onderwijs

Vlaamse 15-jarigen scoren erg slecht in Pisa-onderzoek: dalende trend zet zich door bij Nederlands, wiskunde en wetenschappen

Vlaamse 15-jarigen scoren opnieuw minder goed voor wiskunde, Nederlands en wetenschappen. Dat blijkt uit het internationale Pisa-onderzoek. Zowel op korte als lange termijn gaan de kennis en vaardigheden erop achteruit.

Klaas Maenhout yda

Wie goed nieuws verwachtte, stopt maar beter met lezen. De resultaten van de nieuwe Pisa-onderzoeken zijn opnieuw een zware klap voor het Vlaamse onderwijs. Vijftienjarigen in Vlaanderen scoren slechter op de drie domeinen die de Oeso meet: Nederlands, wiskunde en wetenschappen. Vlaanderen blijft bij de beste Europese regio’s, maar kent wel de sterkste achteruitgang.

Voor wiskunde en lezen is de dalende trend de voorbije vier jaar versterkt. Zeker bij leesvaardigheid gaan we er fors op achteruit: van een score van 502 in 2018 naar 483. Bij wiskunde scoren de leerlingen 501, dat was de vorige keer nog 518. Bij wetenschappen daalt de score van 510 naar 499.

Die daling is moeilijk om te zetten in concreet leerverlies. In theorie komt een daling van 20 scorepunten over de Oeso-landen heen neer op één jaar scholing. Maar onderzoeker Nele Warlop (UGent) benadrukt dat die oefening niet één op één naar de Vlaamse context vertaald kan worden.

Erg belangrijk: het aantal toppresteerders daalt opnieuw. Voor wiskunde scoort in 2022 nog 15 procent erg goed, in 2003 was dat nog 34,4 procent. Bij lezen en wetenschappen heeft Vlaanderen zelfs amper toppresteerders – beide liggen rond de 7 à 8 procent. Voor wetenschappen is de daling een recente trend.

Vooral het aantal leerlingen dat de basis niet haalt, neemt toe. Het gaat om bijna een kwart van de leerlingen, zowel voor wiskunde (22,4 procent), Nederlands (23,9 procent) als wetenschappen (20,9 procent). De achteruitgang is er in aso, tso, bso en kso.

Thuis Nederlands spreken bevordert score

Een ontluisterende vaststelling in Pisa is dat de kloven waar Vlaanderen mee kampt, maar niet kleiner worden. De prestatiekloof tussen sociaal kwetsbare en geprivilegieerde leerlingen blijft bestaan. Van leerlingen met een hoge SES (sociaaleconomische situatie) behoort slechts 6 procent tot de laagpresteerders. Bij jongeren uit een lage SES is dat 41 procent.

Ook de kloof tussen leerlingen met en zonder migratieachtergrond is dubbel zo groot als elders in de Oeso. Het gaat om meer dan 50 punten. Als leerlingen thuis Nederlands spreken, halen ze wel een opvallend betere score. In de Vlaamse steekproef zaten wel meer leerlingen met een migratieachtergrond (18 procent) dan gemiddeld in de Oeso (13 procent).

Opvallend: de kloof tussen jongens en meisjes verdwijnt voor wiskunde. Jongens waren traditioneel beter dan meisjes in wiskunde, maar dat is niet meer zo. Het omgekeerde blijft wel gelden: meisjes scoren een pak beter voor lezen.

Bij al die kloven is evenwel een trend duidelijk: zowel de sterke als zwakke presteerders gaan erop achteruit.

Coronapandemie geen excuus

‘Niemand moet uitvluchten of excuses zoeken voor deze resultaten’, zegt minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). ‘Ook de coronapandemie is geen excuus. Die sloeg ook toe in andere landen en toch gaan onze leerlingen sterker achteruit. Iedereen moet erkennen dat de besliste hervormingen nodig zijn, ook al zijn ze soms pijnlijk en gaat het per definitie traag.’

Weyts wees ook naar het ‘migratie-effect’. ‘Het belang van het Nederlands is bijzonder groot’, stelt hij. ‘Een grote groep jongeren uit het basisonderwijs komt thuis niet meer met Nederlands in contact. We hopen dat het belang van Nederlands stilaan duidelijk is.’

Het Pisa-onderzoek is in handen van de Oeso, de organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Het is nog meer dan andere testen, zoals Timss en Pirls, de internationale referentie als het gaat om onderwijskwaliteit. Dat komt vooral omdat de test in Vlaanderen een van de weinige echte graadmeters is. De testen worden sinds 2000 afgenomen. Aan het nieuwe onderzoek namen 81 landen en regio’s deel. Vlaanderen en Wallonië nemen apart deel. In Vlaanderen werden zo’n 5.000 leerlingen getest.