Fonds voor Medische Ongevallen werkt historische achterstand weg en versnelt dossierafhandeling

Het FMO, dat in april 2010 op initiatief van toenmalig minister van Sociale Zaken Laurette Onkelinx werd opgericht, wil een eenvoudigere procedure dan de gerechtelijke aanbieden aan de patiënt die een vergoeding wil voor een medisch ongeval, ongeacht de oorzaak van de geleden schade. Het beheer van de dossiers kampte jarenlang met een chronische achterstand. Uit een auditverslag van het Rekenhof in 2019 bleek dat de gemiddelde duur van de behandeling van een dossier vier jaar was.

In de loop van 2021 stelden het directiecomité en de toenmalige directeur een actieplan voor om de achterstand sneller weg te werken zonder een nieuwe op te bouwen. Zo richtten ze een taskforce op en pasten ze de structurele procedures voor de behandeling van aanvragen aan. Nog nam het FMO maatregelen om de processen en doorlooptijden te verbeteren.

Volgens het Riziv heeft het werk zijn vruchten afgeworpen. Het schat namelijk dat 80 procent van de dossiers die in 2021 zijn ontvangen in gemiddeld 16,5 maanden zijn verwerkt. Daarmee handelt het FMO nieuwe dossiers drie keer zo snel af. “Het FMO kan nu met een schone lei verder werken aan een optimale opvolging van complexe en delicate dossiers over medische ongevallen”, zegt Benoît Collin, administrateur-generaal van het Riziv.

Sinds de oprichting van het fonds zijn in totaal 6.817 dossiers ingediend. Daarvan is 87 procent afgesloten of gaf het aanleiding gegeven tot een advies. Het bedrag van de schadevergoeding bedroeg op 9 november 2023 14.880.369,95 euro voor 112 gevallen. Het Riziv spreekt over een vergelijkbare trend als de twee voorgaande jaren, terwijl het in 2020 ging om 8.455.061,17 euro voor 74 gevallen.