Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenIntimiteit

‘Wij zijn meerderjarig, en zelfs veel langer dan de mensen die ons verzorgen’: seks en intimiteit nog te vaak taboe op oudere leeftijd

Lieve Flour: ‘Als bewoner van een woonzorgcentrum ben je zeer afhankelijk. Dat maakt het moeilijk.’Beeld Wouter Van Vooren

Dertig procent van de zeventigplussers is seksueel actief. Maar ook seksueel geweld komt in de hoogste leeftijdscategorie vaker voor dan je zou denken: een op de twaalf ouderen maakte dat het voorbije jaar mee. ‘Een zorgkundige begon me onderaan te nadrukkelijk te wassen. Dat voelde helemaal verkeerd.’

“Ik word iedere dag gewassen en aangekleed, ik krijg eten en een bed en mijn incontinentiepad wordt op tijd vervangen”, zegt Lieve Flour (79), kunstenares en bewoner van wzc De Wending in Turnhout. “Maar voor intimiteit en seksualiteit - minstens even belangrijk voor mijn welzijn - is er veel minder aandacht in het woonzorgcentrum.”

Ze benadrukt dat er in de voorziening recent wel een aantal tegemoetkomingen zijn gebeurd. Zo is er een deurhanger ingevoerd waarmee bewoners kunnen aangeven dat ze niet gestoord willen worden. “Toch wordt er vaak gedaan alsof wij kleine kinderen zijn. Porno of friends with benefits bijvoorbeeld zien ze niet graag komen. Als er al aandacht is voor intimiteit of seksualiteit, dan alleen binnen een officiële relatie. Die betutteling vind ik vreselijk. Wij zijn meerderjarig, en zelfs veel langer dan de mensen die ons verzorgen.”

Ze schreef het voorwoord in een nieuw boek van gerontoloog Els Messelis en ouderenpsychiater Anne Nobels over seksuele gezondheid en seksueel geweld bij ouderen. “Ouderen worden nog te vaak weggezet als aseksuele wezens”, vindt Messelis. “Hoewel er de afgelopen jaren verschillende actieplannen zijn opgestart om de seksuele rechten en seksuele gezondheid van ouderen te verbeteren, zien we daar in de praktijk vaak nog te weinig van.”

Aangenomen wordt dat 30 procent van de zeventigplussers in België seksueel actief is. Het belang dat ouderen hechten aan hun seksueel welbevinden neemt ook niet noodzakelijk af wanneer ze verhuizen naar een woonzorgcentrum. “Maar door het gebrek aan privacy en de tekortschietende communicatie van zorgverstrekkers, worden ze wel geremd in hun seksualiteitsbeleving”, zegt de gerontoloog.

Het boek Onbekend, dus onbestaand? bundelt een aantal getuigenissen van ouderen over seksualiteit. Een single vrouw vertelt over negatieve reacties in het wzc wanneer ze in haar kamer naar porno kijkt. Als ze haar pc meegeeft voor reparatie, worden bepaalde websites zelfs geblokkeerd.

In een ander woonzorgcentrum is er wel aandacht voor seksualiteit: zorgverleners schaffen een seksspeeltje aan voor een mannelijke bewoner en nodigen op zijn vraag een sekswerker uit. Maar de openheid van het rusthuis wordt afgestraft door de familie van de bewoner: zijn kinderen weigerden de extra kost op de maandelijkse factuur te betalen.

Spinazie en puree

“Er bestaat bij oudere volwassenen veel schroom om over seksualiteit te praten”, zegt ergotherapeute Liesbeth Delbeke. “Toch merk ik dat ze dat wel willen, als ze zich veilig voelen. Bepaalde activiteiten -zoals brieven schrijven naar hun overleden partner - maken dat mensen loskomen om ook te spreken over hun liefdesleven en lichamelijke behoeften.”

Langs de andere kant vinden zorgverleners het ook niet makkelijk om te praten over seksualiteit. Onderzoek wees uit dat zeven op de tien zorgverleners tijdens hun werk in woonzorgcentra weleens geconfronteerd worden met seksualiteit van bewoners, maar dat een op de vier niet weet wat doen in dergelijke situatie.

