Klacht van nabestaanden roofmoord over "respectloze" rechter is gegrond, zegt Hoge Raad voor Justitie

De Hoge Raad voor de Justitie heeft een klacht tegen de voorzitter van de strafuitvoeringsrechtbank in Gent gegrond verklaard. De klacht werd ingediend door de familie van Gert Van Roy, die slachtoffer werd van een roofmoord. Op een zitting van de strafuitvoeringsrechtbank zou de voorzitter de dochter van Gert "respectloos" toegesproken hebben. De familie wil dat er tuchtmaatregelen genomen worden.

Op 18 juli 2001 wordt Gert Van Roy door twee twintigers overvallen en overmeesterd op de parking van een golfclub in het Antwerpse Lille, waar hij barman was. De twee nemen Van Roy (samen met een derde kompaan) mee naar de Antitankgracht in Brasschaat, waar ze hem mishandelen en uiteindelijk doodschieten. Met zijn bankkaart spenderen ze vervolgens duizenden euro's aan drank en dure spullen. De drie worden opgepakt en in 2003 veroordeeld tot levenslange opsluiting. 

De rechter erkent dat ze de gevoeligheid van de situatie beter had moeten begrijpen

De Hoge Raad voor de Justitie

Strafuitvoeringsrechtbank?

De afgelopen jaren verschenen de drie verschillende keren voor de strafuitvoeringsrechtbank, die moet een beslissing nemen als de daders bijvoorbeeld vragen om vervroegd vrij te komen. Een van hen is al een tijd weer uit de gevangenis, na 11 jaar in de cel te hebben gezeten. Een andere dader mag overdag de gevangenis verlaten.

Op 13 juli dit jaar was er opnieuw een zitting van de strafuitvoeringsrechtbank, omdat een derde dader had gevraagd om vrij te komen met een enkelband. Ook de familie wordt op de zittingen uitgenodigd om zich uit te spreken over bijkomende voorwaarden die eventueel opgelegd zouden kunnen worden. Maar net toen de familie op de zitting het woord wilde nemen, liep het mis. 

"Wie ben jij? Jij hoort hier helemaal niet te zijn", zou de voorzitter Lies - de dochter van Gert, op het moment van de feiten maar 7 maanden oud - hebben onderbroken. Hoewel Lies een officieel slachtoffer is, en haar naam ook op de uitnodigingsbrief stond, zou de rechter hebben volgehouden dat ze daar niet mocht zijn. "Degoutant", noemde Leo Van Roy het optreden van de rechter. De familie diende klacht in bij de Hoge Raad voor de Justitie. In 2014 deden ze dat ook al eens, na een gelijkaardig incident, de Raad verklaarde de klacht toen ongegrond.

De betrokken rechter begrijpt waarom dit voor verwarring heeft gezorgd

De Hoge Raad voor de Justitie

Uitspraak Hoge Raad

Dit keer verklaart de Nederlandstalige advies- en onderzoekscommissie van de Hoge Raad de klacht wel gegrond. Uit de motivering van de commissie valt af te leiden dat de rechter op gesprek is moeten komen en dat ze gezegd heeft dat het niet haar intentie was om "denigrerend", "respectloos" of "onbeleefd" te zijn. 

"De betrokken rechter bevestigt dat ze de namen van de aanwezige slachtoffers had moeten nagaan op het moment dat zij de zittingszaal betraden", staat er te lezen in de motivering van de Hoge Raad. "Ze begrijpt waarom dit voor verwarring heeft gezorgd en erkent dat ze de gevoeligheid van de situatie beter had moeten begrijpen en dat ze haar communicatie had moeten aanpassen."

De uitspraak van de Hoge Raad voor de Justitie heeft geen juridische gevolgen. Er is een gesprek gepland tussen de familie en de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Gent (de "chef" van de rechter in kwestie). De familie wil dat de voorzitter de betrokken rechter een tuchtsanctie oplegt. 

Meest gelezen