Vlaamse 15-jarigen scoren alweer slechter in internationaal onderwijsonderzoek

Brussel -

De Vlaamse 15-jarigen scoren in het nieuwste PISA-onderzoek slechter dan in de vorige rapporten. Voor zowel wiskunde, lezen als wetenschappen is die daling significant. Al scoren de beste presteerders in wiskunde internationaal nog zeer hoog.

Liliana Casagrande

PISA is een onderzoek dat sinds 2000 om de drie jaar wordt gevoerd in zowel 37 OESO-landen als in 44 partnerlanden. Het vorige onderzoek dateert van 2018, het nieuwste - dat vanochtend is voorgesteld - is gebaseerd op testen afgenomen in 2022. Wegens corona is er namelijk een jaar overgeslagen. In Vlaanderen hebben 4.714 leerlingen uit 172 scholen deelgenomen. De testen focussen op wiskunde, wetenschappen en lezen. De Vlaamse resultaten gaan significant achteruit voor lezen, wiskunde en wetenschappen. In elk PISA-onderzoek wordt één thema grondiger bekeken, dat jaar wordt dan als referentiejaar aangeduid. Voor wiskunde is dat 2003, voor lezen 2009, voor wetenschappen 2006.

De resultaten worden uitgedrukt in punten. De punten omzetten in jaren scholing is niet eenvoudig. Internationaal wordt 20 punten aanzien als één jaar scholing. Een daling van 20 punten zou dus één jaar verlies betekenen. Maar aangezien deze maatstaf is berekend voor alle OESO-landen vinden de wetenschappers van de vakgroep Onderwijskunde van de Universiteit Gent - die in Vlaanderen instaan voor PISA - dit niet zo’n betrouwbare berekening.

Wiskunde

De gemiddelde prestatie van Vlaanderen voor wiskunde bedraagt 501 punten. Amper 7 landen scoren beter. Internationale koploper is Singapore. Dat is dus zeer goed, maar tegelijkertijd een stuk slechter dan in 2018. De 15-jarige toppers hebben namelijk in die vier jaar 17 punten verloren. Als we kijken naar de lange termijn dan blijkt dat de Vlaamse 15-jarigen tussen 2003 en 2022 maar liefst 52 punten verliezen. Een sterkere daling dan het OESO-gemiddelde (min 22 punten).

We verliezen toppers en we groeien in aantal jongeren dat de basisvaardigheden niet onder de knie heeft. In 2003 hadden we nog 34 procent toppers, in 2022 is dat afgeslankt tot 15 procent. Dat grote verschil is volgens onderzoekers te verklaren door het feit dat leerlingen toen vaker in richtingen zaten met één uur extra wiskunde. In diezelfde periode is trouwens ook het aantal laagpresteerders verdubbeld naar 22 procent.

Lezen

De gemiddelde prestatie voor Vlaanderen voor lezen bedraagt 483 punten, Vlaanderen staat daarmee op de 14de plaats. Op de eerste prijkt - alweer - Singapore. Tussen referentiejaar 2009 en 2022 daalt de Vlaamse prestatie met maar liefst 36 punten. Dat is een sterkere daling van het OESO-gemiddelde van min 17 punten.

Vlaanderen beschikt over 7,7 procent toppresteerders voor lezen en over bijna 24 procent laagpresteerders.

Wetenschappen

De gemiddelde prestatie van Vlaanderen voor wetenschappen bedraagt 499 punten. Vlaanderen staat op de 11de plaats.

Tussen referentiejaar 2006 en 2022 daalde de Vlaamse prestatie met 30 punten. Dat is een sterkere daling dan het OESO-gemiddelde van min 12 punten.

Voor wetenschappen beschikt Vlaanderen over 8,7 procent toppresteerders en 20,9 procent laagpresteerders.

Sterke versus zwakke leerlingen

De kloof tussen sterke en zwakke leerlingen is in Vlaanderen groot. Tussen de 10 procent sterkste en de 10 procent zwakste leerlingen gaapt er een gat van maar liefst 260 punten. Veel meer dan het OESO-gemiddelde van 235 punten. Die kloof is tussen 2018 en 2022 weliswaar niet groter geworden. Voor wiskunde en lezen gingen de prestaties van zowel de sterke als de zwakke leerlingen er significant op achteruit.

Migratiestatus

In de meeste OESO-landen presteren autochtone leerlingen significant beter dan leerlingen met een migratieachtergrond. Voor OESO heeft iemand een migratieachtergrond als de leerling zelf of beide ouders geboren zijn in het buitenland. Dus als één ouder hier is geboren, wordt die leerling beschouwd als autochtoon. Dat is een scherpere definitie dan vaak in andere onderzoeken wordt gehanteerd. Van de Vlaamse studenten die hebben meegewerkt aan de steekproef heeft 18 procent een migratieachtergrond, meer dan het OESO-gemiddelde van 13 procent. Vlaanderen hoort tot de groep landen met de grootste kloof tussen autochtone leerlingen en leerlingen met een migratieachtergrond, een verschil van maar liefst 61 punten (514 punten voor autochtone leerlingen, 453 voor de leerlingen met een migratieachtergrond). Gecorrigeerd op sociale afkomst verkleint die kloof tot 28 punten. Maar als thuis Nederlands wordt gesproken dan is dat verschil niet meer significant. “Een lichtpunt”, vindt onderwijsminister Ben Weyts.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer