slagen, falen, dat is relatief. Ik zou ook niet durven zeggen dat we zijn doorgebroken. Erik Van Looy noemde me een wereldster en dan denk ik ‘how, rustig’. Maar het is waar: we spelen overal en hebben een following. Mijn advies aan Belgische artiesten die ook naar het buitenland willen? Spelen, spelen, spelen. Heel veel spelen en uit je comfortzone durven stappen. Je kan in Vlaanderen een mooie, comfortabele carrière uitbouwen. Maar als je de grens over wil, dan moet je bereid zijn om ongemak te verdragen en financiële risico’s te nemen. Al moet je ook niet overdrijven: sommigen denken dat ze niet kunnen vertrekken zonder een tourmanager en het nieuwste materiaal, maar in de begindagen paste al onze gear in drie koffers. En inmiddels is onze entourage wel wat uitgebreid, maar we staan nog altijd met twee op het podium.

“Je moet natuurlijk ook geluk hebben. De Britse BBC heeft ons van in het begin gesteund en ook in Amerika zijn we opgepikt door een aantal radiostations. Ik geloof dat onze muziek supergoed is en een internationale sfeer heeft, maar het is niet zo dat we nummers maken met de Hollywood Bowl in ons achterhoofd.”

Enig idee hoe vaak jullie de laatste drie jaar op een podium hebben gestaan?

“De laatste keer dat we het geteld hebben was voor de geboorte van mijn zoon Rocco, twee jaar geleden. Toen traden we meer dan 100 keer per jaar op. Sindsdien is het wat minder.”

Charlotte Adigéry: ‘Ik ken collega’s die veel shit over zich heen krijgen omdat ze niet de juiste dingen op sociale media posten. Als je bekend bent wordt verwacht dat je van allerlei dingen op de hoogte bent en daar dan een standpunt over inneemt.’Beeld Jorre Janssens

Hoe hou je dat fris?

“Tot nu toe heb ik daar eigenlijk geen moeite mee. Ik denk dat je goed overeen moet komen met de mensen met wie je op het podium staat. Het lijkt me moeilijk om in the zone te geraken als er spanningen zijn. En je mag ook niet te moe zijn. Dat hebben we gezien bij andere bands: op tour in de VS en Europa kwamen we vaak Weyes Blood en Jockstrap tegen en we voelden dat ze echt uitgeblust waren omdat ze constant spelen. Het tempo waarop de meeste artiesten leven, is echt zot. Zij zijn maanden op de baan zonder pauze. Ik zou het niet kunnen, wij zijn nooit langer dan twee weken van huis. Op den duur geraak je ook wat verward: waar zijn we nu? Moet ik nu weer hetzelfde als gisteren spelen? Waar haal ik de energie?

“Soms vragen we ons ook af of we meer moeten optreden, het lijkt de enige manier om er te geraken. Het is alleszins onze beste bron van inkomsten. Maar wij willen dat niet, we willen ook thuis zijn.”

Je hebt je zoontje meegenomen op tour toen hij nog een baby was. Dat was bij momenten traumatiserend, zei je.

“Die combinatie was uitputtend: met een zwaar slaaptekort en een baby die nog borstvoeding kreeg de trein op en af naar Londen en Parijs, om daar hele dagen promo-interviews te geven terwijl ik hem probeerde te sussen of te laten dutten. Ik herinner me een televisieoptreden bij Arte: we moesten heel vroeg opstaan, ze hadden me verschrikkelijk slecht geschminkt en ik voelde me nog erg onzeker in mijn nieuwe lichaam. Mijn moeder liep met Rocco de studio uit en het enige dat ik kon denken was: ik vind mezelf niet mooi. En net op het moment dat ze ‘actie’ riepen, ben ik in elkaar gestort. Huilen, huilen, huilen op de grond, voor een hele crew en mensen van het label. Boris heeft me vastgepakt, wat hij de laatste jaren zo vaak gedaan heeft. Zijn medeleven en empathie hebben me erdoor getrokken.

“Die dag stond er nog een televisieoptreden op de planning, en daarna een radioshow. Ondertussen aten we snel iets en probeerde ik Rocco te sussen – sorry jongen, het is bijna gedaan – en toen we om elf uur ’s avonds eindelijk in de auto naar het hotel zaten, gaf Rocco over en draaiden zijn ogen weg. Ik begon te flippen, wij naar de spoed. We hebben daar tot vijf uur ’s ochtends gezeten, Rocco met hoge koorts, ik met die make-up nog op. Ik herinner me ook dat de pediater enorm arrogant was. En de dag erna moesten we weer de trein op, naar de volgende bestemming.”

