Als wettelijk samenwonende kan je er alleen op rekenen dat je in de gezinswoning kan blijven wonen wanneer je partner overlijdt.© getty images/istockphoto

gendergelijkheid

Wettelijk samenwonen: op het einde van de rit verliest de vrouw

Als een wettelijk samenwonend koppel uit elkaar gaat, wordt vooral de economisch zwakkere partner daar de dupe van. Vaak is dat een vrouw. Volgens erenotaris Hélène Casman bestaat er nog veel onwetendheid over het statuut van het wettelijk samenwonen.

Kubra Mayda

Het statuut van wettelijk samenwonen is minder voordelig dan het huwelijk. Vooral vrouwen zijn daar het grootste slachtoffer van. Dat blijkt uit een onderzoek dat de Vrije Universiteit Brussel en de ULiège uitvoerden op vraag van staatssecretaris voor Gelijke Kansen Marie-Colline Leroy (Ecolo).

Een van de redenen is dat vrouwen nog altijd minder vaak voltijds werken dan mannen en meer tijd besteden aan het huishouden en de zorg voor kinderen. Daardoor bouwen vrouwen minder snel een vermogen op. "Koppels kiezen zelf of ze al dan niet voor een beschermende samenlevingsvorm, zoals het huwelijk, kiezen", zegt Elisabeth Alofs, professor familiaal vermogensrecht aan de VUB die meewerkte aan het onderzoek. "De wetgever schuift de hete aardappel door naar het koppel. De partners moeten beslissen of er al dan niet sprake zal zijn van een bescherming op familierechtelijke en vermogensrechtelijke gebied."

Alimentatie

Binnen het huwelijk, en specifiek onder het wettelijk stelsel dat een gemeenschap van goederen inhoudt, bestaat er wel een vermogensrechterlijke solidariteit, zegt Alofs. "Dat houdt in dat het vermogen op het einde van de rit gedeeld wordt. De financieel zwakkere partner heeft bovendien recht op een alimentatievergoeding."

Paren die wettelijk samenwonen en uit elkaar gaan, gaan er te vaak van uit dat zij dezelfde rechten hebben als gehuwden, zeker als de relatie lang geduurd heeft. Dat is een "fundamenteel probleem", vindt erenotaris Hélène Casman. De wet kent aan koppels die wettelijk samenwonen en uit elkaar gaan, amper rechten toe. Ze hebben iets meer rechten dan wie feitelijk samenwoont, die laatsten genieten geen bescherming.

Als wettelijk samenwonende kan je er alleen op rekenen dat wanneer je partner overlijdt, je recht hebt om in de gezinswoning te blijven wonen. "Meer kent de wet niet toe. Wie meer wil erven, moet dit met de partner geregeld hebben – meestal via een testament. Het is niet omdat de successierechten bij overlijden dezelfde zijn als voor gehuwden dat de omvang van het erfrecht hetzelfde is", aldus Casman.

Bijna 39.000 verklaringen

Sinds 2011 is het aantal wettelijk samenwonenden sterk gestegen. Vorig jaar bedroeg het aantal nieuwe verklaringen 38.359. Dat is een stijging van 1,6 procent ten opzichte van het jaar voordien. Casman maakt zich daar zorgen om, "want veel van die samenwonenden doen de moeite niet om zich degelijk te informeren". "Ze nemen hun beslissing om niet te trouwen bijvoorbeeld omdat ze geen geld aan een groot trouwfeest willen besteden. Koppels kiezen dan voor de mindere oplossing, zonder te beseffen dat de wet aan de wettelijke samenwoning niet dezelfde bescherming verleent als aan het huwelijk."

"Het grotere probleem is dat er op sociaal-economisch vlak al een vermogenskloof bestaat tussen mannen en vrouwen, zoals de loonkloof en de pensioenkloof", zegt Alofs nog. "Vrouwen bevinden zich op de arbeidsmarkt al in een minder gunstige positie. Ook in het gezin is die ongelijkheid er: we weten uit eerder onderzoek dat vrouwen negen uur per week meer besteden aan huishoudelijke taken dan mannen, of ze nu werken of niet. Als een koppel dan kiest voor een niet-beschermende statuut, maakt dat de kloof alleen maar groter."

Staatssecretaris Leroy noemt de studie een "wake-upcall". "Wie binnen het statuut van “wettelijk samenwonen” minder gaat werken om te zorgen voor de kinderen of om de partner te helpen bij diens job, moet daarvoor financieel gecompenseerd worden."

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer