Katholieke onderwijskoepel vraagt meer geld voor laptops: "Moesten zelf 68 miljoen bijleggen"

Om de digitalisering in het onderwijs te versnellen, lanceerde Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) in 2021 de zogenoemde digisprong. Daarmee moet elke leerling vanaf het vijfde leerjaar een eigen laptop kunnen gebruiken. In het basisonderwijs staan computers gratis ter beschikking, secundaire scholen kunnen laptops in bruikleen geven, verhuren of verkopen.

Om dat te realiseren, kwam de Vlaamse regering voor zo’n 510 euro per laptop tussen, maar dat was volgens Boeve onvoldoende. “De meeste laptops kosten tussen de 560 en 600 euro. Dat alleen al is een meerkost van 20 tot 48 miljoen euro. Er waren ook 17.500 leerlingen meer dan voorzien, goed voor nog eens 10 miljoen euro extra.”

Voeg daarbovenop een tekort aan middelen voor leraren toe en er was in totaal 68 miljoen euro die scholen bijkomend moesten investeren.

Dat geld kwam voornamelijk uit eigen werkingsmiddelen of werd doorgerekend via de schoolfactuur. “Of een laptop niet voordeliger kan? Moeilijk”, aldus Boeve. “Er bestaan inderdaad goedkopere Chromebooks, maar er schortte wat aan hun privacybeleid. Dat zei ook de Vlaamse toezichthouder.”

Indien mogelijk worden laptops van afstuderende leerlingen doorgegeven, maar veel langer dan drie à vier jaar gaat een computer die intensief wordt gebruikt niet mee. “Ook daarmee werd te weinig rekening gehouden. Eigenlijk vraagt dat een jaarlijkse investering van 100 miljoen euro – 123 miljoen euro als je er de laptops van leerkrachten bijtelt.” In de onderwijsbegroting van 2024 is slechts 33 miljoen voorzien voor onderhoud.

En dus houdt Katholiek Onderwijs Vlaanderen zijn hart vast voor de toekomst. “We vragen ons af of elke leerling vanaf het vijfde leerjaar een laptop kan blijven krijgen”, geeft Boeve toe.

“Nochtans zijn vandaag zowel leerlingen als ouders eraan gewend dat de school een laptop voorziet. Soms moesten ze dan wel een kleine bijdrage leveren, maar we komen van een tijd waarin alles volledig zelf moesten worden betaald. We willen aan deze nieuwe gewoonte tegemoet kunnen blijven komen.”

Bovendien gelooft Boeve in het nut van digitalisering in het onderwijs. “Het is geen digitalisering om te digitaliseren. Er zijn tegenwoordig heel wat tools en apps die het leren kunnen ondersteunen. Ook artificiële intelligentie verliezen we niet uit het oog.”

Daarom doet de onderwijskoepel een oproep naar de volgende Vlaamse regering om de digitalisering te verduurzamen, “zodat de facturen niet bij de scholen en de ouders komen te liggen”.

Het vraagt ten slotte ook een structurele oplossing met minder administratieve lasten. “De invoering van de digisprong ging gepaard met heel wat administratie, tijdsdruk en rechtsonzekerheid. Scholen waren genoodzaakt om halsoverkop computers aan te kopen, terwijl het lerarenkorps en de infrastructuur onvoldoende voorbereid waren. Scholen hadden nauwelijks de tijd om een goed ICT-beleid op te stellen”, klinkt het.