Blog uit het hart

Dokter, kan ik u nog vertrouwen?

© Johan Dockx

Als er één mens is die je honderd, neen tweehonderd, procent wil vertrouwen, is het wel de arts die voor je zit. Collega Karsten Lemmens worstelt ermee, nu er steeds meer berichten komen over financieel opportunisme in de medische wereld. Het voelt niet fijn als je het gevoel hebt dat geld belangrijk is.

Karsten Lemmens

Zijn artsen begaan met mijn gezondheid, of met hun portemonnee? Toen ik vorige week bij de tandarts zat voor een jaarlijkse controle, vroeg ik het me af. ‘We zullen ook nog even een fotooke nemen’, zei ze, nadat ze uitvoerig met metalen haakjes tussen mijn tanden had geschraapt. Een fotooke. Geen controle zonder wat straling in de hersenpan.

Tandartsen houden van fotookes, zeggen kwatongen, omdat ze daar op kunnen doorrekenen. Ik denk dat liever niet. Een controle mét foto kost een pak meer dan eentje zonder: 125 euro. Te weten dat hier ik eerder dit jaar al eens 300 euro betaalde om een vulling te laten vervangen. Toch sputterde ik niet tegen. Want de dokter heeft kennis van medische zaken, ik niet. Dus stemde ik in – voor mijn gezondheid, vertelde ik mezelf. Toch knaagde er iets. Zou dat fotootje ook dienen om die Mercedes AMG op de oprit te financieren?

Pater Damiaan

Het is een onaangenaam gevoel, twijfelen aan de intenties van je arts. Van kinds af aan kreeg ik mee dat een dokter altijd het beste met je voorheeft. Dat je gezondheid altijd zal primeren op de portefeuille. De laatste tijd twijfel ik daar steeds vaker aan. Ik wíl wel geloven dat in elke dokter een pater Damiaan schuilt. Maar er is toch dat duiveltje op mijn schouder, dat fluistert dat ook artsen wel eens geldwolven kunnen zijn. Wat daarbij niet helpt is hoe artsen en de minister van Volksgezondheid tegenwoordig met getrokken messen tegenover elkaar staan. Berichten over artsen die ‘arme’ patiënten weigeren, die nachtelijke scans doen omdat ze dan meer kunnen aanrekenen: het oogt niet fraai. Het geeft dat duiveltje heel wat munitie: heeft Hippocrates plaats geruimd voor Mastercard? Als patiënt sta je in een lastige positie. Je bent overgeleverd aan de expertise van de arts. Dus volg je die.

Mijn huidarts slaagt erin bij elke controle een ‘verdacht’ vlekje te vinden. Gevolg: een afspraak om het weg te snijden. Mijn cynische ik denkt: is dat nodig? Maar elders een tweede opinie vragen doe ik niet. Als het over huidkanker gaat, wil je dan écht de meest meegaande dermatoloog opzoeken? Dus betaal ik voor gemoedsrust en zekerheid.

Het beeld dat we tegenwoordig van artsen krijgen is niet fraai. Zo blijf ik hangen bij het verhaal van Oxurion, een Belgisch biotechbedrijf dat ontstond als Thrombogenics. Het ontwikkelde een zeer efficiënt medicijn tegen ‘vitreomaculaire tractie’, een oogaandoening. Maar chirurgen schreven het niet voor, want het zou sommige operaties overbodig maken. Vorige week vroeg Oxurion het faillissement aan.

Ook bij andere medische zorgverleners voel ik twijfel. Toen ik een jaar geleden een vinger brak, bezocht ik een gespecialiseerde kinesist. Die zou helpen die vinger opnieuw bewegelijk te krijgen. Tot de controle bij de handchirurg. Zijn mening? Zinloos, hou er maar mee op. Toen ik die boodschap overbracht aan de kinesist, was ze van haar melk. De arts had ongelijk, zei ze.Daar zat ik weer. Wie heeft gelijk? Was die kinesitherapie nuttig, of wilde de kinesist geen klant verliezen? De chirurg won het pleit. Maar tot op vandaag vraag ik me af of dat terecht was: de vinger is nog steeds niet zo soepel als de rest.

Praten is de sleutel

Het gevoel is niet uit de lucht gegrepen, zegt Ignaas Devisch, professor medische ethiek (UGent). ‘Het is een perverse prikkel in de gezondheidszorg dat artsen rijker worden naarmate ze meer prestaties leveren. Een onderzoekje hier of daar, waarvan de patiënt geen schade ondervindt, is goed voor de portefeuille. Niet dat je artsen per definitie verdacht moet maken, maar die prikkel is er wel.’Daar staat tegenover dat we in ons land al meer dan twintig jaar patiëntenrechten kennen. Je hebt daarbij het recht om volledige informatie van je arts te krijgen. Devisch raadt daarom aan het gesprek aan te gaan. ‘Vraag je arts of dat fotootje écht nodig is’, zegt hij. ‘Als je arts duidelijk kan argumenteren waarom dat uit medisch oogpunt best is, kan dat de vertrouwensband versterken. Dat kan zeer nuttig zijn. Als je vindt dat de arts vooral aan de portefeuille denkt, kan je oordelen dat je daar niet in meegaat.’

Wanneer het over concrete ingrepen gaat, zoals een moedervlekje wegnemen, speelt ook de toegenomen klemtoon op preventie een rol. ‘Bij het wegnemen van een moedervlek speelt men vandaag veel korter op de bal, om te vermijden te laat te zijn, met mogelijk grote gevolgen. Hetzelfde zie je met het toegenomen aantal keizersneden’, aldus Devisch.

Er is bovendien een tekort aan dermatologen, stipt de professor aan, wat het onlogisch maakt dat ze tot ingrepen zouden overgaan enkel om hun business draaiend te houden. En ook hier geldt: ga het gesprek aan. ‘Dan blijkt het mogelijk net heel verstandig een vlekje te verwijderen, eens ze je uitleggen waarom. Terwijl dat in jouw ogen misschien heel overbodig leek.’

Wantrouwen los je dus best op door vragen te stellen. Gesprekken aan te gaan. En naar aanleiding van dat gesprek vel je een oordeel, of zoek je een tweede opinie, en hak je een knoop door. Ik ga het voortaan toch eens proberen, met open geest ,want ik wíl vertrouwen koesteren in mijn artsen. Zolang dat duiveltje op mijn schouder maar niet over die Mercedes AMG begint. Dan is het om zeep.