Met een deurhanger kunnen bewoners van wzc De Wending in Turnhout aangeven dat ze niet gestoord willen worden.Beeld Wouter Van Vooren

Els Messelis pleit ervoor om seksualiteit te bespreken op vaste momenten, zoals tijdens preventieve onderzoeken of gewoon tijdens het kennismakingsconsult. “Als er gevraagd wordt of een nieuwe bewoner graag spinazie en puree lust, kan er toch ook gepolst worden naar zijn seksuele gezondheid?”, zegt de gerontoloog. “Door op een verbindende manier in gesprek te gaan, kunnen we komen tot een warme zorg met respect voor de seksuele rechten van oudere volwassenen.”

Zelfs voor de bewoners die een relatie hebben, is het beleven van hun seksualiteit in het wzc niet evident. “Hier lopen vaak mensen binnen en buiten. Soms wil je gewoon even met zijn tweetjes zijn”, zegt Raf (79), die in woonzorgcentrum De Oever in het West-Vlaamse Staden woont.

Op zijn nachttafeltje staat nog het Valentijnsmenu in het wzc - tapa’s om te delen, gebraad en tiramisu van rode vruchten als toetje - als herinnering aan een tête-à-tête met zijn vriendin.

Als zij in het weekend op bezoek komt, zet ze ‘niet storen’ op de deurhanger. Voor extra privacy sluit het koppel ook nog de schuifdeuren naast zijn bed. “ Stel je voor dat de verpleegster binnenkomt als we bezig zijn”, zegt Raf.

In onze buurlanden is volgens Messelis meer openheid ten aanzien van seksualiteit. Een Nederlandse student ontwierp enkele jaren geleden hulpmiddelen om het seksleven van ouderen comfortabeler te maken: een loopkruk die eenvoudig te ‘transformeren’ is in een statief voor het been, en een rollator die mee kan bewegen. Hoewel er volgens Messelis ook bij ons vraag is naar dergelijke hulpmiddelen, is het aanbod in Vlaamse thuiszorgwinkels onbestaande.

Een dame met haar robotkat. ‘Jij bent mijn vriend’, klinkt het.Beeld Wouter Van Vooren

Grensoverschrijdend gedrag

Ouderen blijken bovendien een vergeten groep als het gaat om seksueel geweld. Voor haar doctoraat peilde ouderenpsychiater Anne Nobels bij een groep van 513 70-plussers naar hun ervaringen.

Uit de bevraging bleek dat één op de twaalf in het jaar voor de enquête (2019) slachtoffer werd van seksueel geweld. Bij de grootste groep (1 op de 15) ging het om seksuele intimidatie zonder fysiek contact. Bij 1 op de 30 was er sprake van ‘hands-on’ seksueel geweld, zoals aanranding of verkrachting. “Ik heb geen juridische definitie gehanteerd, maar een gezondheidsdefinitie waarbij de nadruk ligt op het individuele en subjectieve gevoel van het slachtoffer”, verduidelijkt Anne Nobels.

Lieve Flour, de bewoonster van woonzorgcentrum De Wending in Turnhout, begrijpt wat Anne Nobels daarmee bedoelt. “Toen ik hier nog niet lang woonde, begon een zorgkundige me onderaan te nadrukkelijk te wassen”, vertelt ze. “Het voelde helemaal verkeerd. Toen hij mijn blik zag, hield hij er gelukkig mee op. Hij mompelde iets over ‘dat het wel proper moest zijn’. Maar ik vond het erg ongepast.”

Toch durfde de 79-jarige vrouw in de voorziening destijds niet aankaarten wat ze tijdens de wasbeurt had aangevoeld. “Het blijft een heel subjectief gevoel. Ik was naakt en ik moest gewassen worden. Waar eindigt de zorg, en waar begint grensoverschrijdend gedrag? Zoiets kun je nooit bewijzen. Bovendien zou ik de dag erna weer gewassen worden, en misschien weer door dezelfde zorgverlener. Als bewoner van een woonzorgcentrum ben je zeer afhankelijk. Dat maakt het moeilijk.”

