Direct naar artikelinhoud
InterviewTussen de lakens

Tussen de lakens met Jan Van Looveren en Els Béatse: ‘Ik zei: ‘Mea culpa, mea maxima culpa. Ik ben in fout. Maar ik ben keiverliefd’

Jan Van Looveren: ‘Een slechte recensie was vroeger dodelijk voor mij, nu kan ik dat dankzij Els al meer loslaten.’Beeld Rebecca Fertinel

Wat verwachten we van een relatie, van de liefde? Deborah Seymus vraagt het aan bekende koppels met een opvallend parcours, zoals acteur en televisiepresentator Jan Van Looveren (55) en actrice Els Béatse (51).

Een tapijt van sneeuw bedekt het huis in Mortsel dat dienstdoet als thuis, werkruimte en minikuuroord. Al snel is het duidelijk: deze twee zijn gek op elkaar. Hij plukt een pluisje van haar trui, zij werpt hem een liefdevolle blik toe wanneer hij zijn dankbaarheid uitspreekt. Jan en Els zijn 25 jaar samen, overleefden een verbouwing, brachten twee dochters groot en maken ondanks overvolle agenda’s tijd voor elkaar.

Samen vormen ze een ijzersterk duo: Jan die op zijn strepen durft te staan en de van nature positief ingestelde Els. Ze maakten al diepe dalen mee, zoals het overlijden van vrienden en familieleden, maar ook de borstkanker waar Els mee te maken kreeg. Maar altijd raakten ze er vol goede moed en met humor door.

Jan: “Als 21-jarige had ik een bakkerij en was ik getrouwd. De schoolbanken waren voor mij geen succes en mijn vader vond dat ik beter zelfstandig kon worden. Maar stiekem droomde ik ervan om theater te spelen. Mijn huwelijk was oké, maar niet meer dan dat. Op een gegeven moment hakte ik voor mezelf de professionele knoop door: ik ging theaterlessen volgen aan de Academie in Borgerhout.”

Els: “Ik was daar intussen derdejaars en een deel van onze opdracht bestond eruit de eerstejaars te begeleiden.”

Jan: “Op een gegeven moment kom ik dus voor een jury te staan die mij punten moet geven, onder wie mevrouw Béatse. Ik zag haar en dacht: amai, zo’n klein pittig ding, dat is precies wel iemand waar ik verliefd op kan worden.” (lacht)

Els: “Toen Jan verscheen, keek ik heel geïnteresseerd naar zijn opvoering.” (knipoogt)

Jan Van Looveren en Els Béatse zijn al 25 jaar samen • hebben twee inwonende dochters en een plusdochter die al uit huis is • wonen in Mortsel

Jan: “Vervolgens ben ik verliefd geworden op de agenda van Els. Telkens wanneer ik voorstelde om iets te gaan drinken had ze wel iets gepland: een reisje, een kampvuur, naar de scouts, een drink met vriendinnen. Zij had een agenda die mij deed beseffen: hoe leef ik eigenlijk? Ik sta altijd maar te werken. En dan was plots Elske daar, die buiten kwam met haar puzzelauto.”

Els: “Een Talbot Samba waarop mijn medeleden bij de scouts hun schilderkunsten hadden gebotvierd. Iedereen kende ‘de Puzzel’.” (algemene hilariteit)

Jan: “Ik zag de Puzzel, ik zag haar agenda en ik zag Els en ik wist: dit is ze. De vrouw van mijn leven. Zo’n positief, opgewekt en plezant iemand. Ik voelde direct dat het klopte. Maar de scheiding met mijn toenmalige vrouw heeft nog wel even geduurd. Ik was bang om haar te kwetsen en durfde de knoop niet door te hakken, dus vroeg ik Els om meer tijd.”

Els: “Logisch, je had ook een dochter. Tot wij samen een zwaar motorongeluk meemaakten. Toen is de klik gekomen.”

Jan: “Mijn schoonmoeder en ex-schoonmoeder stonden aan mijn ziekenhuisbed. Ik besefte dat ik alles zou moeten opbiechten. Nadat ik het eerst aan mijn ex-vrouw had verteld, lichtte ik ook de familie in. Ik zei: ‘Mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa. Ik ben in fout. Sorry. Maar ik ben keiverliefd.’ Natuurlijk huilde ik daarbij als een klein kind. Ik voelde me zo schuldig dat ik mensen kwetste.”

Els: “Ikzelf kwam net uit een serieuze relatie. Ik vond het dus niet erg dat Jan veel tijd nodig had om de knoop door te hakken. Eigenlijk was het een ideaal scenario: ik had geen verplichtingen. Ik moest niet mee naar een schoonfamilie, kon mijn eigen dingen blijven doen en had daarnaast heel leuke momenten met hem. Ik zou geen jaren in die positie zijn blijven zitten, maar voor toen was dat perfect.”

Jan: “Na een herstel van een paar weken in het ziekenhuis is het heel snel gegaan. Vrij snel ben ik bij Els ingetrokken. Die eerste jaren, dat was een van de meest fantastische, leuke en spannende periodes die ik ooit heb gekend.”

