Christian Prudhomme, ook directeur van de Tour de France, kijkt uit naar Parijs-Nice. “Het belooft een verkorte versie van de Ronde van Frankrijk in acht dagen te worden”, zei Prudhomme dinsdag bij de bekendmaking van het parcours. “Nog meer dan normaal omdat de Tour de France in Nice zal finishen door de Olympische Spelen.”

Organisatie ASO maakte nog niets officieel bekend over de renners voor de komende editie van Parijs-Nice. “Het is te vroeg om daarover iets te zeggen, maar we maken ons geen zorgen over de kwaliteit van het deelnemersveld”, benadrukte Prudhomme, die optimistisch is over een eerste deelname van Remco Evenepoel, die mogelijk ook de Tour in 2024 in zijn programma opneemt. “Ik denk dat we echt op hem mogen hopen”, aldus Prudhomme.

Evenepoel liet zichzelf al ontvallen dat hij in de aanloop naar zijn eerste deelname aan de Tour graag in Frankrijk wil koersen. Hij wil er de wegen wat beter leren kennen en op die manier al wat gewend raken aan hoe wedstrijden in het land van kaas en wijn verlopen. In die optiek lijkt het dan ook zinvol dat hij zich dit jaar meldt voor zowel Parijs-Nice als het Critérium du Dauphiné. Wat Parijs-Nice betreft, weet Evenepoel nu wat er op hem wacht.

Ploegentijdrit

De eerste etappe, die 157,7 kilometer lang is, vindt plaats in en rond Les Mureaux nabij Parijs. Op 4 maart lijkt de etappe tussen Thoiry en Montargis (177,6 kilometer) een prooi voor de sprinters. Op dinsdag 5 maart vindt in Auxerre de enige tijdrit plaats, voor ploegen, over een afstand van 26,9 kilometer met twee beklimmingen. Daarbij zal opnieuw de tijd van de eerste renner tellen. Parijs-Nice zet daarmee het experiment van vorig jaar verder.

De volgende dag, 6 maart, krijgt het peloton tussen Châlon-sur-Saone en Mont Brouilly aardig wat klimwerk voor de kiezen, met een klim van eerste categorie en zes beklimmingen van tweede categorie, inclusief de slotklim (3 kilometer aan 7,7 procent) na 183 kilometer en een totaal van 3.300 hoogtemeters. Op donderdag 7 maart staan 193,5 pittige kilometers tussen Saint-Sauveur-de-Montagut en Sisteron op de agenda met vier cols van derde categorie. Op vrijdag 8 maart is de 198,2 kilometer lange etappe tussen Sisteron en La Colle-sur-Loup nabij Nice ook geen pretje, met een klim van 2.475 meter.

(Lees verder onder de tweets)

De Koninginnenrit op zaterdag 9 maart stuurt het peloton van Nice naar Auron. Daarin klimmen de renners net als in het slotweekend van de Tour over de Colmiane en rijden ze daarna richting Isola 2000 om af te slaan naar Auron waar er nog 7 km geklommen moet worden met pieken tot 9 procent. Deze col werd nooit eerder aangedaan en moet het zwaartepunt van de Koers naar de Zon worden. Ook in de afsluitende rit zit een voorproefje op de slottijdrit van de Tour met de klim naar de top van de Col d’Eze. Boven wachten er nog maar 9 km tot de finish op de Promenade des Anglais en kunnen de klassementsmannen dus nog averij oplopen.