Roger Dale Parham (52) uit Arkansas werd in 1998 beschuldigd van de verkrachting van een minderjarige. De man werd voorgeleid, maar in afwachting van zijn proces vrijgelaten op borgtocht. En toen sloeg de man op de vlucht. Er werd een opsporingsbevel verspreid voor de man, en een klopjacht georganiseerd. “Hij zou naar Mexico gereisd kunnen zijn”, schreef de FBI op een ‘wanted’-poster.

In 1999 stonden de autoriteiten in Kentucky dan weer voor een mysterie: in een meer was het lichaam van een man gevonden. Het lijk was duidelijk met voorbedachten rade gedumpt in Lake Barkley: het was gewikkelde in zware sneeuwkettingen, en een autokrik moest het naar de bodem trekken.

Maar de lokale autoriteiten konden de man niet identificeren, en het dossier werd een cold case. In 2016 waagde men een nieuwe poging, maar ook alle ontwikkelingen in DNA-technologie, onderzoek naar gebitsgegevens, en forensische wetenschap die inmiddels geboekt waren, konden geen oplossing bieden. “Het slachtoffer blijft ongeïdentificeerd”, klonk het destijds.

Doorbraak

Tot begin dit jaar. Toen huurde de staatspolitie een privélaboratorium in dat gespecialiseerd is in de combinatie van DNA-gegevens met forensische genealogie – waarbij gekeken wordt naar verwanten om biologische verbanden tussen mensen te leggen op basis van publiek beschikbare gegevens.

In dit geval legde het onderzoek een link bloot tussen het in Kentucky gevonden lijk en een familielid van Parham in Arkansas: een doorbraak in de zaak. Het slachtoffer had een identiteit, en de zoektocht naar de verdachte kon eindelijk formeel worden beëindigd.

Al zadelde die doorbraak de onderzoekers wel op met een nieuw mysterie: wie heeft Parham vermoord, en zich op doordachte wijze ontdaan van zijn lichaam? “Door de verdachte omstandigheden waarin de stoffelijke resten werden gevonden wordt deze zaak onderzocht als een moord”, aldus de politie. En is de 25 jaar oude zaak dus toch nog niet volledig opgelost.