Els: “Wij waren ook heel verliefd op elkaar, hè.”

Jaloers

Jan: “Met Els kon ik plots alle dingen doen die ik daarvoor nooit kon. Naar het theater, op café, naar feestjes en openingen van voorstellingen.”

Els: “Ik woonde met vier vriendinnen in een groot huis in de Van Geertstraat in Borgerhout. Elke dag was het daar feest.”

Jan: “Wij hadden een toog in de living gezet met barkrukken.”

Els: “De ideale periode was dat: je werkt, dus je hebt geld. Je hebt nog geen kinderen en dus geen verplichtingen. Aan de kassa van de Colruyt stonden we met zoveel bakken bier dat ze vroegen of we dat voor een vereniging kochten.” (schaterlacht)

Jan: “Elke avond zei ik: ‘Boys, ik ga vanavond niet drinken’. ‘Ge hebt gelijk, Jan’, zeiden ze. ‘Eentje dan?’ ‘Verdoeme, van z’n eigen weer zat.’ Wij maakten ook serieus grote kampvuren op dat stadskoertje. Dat wij nooit gepakt zijn is ongelooflijk.” (glimlacht breed)

Els: “Die periode was fantastisch, maar de periodes die daarna kwamen – zoals het samenwonen met twee en de dochters die we kregen – waren dat ook. Misschien wat minder zorgeloos, dat wel.”

Jan: “In die periode leerde Els mij ook écht kennen. Ik kwam uit een nest gedomineerd door een luide vader wiens wil wet was, en die verwachtte dat mijn moeder het huishouden voor hem deed.”

Els: “Daardoor kon je in het begin van onze relatie weleens jaloers zijn.”

Els Béatse: 'Ik heb geen last van jaloerse gevoelens. Behalve als, zoals laatst, er een vrouw bij ons komt staan, aan Jans lippen hangt en mij totaal negeert en schaamteloos met hem probeert te flirten.'Beeld Rebecca Fertinel

Jan: “Ja, komende van zo’n gezin kreeg ik een vrouw die gewoon zei: ‘Ik ga vanavond een pintje drinken met een vriendin’, en die weg was richting café. (lacht) Daar moest ik even aan wennen. Zij moest dan weer wennen aan mijn luide stem. Mijn vader, een boom van een vent, sloeg altijd met zijn gigantische handen op tafel als hij een discussie startte. Iedereen in ons gezin greep dat moment aan om hun stem te verheffen. Ik herinner me nog een wandeling waarbij Els en ik over iets discussieerden. Ik nam haar wat hardhandig vast en verhief mijn stem uit gewoonte.”

Els: “Hij keek mij aan en verschoot van mijn blik. Ik zei kordaat dat als hij dat gedrag zou blijven stellen, het tussen ons niet lang zou blijven duren.”

Jan: “Gelukkig trek ik nu mijn plan wanneer ik thuis een briefje vind dat ze weg is. Ik denk niet meer zoals vroeger ‘en mijn eten dan?’” (lacht)

Els: “Onze relatie werkt juist zo goed omdat we elkaar loslaten. Ik verplicht jou nooit tot iets, en jij mij ook niet.”

Jan: “In veel opzichten heeft Els een beter mens van mij gemaakt. Ik heb mijn werksuccessen ook allemaal aan haar te danken. No way dat dat gelukt was als zij niet had besloten om thuis voor de kinderen te zorgen.”

Piekertherapie

Els: “Ik vertrouw Jan volledig en heb geen last van jaloerse gevoelens. Behalve als, zoals laatst, er een vrouw bij ons komt staan, aan Jans lippen hangt en mij totaal negeert, en me zelfs uit het kringetje buitensluit en schaamteloos met hem probeert te flirten. Dan wurm ik me wel even tussenbeide.” (grinnikt)

Jan: “Heel eerlijk? Ik kan nog steeds niets bedenken aan Els wat ik niet leuk vind. Ruzie maken wij amper. Alleen over haar rijstijl, daarover hebben we het wekelijks. Ik raak de controle kwijt wanneer zij rijdt. Veel te dicht bij geparkeerde auto’s, ze remt te laat, voegt te laat in, en ze geeft te veel commentaar op anderen. Nee ... (denkt na) Eigenlijk ben ik de moeilijke in de relatie. Wanneer ik een beslissing moet maken of ergens over pieker, ben ik niet de aangenaamste mens. Els heeft daar nooit last van. Zij laat alles veel gemakkelijker los.”

Els: “Als je zoals Jan door je vader bent gedrild, dat alleen hard werken telt en emoties er niet toe doen, is het logisch dat je dat nog lang met je meedraagt. Het gaat steeds beter, vind ik tegenwoordig. En het helpt dat we zo met elkaar kunnen lachen.”

Jan: “Discussiëren doen we wel regelmatig, maar als we ergens niet uit raken, drukken we de pauzeknop in. Dat betekent dat we, bijvoorbeeld een week, niet over het onderwerp met elkaar spreken en zelf opzoekwerk doen of nadenken. Politici zouden dat ook beter doen.”