Ook buiten het woonzorgcentrum komt grensoverschrijdend gedrag voor. Een 86-jarige vrouw die enkele jaren geleden naar de Antwerpse Linkeroever verhuisde, kreeg na haar verhuis briefjes van iemand uit de buurt. “Hij vond mij een mooie vrouw, en vroeg of we konden afspreken”, vertelt ze. “Ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik niet op zoek was naar een relatie, maar hij bleef aandringen en me seksuele voorstellen doen. Omdat hij wist waar ik woonde, vond ik dat heel bedreigend.”

Pas toen ze haar dochter in vertrouwen nam en zij de man aansprak, hield hij op. “Ik voel me nog altijd beschaamd”, vertelt ze daarover.

Onderzoek toont aan dat ouderen, zowel thuiswonend als in woonzorgcentra, het erg moeilijk vinden om te praten over hun ervaringen met seksueel geweld. Minder dan de helft (40 procent) van de oudere slachtoffers onthulde hun ervaringen aan hun informeel netwerk (partner, familieleden, vrienden). Slechts 6 procent zocht professionele hulp en 4 procent diende klacht in bij de politie.

Uit andere onderzoeken blijkt dat het aantal meldingen van grensoverschrijdend gedrag bij ouderen erg laag is. “Ze zijn er vaak zelf niet uit of ze nu slachtoffer zijn”, zegt Anne Nobels. “Ze krijgen moeilijk verwoord wat er gebeurd is en schamen zich erover.”

Als ouderenpsychiater weet Anne Nobels hoe groot de lichamelijke en emotionele gevolgen kunnen zijn. “Veel oudere slachtoffers geven zichzelf de schuld. Ze vinden zichzelf vaak ook te oud om nog hulp te vragen of te krijgen. Ze zien vaak maar één optie: aanvaarden wat er gebeurd is en hun verhaal alleen dragen.”

Nog complexer wordt het als mensen dementeren. Wetenschappelijk onderzoek over seksueel geweld is er bij die groep nauwelijks. “We weten dat mensen met dementie een groter risico hebben om slachtoffer te worden van emotioneel en fysiek geweld, van financieel misbruik en verwaarlozing. Allicht geldt dat ook voor seksueel geweld”, zegt Els Messelis. “ Ook bij deze groep is het belangrijk om het slachtoffer serieus te nemen.”

“Het is een heel aparte problematiek”, beaamt ergotherapeute Liesbeth Delbeke. “Als het geheugen wegvalt, blijft de nood aan aanrakingen en intimiteit bestaan. Ik bied massages en gelaatsverzorging aan. Voor sommige bewoners biedt een pop of een robotkat een oplossing.”

‘Schatteke’

In De Oever gaan we langs bij een dame die heel haar leven katten heeft gehad. Als de robotkat begint te spinnen, streelt ze zachtjes over het hoofd van het dier. “Jij bent mijn vriend”, fluistert ze.

In de gang noemt een mannelijke bewoner de ergotherapeute “zijn schatteke”, als we voorbijkomen. Hij steekt zijn armen uit, om haar een knuffel te geven.

De behoefte aan intimiteit heeft ook een keerzijde, weet Liesbeth Delbeke. “Sommige bewoners, vaak zijn dat personen met dementie, zijn hun remmingen kwijt. Als je hier werkt, weet je welke bewoners risicogedrag vertonen. Bij het aankleden ga ik altijd achter hen staan, uit de buurt van hun handen. Als ze toch eens iets proberen, probeer ik dat met humor op te lossen. Het is part of the job, iets waar je als zorgverlener mee moet kunnen omgaan.”

“Het is belangrijk dat we elkaars grenzen leren kennen", zegt Messelis. “En dat die gerespecteerd worden.”

Anne Nobels en Els Messelis, ‘Onbekend, dus onbestaand? Seksuele gezondheid en seksueel geweld bij oudere volwassenen’, Uitgeverij Politeia, 30 euro.