Direct naar artikelinhoud
Nieuws'Godvergeten'

Na ‘Godvergeten’ op RTBF lopen de meldingen ook in Franstalig België binnen: ‘Hier is duidelijk iets losgebarsten’

Beeld uit de spraakmakende documentairereeks 'Godvergeten'.Beeld VRT

De uitzending van de documentaire Godvergeten maakt ook in Wallonië heel wat reacties los. ‘Het wordt nog maar eens duidelijk dat het misbruik in de kerk niet gestopt is aan de taalgrens.’

“Al tijdens de uitzending kregen we talloze reacties via sociale media en op ons mailadres, en die reacties blijven binnenkomen", zegt Sacha Daout, journalist bij de RTBF. De Franstalige omroep zond woensdagavond in primetime twee afleveringen uit van de VRT-reeks ‘Godvergeten’ over het misbruik binnen de kerk. Na de dubbele aflevering modereerde Daout een live debat met politici, vertegenwoordigers van de kerk en getuigen die voor het eerst hun verhaal deden.

“Het gebeurt wel vaker dat we na een uitzending over zo een gevoelig onderwerp heel wat reacties binnenkrijgen", zegt Daout. “Maar wat me hier opvalt, is dat vooral veel mensen ons aanschrijven met de boodschap dat ze hun verhaal willen doen, mensen die zeggen dat ze andere slachtoffers kennen of vragen hoe ze in contact kunnen komen met de parlementaire onderzoekscommissie. Het is duidelijk dat hier iets losgebarsten is.”

Meldpunt

Ook parlementslid Mathieu Bihet (MR), die zetelt in de commissie en deelnam aan het debat op RTBF, krijgt sinds de uitzending heel wat berichten binnen. “Het zijn mensen die zeggen dat ze gechoqueerd zijn door de getuigenissen, maar net zo goed mensen die zeggen dat ze hun eigen getuigenis willen vertellen aan de commissie. Zo wordt het nog maar eens duidelijk dat het misbruik in de kerk niet gestopt is aan de taalgrens. Ook in Franstalig België zijn nog heel wat verhalen niet naar boven gekomen.”

Lange tijd kwamen er heel wat minder meldingen over misbruik van de kerk uit het zuiden van het land. In 1997 kwam er in beide landsdelen een meldpunt voor misbruik binnen de kerk. Een jaar later waren er 30 meldingen binnengekomen: 21 uit Nederlandstalig België, 9 uit het Franstalig deel. Ook bij daaropvolgende onderzoeken bleken slachtoffers uit het noorden oververtegenwoordigd. Van de 488 meldingen van misbruik die de Commissie-Adriaenssens in 2010 ontving, waren er liefst 445 Nederlandstalig en 43 Franstalig.

Vaak wordt gewezen op het verschil in kerkelijke macht in beide landsdelen. “In het kader van ons onderzoek gaven verschillende sociologen en historici aan dat de christelijke zuil in Vlaanderen in de jaren 50 tot 70 sterker vertegenwoordigd was”, zegt Karine Lalieux (PS), die in 2010 voorzitter was van de bijzondere Kamercommissie voor seksueel misbruik in de kerk. “In Vlaanderen stond de CVP sterker, terwijl in Wallonië het socialisme sterker vertegenwoordigd was, wat toch een soort tegenmacht vormde.” Dat de hele katholieke zuil in Vlaanderen sterker stond en er meer katholieke internaten waren, speelde daarin ook mee.

‘De Laatste Dictatuur’

“Wat mij opviel is de bijna absolute macht van de kerk in Vlaanderen in de periode waarin het misbruik zich afspeelde”, zei journalist en opiniemaker Alain Gerlache eerder in deze krant. “Dat heeft het gevoel bij sommigen gevoed dat zij almachtig waren, dat de kerk en priesters boven de wet stonden. Dat hebben wij in Wallonië niet op dezelfde manier gekend.”

Toch wordt vandaag steeds meer de vraag gesteld of die lezing wel klopt. Dat er in Vlaanderen meer gevallen van misbruik bekend zijn, is wellicht net zo goed een gevolg van het feit dat het publieke debat erover al langer bezig is. In 1993 kreeg het boek De Laatste Dictatuur, een kritische analyse van priester Rik Devillé over de macht van de kerk, heel wat media-aandacht in Vlaanderen - mede omdat het boek bijna zijn job als priester kostte. Dat de zaak rond Roger Vangheluwe (2010) en de voortrekkersrol van de Vlaamse kinderpsychiater Peter Adriaenssens in de commissie in Vlaanderen heel wat meer media-aandacht opleverden, leidde wellicht ook tot meer nieuwe getuigenissen.

“In Wallonië ontbreekt ook een centraal meldpunt zoals we dat in Vlaanderen hebben”, zegt Devillé. “Slachtoffers moeten zich rechtstreeks wenden tot justitie en politie of bij de kerk zelf, maar dat is een te hoge drempel. Slachtoffers kunnen zich moeilijker verenigen, en dus sijpelen die getuigenissen moeilijker door.”

Frankrijk

Ook Lalieux denkt dat in Franstalig België nog maar het topje van de ijsberg bekend is. “Uit ons onderzoek in 2010 bleek dat er in heel het land lange tijd een doofpotoperatie aan de gang was, dat getuigenissen niet serieus genomen of toegedekt werden. Dat maakt dat slachtoffers schaamte hebben. Ik heb 60-jarigen gesproken die in tranen uitbarstten, omdat ze voor het eerst hun verhaal vertelden. Dat doet me vermoeden dat we nog heel wat getuigenissen missen.”

De jongste jaren is er in Franstalig België wel een kentering bezig. Sinds 2020 is het aantal meldingen van misbruik bij de kerk er gevoelig gestegen. De grote media-aandacht voor misbruikschandalen in Frankrijk speelt daar wellicht in mee. In een enquête die de RTBF lanceerde, reageerde 66 procent van de bevraagden dat ze geloofden dat seksueel misbruik nog steeds plaatsvindt binnen de kerk.

Dat doet journalist Sacha Daout hopen dat het onderzoek naar misbruik binnen de kerk ook in Franstalig België volop op gang komt. “In die zin vond ik de reactie van de bisschop van Doornik tijdens het debat ook opvallend”, zegt Daout. “Hij zei dat hij priesters kent die de zaak nog steeds niet voldoende ernstig nemen, en beloofde dat hij de paus zou vragen om daarin in te grijpen. Dat toont toch aan dat de geesten daarover beginnen te rijpen.”