Els: “Vaak resulteert dat in ik die gelijk heb. Bijvoorbeeld: laatst – het is heel onnozel – was Jan ervan overtuigd dat als het groen is aan een kruispunt en je moet afslaan, je het kruispunt dan ook mag blokkeren. Bleek niet te kloppen. (glimlacht) Je moet wachten tot het kruispunt vrij is.”

Jan: “Ik volg ook piekertherapie om het piekeren te verminderen. Als je dat vroeger tegen mijn vader had gezegd, zou hij me een klap rond mijn oren hebben gegeven en antwoorden: ‘Hier, ik zal u wat therapie geven.’ Een slechte recensie was vroeger dodelijk voor mij, nu kan ik dat dankzij Els al meer loslaten.”

Els: “Ik kijk gewoon vooruit. Een slechte recensie is niet fijn, maar ik ga daar niet over piekeren. Je kunt aan zoiets niets veranderen. Gewoon doorgaan. Die houding hielp mij ook toen ik in mei met borstkanker werd geconfronteerd.”

Jan: “Ongelooflijk moedig, hoe zij met die diagnose omging.”

Els: “We waren er op tijd bij. Ik kreeg het minst zware scenario voorgeschreven: chemotherapie bleek niet nodig te zijn, ik zou bestraald worden na een operatie. Ik ben niet ziek geweest en had er amper last van. Eind juli was alles al voorbij. Ik werd en word enorm goed opgevolgd, en had alle vertrouwen in mijn gynaecoloog, die ook enorm positief bleef. Die periode is nu voorbij, ik heb het een plaats gegeven en denk: oké, nu gaan we weer verder. Het klinkt veel simpeler dan het is, maar ik laat die gedachten gewoonweg niet toe.”

Jan: “Zoiets meemaken als koppel drukt je wel met de neus op de feiten. Vanaf toen draaide ik ook echt een knop om. De weekends zijn voor Els, mijn gezin, familie en vrienden. Het werk moet ik er op die momenten maar rond boeken, ook al hebben ze me nodig.”

Els: “Ik kan zo genieten van die momenten met Jan, de kinderen of vrienden. Ik heb dat ook echt nodig. Dat symboliseert liefde voor mij. Huidcontact is voor mij daarbij noodzakelijk. Drie keer per week kruipen Jan en ik in onze sauna in de tuin. Zalig is dat. Maar: als ik op een dag zou moeten kiezen tussen de luxe van een groot huis met sauna of mijn gezin, dan kan die luxe me gestolen worden.”

Jan: “Aan onze kinderen vraag ik soms om mijn batterij wat op te laden door te knuffelen. Het tegenovergestelde van het gezin waarin ik ben opgegroeid. Ik kreeg pas na het overlijden van mijn vader te horen dat hij eigenlijk wel fier was op mij. Elkaar knuffelen, complimenten geven en de liefde tussen elkaar voelen, dat gebeurde niet. Niet zo gek, want toen mijn vader legerdienst had en te horen kreeg dat zijn moeder was overleden, kreeg hij geen dag vrijaf om naar de begrafenis te gaan. In die tijd kon zoiets nog. Absurd. Je veroorzaakt daar enorme trauma’s mee.”

'Wanneer Jan zijn hand op mijn been legt, doet dat mij nog altijd evenveel als vroeger.'Beeld Rebecca Fertinel

Els: “Jan mag nu wel zeggen dat hij veel van mij leert en dat ik hem een beter mens heb gemaakt, maar omgekeerd is dat ook zo. Ik leerde dankzij hem om situaties die gevoelig liggen te durven benoemen. Een familielid dat plots raar gedrag vertoont: wij zullen dat van thuis uit niet benoemen. Wij lachen en babbelen daar omheen. Maar er gewoon over spreken is veel beter; zo jaag je de olifant uit de kamer.”

Jan: “Dus jij leert me om de dingen genuanceerder te benoemen, en ik leer jou om de dingen überhaupt te benoemen. Ideale combinatie.”

Els: “Na 25 jaar samenzijn geniet ik nog altijd van onze geplande momenten samen. Een weekend weg, of hier op ons terras in stilte een thee en koffie drinken: dat is intimiteit voor mij. Wanneer Jan zijn hand op mijn been legt, doet dat mij nog altijd evenveel als vroeger.”

Jan: “Thuiskomen bij Els voelt nog altijd onwaarschijnlijk. Ik kijk daar nog steeds elke dag naar uit.”

Els: “Wij zien elkaar nog altijd zo enorm graag en spreken dat ook regelmatig uit. Vaak met een grapje ertussen, maar dat uitspreken doet veel. Dat geven we ook aan onze kinderen mee.”

Jan: “Zo zei mijn vader nooit sorry voor iets, ook al was hij in fout. Hier thuis doen we dat wel. En dat levert op. Laatst kwam onze dochter naar beneden om uit zichzelf te vertellen dat ze iets fout had gedaan. Dan weet je: wij zijn goed bezig.”