In de dagen voor de aanval van Hamas op Israël, waarbij zo’n 1.200 doden vielen, werd ongebruikelijk veel aan “short-selling” van Israëlische aandelen gedaan. Dat blijkt uit onderzoek van rechtenprofessoren Robert Jackson Jr van de New York University en Joshua Mitts van de Columbia University. “Dagen voor de aanval leken beleggers te anticiperen op de gebeurtenissen die zouden komen”, schrijven ze in hun 66 pagina’s tellende rapport, waarover de Israëlische nieuwssite The Marker eerst berichtte.

Short-selling – waarbij beleggers verwachten dat de aandelenkoers zal dalen waardoor ze aandelen tegen een lagere prijs en met winst kunnen terugkopen – overtrof in de dagen voor 7 oktober tal van andere crisisperiodes. Het gaat dan onder meer om de recessie na de financiële crisis in 2008, de oorlog tussen Israël en Gaza in 2014 en de coronapandemie.

862 miljoen winst op bankaandelen

Als voorbeeld halen de onderzoekers onder meer aan dat short-selling van een beleggingsfonds dat de beursindex van de Israëlische aandelenbeurs volgt, het MSCI Israel Exchange Traded Fund, “plots en aanzienlijk piekte” op 2 oktober.

“En vlak voor de aanval nam short-selling van Israëlische effecten op de Tel Aviv Stock Exchange (TASE) dramatisch toe.” Alleen al daaraan kan ruim 100 miljoen dollar winst gemaakt zijn, klinkt het.

Op aandelen van Leumi, de grootste bank van Israël, zou op die manier dan weer 862 miljoen winst gemaakt zijn. De aandelenkoers van Leumi daalde op 8 oktober met bijna 9 procent.

Opvallend genoeg was er ook een piek in short-selling op 3 april, toen Hamas naar verluidt aanvankelijk een aanval op Israël aan het plannen geweest zou zijn.

De Israëlische autoriteiten voeren een onderzoek.