Direct naar artikelinhoud
GetuigenisLust en liefde

‘De grote liefde van mijn leven ben ik kwijt, maar de liefde zelf heb ik nog niet opgegeven’: Said leidt al jaren een dubbelleven

‘De grote liefde van mijn leven ben ik kwijt, maar de liefde zelf heb ik nog niet opgegeven’: Said leidt al jaren een dubbelleven
Beeld Sammy Slabbinck

Al heel jong wist Said (31) dat hij niet op meisjes viel. Maar hij wil zijn moeder niet teleurstellen en is bang om een outcast in de Marokkaanse gemeenschap te worden. Zo is hij in een spagaat terechtgekomen: ‘Tijdens die acht jaar dat ik een relatie had, hield ik mijn twee werelden krampachtig uit elkaar.’

“Ik zat nog op de lagere school toen ik merkte dat ik weinig aansluiting vond bij de jongens om me heen. Ik begreep hun stoere praatjes niet en snapte niet waarom ze altijd zo negatief praatten over meisjes. Zelf speelde ik met allebei, jongens en meisjes. Later op de middelbare school datete ik met meisjes, dat sprak vanzelf, ook al wist ik toen al dat ik me op die manier niet tot hen aangetrokken voelde. Maar ik moest ze een kans geven, vond ik, de scheidslijnen binnen seksualiteit waren immers allang niet meer zo strikt als ze ooit waren, en wat niet was kon misschien nog komen.

“Op een dag zat ik in de zetel met mijn moeder. We zaten allebei in een hoek met een kop thee en mijn moeder vroeg: je bent zo somber, ben je verdrietig, depressief? Ik keek haar aan en zei: ‘het spijt me, ik ga je nooit gelukkig kunnen maken’. Meer zei ik niet en ze vroeg ook niet door, zij was bang voor antwoorden die ze niet horen wilde en ik was bang voor confrontatie. Maar ze begreep wat ik zeggen wilde, al vanaf mijn geboorte was al haar hoop op mij gevestigd. Mijn moeder heeft geen gemakkelijk leven gehad, nu was het mijn beurt, als oudste zoon, om haar dromen waar te maken. Veel vroeg ze niet: ze verlangde naar een schoondochter en kleinkinderen, dat ik in de buurt zou komen wonen met mijn gezin en bijvoorbeeld iedere maandagmiddag even langs zou komen, en dat zij dan elke woensdagmiddag even bij ons langs zou komen. Meer wilde ze niet, dit was genoeg om haar eigen problemen met mijn vader, die gek op haar is maar het haar lastig heeft gemaakt, te compenseren. Mijn moeder en ik houden zeer veel van elkaar, we kunnen elkaar lezen. Als oudste zoon was ik altijd haar grote steun. Die middag kropen we naar elkaar toe op de bank en knuffelden. Allebei wisten we dat haar dromen altijd dromen zouden blijven.

“De jaren erop heb ik steeds beseft: als ik mezelf niet wil verloochenen en mijn seksualiteit wil ontdekken, raak ik met iedere stap die ik dichter bij ‘mezelf’ kom, verder van mijn moeder. Mijn vader is stiller maar houdt ook van me. Het is niet gebruikelijk in de Marokkaanse gemeenschap om dat te zeggen tegen je kind, maar mijn ouders doen dat, iedere dag.

“Voor mij is dat zowel een zegen als een vloek. Tussen mijn achttiende en mijn tweeëntwintigste ben ik gaan daten met jongens. Maar de jongens die ik op Grindr ontmoette waren veel verder dan ik, veel zelfbewuster, ik stond nog steeds met één been diep in mijn familieconventies, met het andere been wilde ik rennen, die nieuwe wereld in. Ik sprak er met niemand over, de jongens die ik datete begrepen mijn dilemma niet. Niet dat ze me laf noemden, ze vonden dat ik het me moeilijker maakte dan nodig omdat ik mijn ouders wilde sparen en geen duidelijke keuze wilde maken. En zo keerde ik weer terug naar een soort limboland, een mistige plek waar ik alleen was en kon denken. Ik zocht opnieuw de stilte op, precies zoals ik had gedaan toen ik als kind urenlang in mijn eentje in mijn kamer zat.

“Tot ik op mijn tweeëntwintigste voor het eerst verliefd werd. Ik ontmoette hem op Grindr, hij was vier jaar jonger dan ik. We spraken af in het station. Ik zat al in de tram terug naar huis in de veronderstelling dat hij toch niet meer zou opdagen, toen hij stuurde dat hij in de grote hal stond. Daar was hij: de mooiste jongen die ik ooit had gezien, groene ogen en bruin haar. Hij was zijn hele leven zijn woonplaats nauwelijks uit geweest, dus ik liet hem de mijne zien, vol terrassen en straten waarvan hij alleen de naam vaag kende.

“Aan het einde van de middag bracht ik hem terug naar het station, nadat we bij mij thuis in de deuropening hadden gekust. Op mijn fiets reden we de stad door, kriskras, hij achterop. Met een hand tastte ik achter me. Hij greep die vast en tien dagen later hadden we verkering. Ik was zo gelukkig, voor het eerst in mijn leven viel ik samen met mezelf. Al die jaren op de middelbare school dat ik over geaardheid had zitten googelen, al die voorlichtingsavonden waar ik nooit naartoe ben gegaan, omdat ik wist dat ik me daar thuis zou voelen en omdat precies dát het enge was. Al die avonden van denken en piekeren en nu was hij daar: mijn grote liefde.

“Acht jaar zijn we samen geweest, maar mijn ouders heeft hij maar een paar keer gezien. Ik herinner me dat mijn moeder eens zei: je zit wel erg vaak met die jongen te sturen. Ik wist niet wat ik moest zeggen. Een keer zag ze dat ik een foto van hem als achtergrond op mijn telefoon had ingesteld, en ik stond met mijn mond vol tanden. Ze zei: het is niet erg om een tijdje te experimenteren, maar nu is het tijd om serieus te worden. Meer dan eens heb ik gedacht: misschien moet ik trouwen met een Marokkaanse lesbische vrouw, zodat we allebei onze gang kunnen gaan.

“Wie van ons beiden het meest de dupe is van mijn homoseksualiteit in een Marokkaanse gemeenschap, mijn moeder of ik, ik zou het niet kunnen zeggen. Al die acht jaar dat ik een relatie had, hield ik mijn twee werelden krampachtig uit elkaar. In mijn stad ben ik uit de kast, maar ik zet nooit iets op social media. Mijn vriend heeft me altijd gesteund, maar ik wilde hem niet opzadelen met mijn dilemma, dat wilde ik zelf dragen. Die spagaat werd ons fataal; een paar maanden geleden zijn we uit elkaar gegaan. Ik ben inmiddels in therapie, ik zie mijn ouders minder vaak. Ik heb nog nooit hardop gezegd: mama, ik val op mannen. Wel: ik ga nooit trouwen. De grote liefde van mijn leven ben ik kwijt, maar de liefde zelf heb ik nog niet opgegeven.”