Belgische vissers mogen in 2024 fors minder tong vangen

De Belgische vissers mogen volgend jaar 60 procent minder tong vissen in de Noordzee in vergelijking met vorig jaar. In de Ierse Zee is dat 77 procent en in het Bristolkanaal 6 procent. In het Westelijk Engels Kanaal daalt het quotum met 14 procent, in het oostelijke deel van het Kanaal met 17,4 procent en in het gebied ten zuiden van Ierland met 22,2 procent. De helft van de Belgische vis komt uit Britse wateren, de brexit heeft de toegang tot vangstrechten in die gebieden bemoeilijkt. 

De vissers mogen in ruil wel meer pladijs, roggen en kabeljauw vangen. Voor roggen is er bijvoorbeeld sprake van een stijging van 81 procent in de Noordzee en ruim 76 procent in het Kanaal. 

Vlaams minister Crevits, die België vertegenwoordigde op de onderhandelingen, zegt "bijzonder bezorgd" te zijn door de sterke daling van verschillende quota. "Het waren dit jaar heel moeilijke onderhandelingen", geeft ze aan. 

De quota worden bepaald op basis van wetenschappelijke over de visbestanden, maar nu duurt het twee jaar vooraleer die gegevens in de praktijk worden gebracht. Crevits stelt dat ze samen met andere lidstaten bekijkt hoe dat anders kan. Ze heeft het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) bovendien gevraagd om meer gegevens te verzamelen. Bij visbestanden waarover weinig data beschikbaar zijn, daalt het quotum om de twee jaar immers uit voorzorg met 20 procent.

De Rederscentrale reageert ontgoocheld op de vangstbeperkingen voor tong. "Op de meeste visgronden is dit in volledige tegenspraak van wat we als visser vaststellen op zee. Zelfs op plaatsen waar geen andere gegevens beschikbaar zijn, wordt geen rekening gehouden met de kennis van de visser en wordt arbitrair een voorzorgsprincipe toegepast", reageert voorzitter Geert De Groote. Het maakt het voor de vissers almaar moeilijker om aan langetermijnplanning te doen en "een rendement voor onze zware investeringen te creëren", zegt hij.

De Rederscentrale waardeert wel dat Crevits samen met een aantal collega's inspanningen wil doen om nieuwe gegevens sneller te integreren en wetenschappelijke adviezen sneller op te volgen. "Samen met positief nieuws over enkele rog-, zeeduivel-, schartong- en kabeljauwbestanden geeft het ons een beetje hoop dat we 2024 kunnen doorkomen, met het zicht op een veel beter 2025", besluit De Groote.