Direct naar artikelinhoud
AnalyseOnderwijs

Experts willen 38 urenweek voor leraars en een bonus voor wie uitdagende klas heeft: hoe haalbaar is dat?

Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) stelde een Commissie van Wijzen aan, onder leiding van onderwijsexpert Dirk Van Damme (r.).Beeld Franky Verdickt

Van een 38 urenweek tot een bonus voor lesgeven in uitdagende klassen. In een langverwacht rapport leggen onderwijsexperts enkele opmerkelijke voorstellen op tafel. Maar hoe wenselijk - en vooral: hoe haalbaar - zijn die precies?

1. Waarom was dit rapport nodig?

De grootste kritiek op onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) is dat hij er, net zoals zijn voorgangers, niet in slaagt om een allesomvattend loopbaanpact te forceren. Volgens het werkveld is dat cruciaal om de job aantrekkelijker te maken en het nijpende lerarentekort aan te pakken. De hete aardappel werd eind vorig jaar doorgeschoven naar een onafhankelijke commissie, die los kon komen van de - dixit Weyts - “patstelling waarin elk sociaal overleg eindigt”.

De zogenaamde Commissie van Wijzen, onder leiding van onderwijsexpert en voormalige topman van de OESO Dirk Van Damme, heeft nu een lijvig rapport klaar die het onderwijs de 21ste eeuw moet inloodsen. In het rapport staan zo’n 70 voorstellen die samen “een blauwdruk van een modern personeelsbeleid” vormen.

2. Wat valt er te rapen voor de leraar?

Aan de vaste benoeming wordt in het rapport niet geraakt, maar volgens de experts moet de opdracht van leerkrachten geherdefinieerd worden. Nu wordt die uitgedrukt in lesuren - zo geef je voltijds les in de 1ste en 2de graad in het secundair met 22 lesuren tegenover 20 lesuren in de 3de graad. Een 38 urenweek, zoals in andere sectoren, “doet meer recht aan de complexiteit van de job”, aldus vicevoorzitter Paul Yperman, jarenlang de sterke figuur bij de jezuïetencolleges.

Die benadering laat toe om meer taken dan enkel lesgeven te erkennen, zoals verbeterwerk of een schooluitstap voorbereiden. Het rapport mikt bijvoorbeeld op twee uren per week waarin leerkrachten zich kunnen ontwikkelen via bijscholingen of zelfstudie. Dat is in Vlaanderen broodnodig, zegt onderwijsexpert Pedro De Bruyckere. “Het kan een grotere invloed op het leerproces hebben dan de lerarenopleiding, zo toont onderzoek.”

Een groot pijnpunt is daarnaast de harde landing voor veel startende leerkrachten. Die moeten nu vaak lesuren sprokkelen of komen in de meest uitdagende schoolcontexten terecht. Gevolg: zo’n een op de drie startende leerkrachten haakt binnen de vijf jaar af.

De commissie stelt nu een betaald inloopjaar voor, waarbij starters ruimte krijgen “om competenties op de werkvloer te ontwikkelen”. Ook moet er een soort jobgarantie komen, die een (liefst voltijdse) baan voor een volledig schooljaar zeker stelt. Als laatste wordt er ook gekeken naar een bonus voor leraren die in een uitdagende context aan de slag zijn, om zo “de vlucht uit de scholen met de grootste uitdagingen te verhinderen”.

Dat laatste is een heikel punt, zo bewees de controverse over de ‘leraar-specialist’ eerder. “Ik ben een koele minnaar van bonussen, maar in deze context volg ik de commissie”, zegt De Bruyckere, die slechts één bezorgdheid heeft: “De voorstellen zijn logisch, maar kunnen ook een nieuwe papierwinkel met zich meebrengen.”

3. Wat betekent dit voor de scholen?

Een rode draad in het rapport is dat scholen een grotere vrijheid krijgen in hun personeelsbeleid. Vandaag bepaalt een ingewikkelde regelgeving welk diploma je voor welk vak kan aanwerven. Een directeur - die ook op een betere verloning zou kunnen rekenen - moet zich de rol van een moderne hr-manager kunnen aanmeten. Dat betekent volgens de commissie: beslissen op basis van competentie en het benodigde profiel.

Daar zou ook een flexibelere financiering tegenover staan. In plaats van een vooropgelegd pakket aan uren, zo pleiten de experts, kunnen scholen de toegewezen middelen vrij besteden volgens de eigen context en noden.

Het voorstel zorgt bij Dirk Kerckhoven, directeur van Don Bosco in Gent, voor “een vreugdesprong”. Zijn huidige aso-school is een heel ander speelveld dan de beroeps- en technische Don Bosco-school in Brussel waar hij eerder directeur was. “Daar had ik nood een een andere expertise. Maar een psycholoog zonder lerarendiploma aanwerven, is nu niet mogelijk.”

Tegenover die extra vrijheid staat dat scholen onder meer via de centrale toetsen op hun output afgerekend worden, en een sterkere rol voor de inspectie. “Die moet meer tanden krijgen, ook op vlak van personeelsbeleid en de besteding van middelen”, zegt Van Damme.

4. Hoe haalbaar is dit allemaal?

Het rapport blijft een voorzet: de sociale partners en de politiek moeten ermee aan de slag. Dat er aan de vaste benoeming niet echt geraakt wordt, getuigt volgens De Bruyckere van enige realiteitszin. Toch blijven er heel wat heikele punten, zoals het voorstel om te snoeien in het aantal verlofstelsels en in de terugkeerrechten voor vastbenoemde leerkrachten.

Sowieso duurt een hervorming volgens de commissie “wellicht 1 tot 2 volledige legislaturen”. Op korte termijn hoopt Weyts om “de aanzet te geven voor het individueel professionaliseringsplan voor elke leerkracht en een vernieuwde rol voor de Onderwijsinspectie”.

Dat de onderwijskoepels eerder positief reageren, is logisch, aangezien de commissie heel wat eerder geformuleerde voorstellen overneemt. Een heel ander signaal bij de vakbonden. ACOD noemt de denkoefening niet realistisch, VSOA gaat nog een stapje verder: “Dit is zeer kostbare tijdsverspilling.”

Zo dreigt het gesprek al meteen in een loopgravenoorlog te verzanden. “Je zou verwachten dat iedereen de moed opbrengt om deze voorstellen ten minste een kans te geven”, zegt Kerckhoven. “Dat je dit a priori afschiet, krijg je vandaag aan het kleinste kind niet uitgelegd.”

Commissie heeft zo’n 70 voorstellen die samen ‘een blauwdruk van een modern personeelsbeleid’ vormen