Er is een beeld van fotografe Bieke Depoorter waarin je, opgetut voor een optreden, in de zetel van een backstage ligt en Boris je troost. Het is meteen duidelijk dat het niet goed met je gaat. Maar je hebt wel gespeeld die avond.

“Dat was in San Francisco. Ik kon niet meer bewegen, ik zat vast in een soort tunnel. Rocco had een dikke jetlag dus ik sliep die tour niet: na de shows ging ik naar het hotel en dan werd Rocco wakker. Er zijn regelmatig momenten geweest dat ik mijn hotelbed niet uit raakte en Boris mijn koffer moest pakken terwijl mijn mama voor Rocco zorgde. But you pick yourself up... We hebben maar één keer een optreden afgezegd.

“Je zou willen dat er na zo’n breakdown een moment van herstel komt, maar dat gebeurde niet. Er was altijd een volgende bestemming, een volgende vlucht. En als we eindelijk weer thuis waren, moest ik twee weken lang Rocco’s jetlag opvangen, voor mijn jetlag was nooit ruimte.

“Natuurlijk heb ik me afgevraagd waar ik eigenlijk mee bezig was. (lacht) En het antwoord is dat ik niet anders had gekund. Muziek is mijn passie, dat is wat ik wil doen. En bovendien, de zwangerschap was ongepland. Ik zou zelf wat langer gewacht hebben, maar ik kon ook moeilijk zeggen: jongens, ik weet dat het album af is en dat we een platencontract hebben, maar ik zou deze tour toch graag een jaar of twee uitstellen.”

Charlotte Adigéry: ‘Als kind en puber heb ik me zo vaak ongezien en onderschat gevoeld. Maar nu sta ik op een podium en besef ik: mijn kijk op de wereld is wél iets waard. En ik kan er wél mooi uitzien.’Beeld Jorre Janssens

Overschaduwen die moeilijke omstandigheden het succes? Toen het in het VRT-programma Waarom wachten over jullie optreden bij Jools Holland ging, herinnerde jij je vooral dat je die dag was vergeten te kolven en dat je bang was dat je tijdens de show zou lekken in een hele dure, geleende jas.

“Het is beide. Ik herinner me zeker ook de mooie dingen, de liefde en de schoonheid. Jools Holland was een droom die uitkwam. Maar de discrepantie was enorm: ik was de hele tijd gestrest en dan begon het optreden en was het even pure extase en catharsis en wist ik weer waarom ik daar was. En daarna was het weer gaan, gaan, gaan.

“Ik hoop dat de toekomstige generatie het makkelijker zal hebben, daarom wil ik hier ook over praten. Toen ik zwanger was, heb ik gegoogeld: mother + artist + combination + possible. Natuurlijk vond ik niets. Er zijn weinig voorbeelden. Maar ik zou het tragisch vinden als mensen zouden denken dat ze moeten kiezen omdat ze de combinatie niet mogelijk achten. Je moet durven gaan voor wat je wil, ook al is het zwaar. Ik heb geen spijt. Maar die periode heeft wel een enorme impact gehad. Ik was constant in fight or flight-modus en nu pas voel ik weer wat rust.”

Neem je Rocco soms nog mee?

“Nope! (lacht) Het lukte me echt niet meer. We reizen binnen een paar maanden naar Martinique, waar mijn moeder vandaan komt. Ik heb nu al stress om weer met een peuter op het vliegtuig te stappen.”

Je papa lijdt aan alzheimer en was deze zomer even vermist. Jullie hebben die dag gespeeld op CORE Festival. Ook dat lijkt me zo’n onmogelijke situatie?

“We hebben die dag uren gezocht in Gent, heel veel mensen hebben ons toen geholpen – ik wil hen daar ook nog eens expliciet voor bedanken, want dat was heel mooi en overweldigend – maar ik besefte wel dat de kans dat net ík hem zou vinden heel klein was. Ik ben dus naar Brussel vertrokken met de afspraak dat ik daar zou beslissen of ik al dan niet op het podium zou stappen. Ik vind optreden te belangrijk om zomaar af te zeggen en ik voelde ook dat het wel goed zou komen. En effectief: in de auto kregen we het bericht dat hij terecht was.

“Ik herinner me een andere show waarbij het echt niet goed ging met mijn papa. Ze hadden hem in het woon-zorgcentrum te hoge dosissen medicatie toegediend waardoor hij eigenlijk aan het sterven was. Toen vond ik het wel heel moeilijk om de knop om te draaien, omdat ik echt niet wist wat ik moest doen. Ik zeg dat dan ook aan het publiek. Ik vind dat dat moet kunnen. Die kwetsbaarheid is verbindend en je geeft jezelf ook wat ademruimte: ik doe dit heel graag en wil het goed doen, maar dit is wat er gaande is in mijn leven.”

The show must go on, is dat het moeilijkste deel van de job?

