Zingen is cruciaal voor taalontwikkeling baby’s: “Kinderliedjes maken verschil voor de basis”

Uit het onderzoek blijkt dat baby’s in de eerste maanden van hun leven taal leren op basis van ritmische informatie zoals tonen die omhoog en omlaag gaan. “Ouders moeten daarom zoveel mogelijk met hun baby’s praten en zingen, zoals kinderliedjes- of rijmpjes, omdat dit een verschil zal maken voor de taalresultaten”, zegt neurowetenschapper Usha Goswami.

Eerder werd gedacht dat baby’s vooral taal leren door de verschillende geluiden van letters te herkennen en die vervolgens samen te voegen. Die fonetische informatie beginnen baby’s echter pas vanaf de leeftijd van 7 maanden te leren en dat is volgens onderzoekers te laat en te langzaam om voor een goede taalbasis te zorgen.

Ritmische spraak helpt baby’s veel sneller en beter taal te leren, doordat de grenzen van woorden worden benadrukt. “Kinderen kunnen ritmische informatie gebruiken om daar later fonetische informatie aan toe te voegen”, zegt Goswami. “Ze kunnen bijvoorbeeld leren dat het ritmepatroon van woorden vaak eerst sterk en dan zwak is, zoals in ‘papa’ of ‘mama’, met de klemtoon op de eerste lettergreep.”

Volgens de neurowetenschapper kunnen ze zo’n ritmepatroon gebruiken om te raden waar het ene woord eindigt en het andere woord begint. Ritme en toon vormt daarom “de verborgen lijm voor een goede taalontwikkeling”.

Daarnaast zeiden de onderzoekers dat dyslexie en taalontwikkelingsstoornissen waarschijnlijk ook eerder verband houden met ritme dan met het verwerken van fonetische informatie.

“Verder onderzoek bij baby’s die risico’s lopen op stoornissen in het leren van taal door genetische factoren zou daarom zeer waardevol zijn”, is te lezen in het onderzoek.

Dat baby’s sterk reageren op ritme en muziek blijkt ook wel uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en het Hongaarse HUN-REN Research Centre for Natural Sciences. Die wetenschappers concludeerden onlangs dat baby’s al vlak na de geboorte de beat in muziek waarnemen.

In een experiment met 27 pasgeboren baby’s werden de hersengolfmetingen van de kindjes onderzocht terwijl ze sliepen en via een koptelefoon beats te horen kregen. Uit de resultaten bleek dat de baby’s de beat hoorden als het tijdsinterval tussen de slagen steeds gelijk was. Toen de onderzoekers hetzelfde patroon lieten horen met onregelmatige tijdsintervallen, namen de baby’s geen beat waar.

“Dit cruciale verschil bevestigt dat het kunnen horen van de beat aangeboren is en niet simpelweg het gevolg is van aangeleerde geluidsreeksen”, zegt een van de Hongaarse onderzoekers István Winkler. “Onze bevindingen suggereren dat het een specifieke vaardigheid is van pasgeborenen en maken duidelijk hoe belangrijk baby- en kinderliedjes zijn voor de auditieve ontwikkeling van jonge kinderen.”