UZ Brussel zet belangrijke stap naar behandeling van diabetes type 1 met onderhuids plaatje

Onderzoekers van het UZ Brussel zijn er in een internationaal onderzoek in geslaagd diabetes type 1 te behandelen met een klein plaatje onder de huid. Dat blijkt uit een studie gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Biotechnology. Het implantaat bevat cellen die in het lichaam uiteindelijk insuline produceren. Het werkt nog maar bij enkele patiënten, maar het opent nieuwe perspectieven om op termijn diabetes type 1 te kunnen genezen.

In ons land hebben naar schatting 600.000 mensen diabetes, ook wel bekend als suikerziekte. Hun lichaam kan het suikergehalte in het bloed niet goed regelen. Dat komt omdat hun lichaam geen insuline aanmaakt of omdat die insuline niet goed werkt. Als je eet, nemen de cellen de suiker die je binnenkrijgt niet goed op waardoor die ophoopt in het bloed. 

De gevolgen van diabetes

Als het suikergehalte te laag is, worden mensen onder andere suf, prikkelbaar, duizelig en ze beginnen te trillen of te zweten. In extreme gevallen kunnen ze het bewustzijn verliezen. Is de bloedsuikerspiegel te hoog, dan kunnen ze bijvoorbeeld misselijk worden, wazig zien en zich futloos voelen. En ook op de lange termijn levert dat gezondheidsklachten op: problemen met hart en bloedvaten, ogen, nieren en voeten.

Mensen met diabetes type 1 moeten elke dag zelf insuline inspuiten
© Felipe Caparrós - creative.belgaimage.be

De meeste mensen hebben diabetes type 2 of ouderdomsdiabetes. Dat type komt vooral voor bij mensen van veertig jaar of ouder. Maar bij zo'n 5 à 10 procent is de ziekte er al van jongs af aan: diabetes type 1. De bètacellen, die normaal gezien insuline produceren, zijn door het eigen lichaam vernietigd. Die mensen moeten daarom dag in dag uit zelf insuline spuiten om hun bloedsuikerspiegel te regelen. Dat betekent ook nadenken bij hoeveel koolhydraten je eet, hoeveel insuline je moet inspuiten, hoeveel energie je verbruikt die dag omdat je gaat sporten ... 

Ongeneeslijk... of toch niet?

Tot nu toe is diabetes type 1 een chronische ziekte. Je kan die niet echt behandelen, enkel onder controle houden. Vorig jaar kwam er in Amerika een eerste medicijn op de markt dat het begin van de ziekte vertraagt. En nu bereikte het UZ Brussel in een internationaal onderzoek een belangrijke doorbraak.

Bij sommige mensen is de diabetes zelfs met inspuitingen moeilijk te controleren. Zij krijgen soms een transplantatie van bètacellen, de cellen die insuline aanmaken, van andere mensen in hun lever. Als dat lukt, maakt het lichaam toch een poosje zelf weer wat insuline aan.

Maar dat is niet alleen een zwaardere ingreep, er zijn ook te weinig donoren. Daar bestaat misschien een oplossing voor: cellen afgeleid uit stamcellen. De onderzoekers zetten die in een implantaat, een klein plaatje van enkele centimeters dat onder de huid wordt geplaatst. In het lichaam passen de cellen zich aan tot ze insuline gaan aanmaken.

Dit plaatje met de aangepaste cellen wordt onder de huid geplaatst

Nu toont een internationale studie in het tijdschrift Nature Biotechnology voor het eerst dat zo'n implantaat sommige patiënten helpt. Bij drie van de tien patiënten kwam de productie van insuline opnieuw op gang.

"Het is maar bij weinig mensen gelukt, maar je kán dus wel tot een voldoende insulinefabriek komen om een effect te hebben op de ziekte", zegt professor Bart Keymeulen van het UZ Brussel, hoofdonderzoeker van de studie. Daardoor hadden ze veel minder schommelingen in het suikergehalte in hun bloed. 

Het is maar bij weinig mensen gelukt, maar je kán dus wel tot een voldoende insulinefabriek komen om een effect te hebben

Professor Bart Keymeulen, UZ Brussel

"Dit bevestigt dat we met behulp van stamcellen iets kunnen maken dat op bètacellen lijkt, zodat er weer insuline aangemaakt wordt", zegt Chantal Mathieu, professor endocrinologie aan de KU Leuven. "De weg is nog lang, maar het is zeker hoopvol."

Werk aan de winkel

Maar er is dus nog werk aan de winkel, zo zegt ook Keymeulen zelf. "Het effect is nog niet zo groot dat mensen kunnen stoppen met de insuline. Het verhaal is nog niet af."

En daarbij komt nog dat er ook nadelen aan de behandeling verbonden zijn. Wie zo'n implantaat krijgt, moet net als mensen die bijvoorbeeld een levertransplantatie krijgen, middelen slikken om het immuunsysteem te onderdrukken. De cellen zijn immers vreemd voor het lichaam, en kunnen dus afgestoten worden.

Daarom wordt het ook enkel toegepast bij mensen met schommelingen die ze heel moeilijk onder controle krijgen. "Maar ook daar is er perspectief: we proberen de kapsels aan te passen, zodat ze de afstoting verminderen of verhinderen", besluit Keymeulen optimistisch.

Meer lezen? Je vindt de studie hier terug.

Meest gelezen