“Colin van Amenra heeft me dat eens gezegd: ook als je triestig bent, moet je vrolijk zijn op het podium. Maar toen mijn papa zo ziek was, heeft dat optreden me er net door geholpen. Optreden geeft me een kick, een joie de vivre, de energie om weer de schoonheid van het leven in te zien. Ik kan echt zeggen dat ik gelukkig ben, ondanks mijn verdriet en het rouwproces over mijn vader.”

Vorige week stond in dit magazine een interview met Robbie Williams, die zei dat hij geen enkele artiest kent die niet vroeg of laat met mentale problemen te maken krijgt.

“Toevallig heb ik gisteren zijn documentaire op Netflix gezien en inderdaad, die gast moet zo hard hebben afgezien. Hij speelt natuurlijk op een ander niveau, maar hij was zo jong toen hij bekend werd en hij was niet goed omkaderd. Bij ons is dat toch anders: we letten erop dat de mensen met wie we samenwerken ons zien als mens, niet enkel als een product dat geld moet opbrengen. We kunnen met hen praten over hoe we ons voelen en ze dringen niet aan als we nee zeggen.

“De tijden zijn ook veranderd, ik denk dat de paparazzi iets respectvoller zijn dan toen. Maar waar ik echt niet bij kan, is de manier waarop Williams publiekelijk door het slijk werd gehaald. David Beckham is ook op die manier kapot gemaakt, zag ik in zijn documentaire, en iemand als Taylor Swift krijgt ook veel bagger over zich heen. Dat is verschrikkelijk. Ik kan niet begrijpen waarom mensen zo gemeen zijn en niet kunnen inzien dat het ook maar mensen zijn die iets proberen te doen en fouten maken. En als je iemand niet lust, zwijg dan toch? Op YouTube staat een dislike button, maar het zou niet in mij opkomen om daar op te klikken.

“Ik vind van mezelf dat ik sterk in mijn schoenen sta: ik neem geen drugs en drink niet excessief als we op de baan zijn, ik ben getrouwd en heb een kind. Ik voel niet dezelfde nood aan escapisme of bevestiging als Robbie Williams. Maar moest ik ooit zo beroemd worden als hij – wat ik niet wil – dan zou dat me kapot maken. Ik voel het nu al: ik ben bang dat de mensen die naar De slimste mens kijken me niet leuk gaan vinden en me DM’s gaan sturen. Dus het lijkt me de hel om zo bekend te zijn.”

Hou je het liever kleinschalig?

“Ik denk dat we nog groeimarge hebben, ik wil ook dat iedereen die onze muziek zou kunnen appreciëren die ook te horen krijgt. Maar we zijn Dua Lipa niet en dat is goed. Het moet veilig blijven. Ik zou niet willen dat mijn gezin last krijgt van mijn succes.”

Bij roem hoort vandaag wel verantwoordelijkheid: toen de oorlog in Gaza losbarstte, werden mensen die iets of wat bekend waren onder druk gezet om zich uit te spreken.

“Pfff... Ik blijf daar voorlopig van gespaard, maar ik ken collega’s die veel shit over zich heen krijgen omdat ze niets posten op sociale media, of het net wel doen, maar dan blijkbaar niet de juiste dingen. Als je bekend bent, moet je aan een zekere standaard voldoen. Er wordt verwacht dat je van allerlei dingen op de hoogte bent en daar dan een standpunt over inneemt. Maar niet iedereen ziet dat zitten, omdat ze niet altijd genoeg kennis hebben.”

Daar had Robbie Williams dan weer geen last van.

“Die druk is inderdaad nieuw. Ik heb gezongen op een benefiet voor Gaza en op Sonic City (het Kortrijkse muziekfestival dat ze onlangs samen met Bolis Pupul cureerde, red.) hebben we een minuut stilte gevraagd. Ik engageer me liever zo dan dat ik op Instagram post: ‘cease fire now’. Je zag destijds hetzelfde bij Black Lives Matter. Iedereen moest toen een zwart vlak posten en als je dat niet deed, werd je afgestraft. Dat gaat me te ver. Je kan wel dicteren wat mensen moeten zeggen en doen, maar wat denkt iemand écht? Conner Rousseau zal toen ook wel een zwart kader gepost hebben en moet je nu zien.” (lacht)

Jullie album Topical Dancer gaat onder meer over die vragen: wat mag je niet meer zeggen en wat moet je wel zeggen? Hoe hebben mensen daarop gereageerd?

“We waren toch een beetje zenuwachtig, we vreesden dat de wokebeweging ons niet woke genoeg zou vinden, zeker in Amerika, waar de politieke correctheid nog veel verder gaat en ze ook beter luisteren naar onze teksten. Maar tot onze grote verbazing vonden ze onze benadering heel verfrissend. Als ik in het nummer ‘Esperanto’ zing ‘Don’t say “I would like a black Americano / Say “I’ll have an African American please” – wat precies is hoe het er in Amerika aan toe gaat – dan lachen ze zich te pletter.

