Direct naar artikelinhoud
NieuwsWetenschap

Eindelijk ontdekt: belangrijke oorzaak van misselijkheid tijdens zwangerschap

Eindelijk ontdekt: belangrijke oorzaak van misselijkheid tijdens zwangerschap
Beeld Getty Images/iStockphoto

Na een reeks onderzoeken onder honderden vrouwen wijzen wetenschappers een belangrijke oorzaak aan van misselijkheid tijdens de zwangerschap. Hoofdverdachte is een hormoon genaamd GDF15, dat de foetus aanmaakt en afgeeft in het bloed.

Ongeveer zeven op de tien zwangere vrouwen hebben in meer of mindere mate last van zwangerschapsmisselijkheid. Soms is die zelfs levensbedreigend. Zwangerschapsbraken en daaropvolgende uitdroging is de vaakst voorkomende reden voor ziekenhuisopname in de eerste maanden van de zwangerschap.

De mate van misselijkheid en overgeven wordt bepaald door zowel de hoeveelheid GDF15 die de foetus produceert als de tolerantie van de moeder voor het hormoon, blijkt uit het onderzoek van onder meer de Universiteit van Cambridge. Die tolerantie is weer afhankelijk van eerdere blootstelling aan GDF15, door de aanmaak ervan in eigen organen. Een lage eigen aanmaak voorspelde meer misselijkheid tijdens de zwangerschap, schrijven de onderzoekers in Nature.

“Een enorme stap voorwaarts, met name in de erkenning van de ziekte”, noemt Rebecca Painter, hoogleraar verloskunde en niet verbonden aan het onderzoek, de bevindingen. Er wordt nog vaak verondersteld dat zwangerschapsmisselijkheid vooral psychisch is – een typische misvatting voor aandoeningen die vooral bij vrouwen voorkomen.

Blootstelling als oplossing

De ontdekking doet de onderzoekers speculeren over een oplossing voor zwangerschapsmisselijkheid: kunstmatige blootstelling aan het hormoon vóór de zwangerschap. Om dat te testen, dienden de onderzoekers het hormoon aan muizen toe.

Bij een acute, hoge dosis stopten de muizen met eten, wat volgens de onderzoekers duidt op misselijkheid. Bij langzame afgifte van GDF15 in het bloed was er geen verandering in het gedrag van de muizen te zien. De onderzoekers suggereren daarom dat een langzame opbouw van het hormoon in de aanloop naar de zwangerschap de misselijkheid weleens de wereld uit zou kunnen helpen.

“Tot nu toe werden middelen gebruikt die niet de oorzaak van de ziekte aanpakken, maar waarvan we er toevallig achterkwamen dat het bij sommige vrouwen tegen de misselijkheid werkt”, zegt Painter. In haar kliniek bij het Amsterdam UMC, waar ze ook onderzoek deed naar extreme zwangerschapsmisselijkheid, moet Painter patiënten vaak uitleggen dat ze niet zeker weet of een medicijn de misselijkheid gaat verzachten. “Nu een belangrijke oorzaak van zwangerschapsmisselijkheid is geïdentificeerd, ontstaat de mogelijkheid om meer gerichte en effectieve therapieën te ontwikkelen.”

Hoeveel zwangere vrouwen daarmee geholpen zijn, is nog de vraag. Want hoewel er al verschillende therapieën beschikbaar zijn tegen zwangerschapsmisselijkheid, blijft de kwaal vaak onbehandeld, met name vanwege onwetendheid. Hen wordt verteld dat het er ‘nu eenmaal bijhoort’, schrijven de onderzoekers, waardoor zij minder snel hulp zoeken.