De algemene inflatie-vertraging komt op het conto van de energieprijzen. Die zijn op een jaar tijd 11,5 procent gedaald, een daling in dezelfde grootteorde dan in oktober. De energieprijzen waren vorig jaar omhooggeschoten door de oorlog in Oekraïne en de sterk geslonken gasleveringen van Rusland aan Europa.

Voeding, alcohol en tabak kenden met 6,9 procent de hoogste inflatie tegenover een jaar eerder, al was dit prijsverschil vorige maand nog groter (+7,4 procent). Bij diensten was er 4 procent inflatie en bij niet-industriële goederen 2,9 procent.

Ook de zogenaamde kerninflatie is teruggelopen. De inflatie exclusief de volatiele prijzen voor energie en voeding, daalde van 4,2 procent in oktober naar 3,6 procent. De kerninflatie geldt voor menig econoom als een betere graadmeter omdat die de onderliggende inflatietrend weergeeft.

België

Voor België staat een negatief cijfer in de tabellen: -0,7 procent. Eurostat hanteert evenwel een andere berekeningswijze dan de Belgische collega’s van Statbel. Woensdag raakte reeds bekend dat de inflatie in ons land uitkwam op 0,76 procent in november.

Het verschil in inflatie tussen beide methodes is te verklaren door een andere weging en samenstelling van het pakket goederen en diensten waarop deze graadmeters zijn gebaseerd. Een van de verschillen schuilt bijvoorbeeld in de gehanteerde prijs voor huisbrandolie. De Europese berekeningswijze laat een vergelijking tussen de lidstaten toe.

Werkloosheid blijft ongewijzigd

De werkloosheidsgraad in de eurozone kwam in oktober uit op 6,5 procent. Voor alle landen van de Europese Unie is dat 6 procent. De werkloosheidsgraad bleef zo stabiel. Ook de voorgaande maanden stonden beide cijfers in de tabellen. Volgens Eurostat waren er in de eurozone zowat 11,1 miljoen werklozen, of zowat 48.000 meer dan in september. Tegenover een jaar eerder zijn het er ongeveer 28.000 minder.

De verschillen tussen de landen zijn wel groot. Voor Spanje gaat het bijvoorbeeld om 12 procent, tegenover pakweg 3,1 procent in Duitsland. Voor België gaat het om 5,6 procent, tegenover 5,4 procent in november.