“Ik denk dat we de juiste toon hebben gevonden. We wijzen niet met de vinger, we stellen vragen en gebruiken humor. Dat is heel ontwapenend: ik weet het ook niet goed, maar het voelt allemaal niet zo juist, wat denk jij? Ik beschouw mezelf, voor alle duidelijkheid, wel als woke maar dan volgens de initiële intentie: bewust zijn, vragen stellen, inclusief zijn, openstaan voor andere verhalen en perspectieven. Maar woke betekent voor mij ook dat niemand perfect is en iedereen fouten maakt. Dat is oké, zolang je bereid bent om te luisteren naar de ander.

“Dat laatste lijkt vandaag niet te lukken. Mensen staan tegenover elkaar en zeggen: dit is mijn standpunt en jij gaat nu luisteren want ik ben – ik zeg maar wat – jarenlang onderdrukt geweest en voel veel kwaadheid. Pas op, ik begrijp dat, ik herken die kwaadheid ook. Maar je moet er wel voor waken dat je niet bitter, blind of doof wordt, en dat geldt voor beide kanten.”

Heeft succes ook goede kanten?

“Ja, natuurlijk. Op het podium staan en mensen horen meezingen, dat is extatisch.”

Ook na de zevenhonderste keer?

“Ja! Voor ons voelt dat nog steeds als iets relatief nieuws: onze fanbase groeit, elke keer als we naar Amerika reizen, zijn de zalen groter en zingen meer mensen mee. We verkopen nu clubshows met 600 toeschouwers uit. Dat zijn geen Lotto Arena’s, maar dat hoeft niet. De verrassing en verwondering blijft: we spelen nog vaak met een krop in de keel omdat mensen ons blijken te kennen en ons het succes gunnen.

Charlotte Adigéry: ‘Toen mijn papa ziek was heeft optreden me erdoorheen geholpen. Op het podium staan geeft me een kick, een joie de vivre, de energie om weer de schoonheid van het leven in te zien.’Beeld Jorre Janssens

“Ik besef nu ook dat ik iets te zeggen heb. Als kind en puber heb ik me zo vaak ongezien en onderschat gevoeld. En door mijn uiterlijk kon ik niet als mooi of aantrekkelijk worden beschouwd. Maar nu sta ik op een podium en zingen mensen mijn teksten mee en besef ik: mijn kijk op de wereld is wél iets waard. En ik kan er wél mooi uitzien.

“Het succes zorgt er ook voor dat ik superveel kan reizen, dat ik geen schulden meer heb en dingen kan kopen voor mezelf, dat ik vaak lekker uiteten mag en mensen ontmoet met wie ik anders nooit in contact zou komen.”

Iemand vertelde me dat jullie na een optreden vaak zelf nog de merchandise verkopen. Klopt dat?

“Ja, is dat zo verrassend? Ik ben altijd geflatteerd als mensen de tijd willen nemen om met ons te babbelen en iets te kopen. Maar soms heb ik alles gegeven op het podium en lukt het niet meer. Dan voel ik me wat schuldig. Maar ik moet dat wat beter leren begrenzen: opeens is iedereen al naar huis en sta ik daar nog te praten met de laatste van de rij.” (lacht)

De Topical Dancer-tournee nadert stilaan zijn einde. Wat nu?

“Van alles. (lacht) Wat ik wel al mag zeggen: André 3000 van Outkast heeft na jaren weer een plaat uit. Het is allemaal instrumenteel, heel new age met fluiten. Eén nummer heet zelfs ‘I swear, I Really Wanted To Make A “Rap” Album But This Is Literally The Way The Wind Blew Me’... Dat vind ik chic: de verwachtingen waren zo groot en toch heeft hij vanuit zijn eigen impulsen gecreëerd. Het zal voor ons ook belangrijk zijn om die vibe te beschermen en ons niet te laten leiden door de verwachtingen van anderen.”

Wat als het niet lukt? Denk je daar soms over na?

“Die gedachte komt dagelijks in mij op, maar ook daar zal een waardevolle les in zitten. Ik geloof dat falen bevrijdend kan zijn. Als we weer een goede plaat maken, dan weten we dat we niet zo slecht bezig zijn. En als het niet goed is, relax, world. We zijn ook maar gewone mensen die wat proberen. En schrijf anders zelf iets, hé.” (lacht)

Charlotte Adigéry & Bolis Pupul & Friends spelen op 2 december een uitverkocht concert in de AB in Brussel, abconcerts.be.