Direct naar artikelinhoud
InterviewHendrik Vos

Hendrik Vos over het Europees migratiepact: ‘Het is niet zo dat morgen niemand meer in België zal aankomen’

Professor Hendrik Vos over de nieuwe Europese migratieregels.Beeld Wouter Van Vooren/ AFP

De Europese Unie heeft een akkoord bereikt over een nieuw, verstrengd migratiepact. Professor Europese politiek Hendrik Vos (UGent) wikt en weegt: ‘Het is niet zo dat morgen niemand meer in België zal aankomen.’

Het Europees Parlement en de lidstaten hebben een akkoord bereikt over het migratiepact. Wordt het Europese migratiebeleid hierdoor strenger?

“Veel zal afhangen van de invulling. Het is afwachten hoe dit op het terrein zal worden aangepakt. De bedoeling is om aan de buitengrenzen beter in de gaten te houden wie de EU binnenkomt. Of het zal lukken om iedereen daar te screenen, is de vraag.”

Wat zijn de belangrijkste punten in dit migratiepact?

“Mensen uit landen die een heel laag erkenningspercentage hebben, dus landen die als ‘veilig’ bestempeld worden, zullen sneller teruggestuurd worden. Zij zullen niet verder kunnen doorreizen en komen terecht in gesloten centra. Je kan dat gerust een soort gevangenissen noemen. Daar kunnen ook minderjarigen worden opgevangen. Ik begrijp heel goed dat mensenrechtenorganisaties daar veel vragen bij hebben.

“Wat ook interessant is, is het punt dat staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (cd&v) sterk zal benadrukken: de spreiding. Daar valt heel veel voor te zeggen. Het is logisch dat we in Europa solidair zijn met elkaar. Er zal een verdeelsleutel van toepassing zijn. Er zijn landen die de hele tijd naar hun schoenen zitten te kijken, of naar het plafond: ‘Het is ons probleem niet.’ Terwijl wij met disproportioneel veel mensen zijn die bij ons aankloppen. Het principe dat je dat probeert te spreiden, en dat landen die niet willen meedoen met die spreiding financiële steun geven aan landen die dat wel doen, lijkt me prima.

“Maar opnieuw: hoe gaat dat in de praktijk werken? Stel dat je als vluchteling een ticket krijgt en de boodschap: ‘Jij moet naar Bulgarije.’ Zal dat er automatisch toe leiden dat die mensen dan ook in Bulgarije zullen blijven? Daar ben ik nog niet zo zeker van.”

Staatssecretaris De Moor heeft het over een ‘historische omslag naar een Europa dat samen controle neemt over migratie’. Ziet u dat ook zo?

“Het kan wel een stapje zijn. Tot nog toe lukte het niet om gezamenlijke afspraken te maken. De basisregel die we hadden, de Dublinverordening, kwam erop neer dat landen zelf hun plan moesten trekken. Als iemand ergens aankomt, dan moet die daar worden opgevangen. Iedereen voelde al lang aan dat dat niet fair was, en ook gewoon niet werkte. Als je dat volgt, zouden wij bijna niemand moeten opvangen omdat iedereen in Italië, Spanje of Griekenland aankomt.

“Dat je nu naar een ander systeem gaat om migratie op een meer ordelijke manier te laten verlopen met aanmeldpunten aan de buitengrenzen: dat is nieuw voor Europa. Het is eindelijk gelukt om daar een akkoord over te bereiken, en op papier kan dat ook op een mooie manier verder worden ingevuld. Als je het vanuit Europees perspectief bekijkt, is dit dus zeker wel een doorbraak. Maar wel een doorbraak waar veel vraagtekens bij blijven. Het zal ook nog wel even duren vooraleer dit allemaal in werking treedt.

“Of we hierdoor in ons land minder mensen zullen moeten opvangen, is een andere vraag. Ik denk dat de migratiedruk hoog zal blijven. Het verhaal van ‘de meeste mensen die hier aankomen zijn gelukszoekers’ klopt sowieso niet. Ongeveer de helft van de mensen die hier aankomen zal vroeg of laat erkend worden. Het is niet zo dat morgen niemand meer in België zal aankomen. Het is de bedoeling dat mensen die heel weinig kans maken er sneller worden uitgefilterd, maar er zijn nog altijd heel wat mensen die wel recht hebben op een statuut.”

U verwees er al naar: de procedures zouden ook versneld worden. Is dat een goede zaak?

“Dat je procedures wil versnellen, daar kan niemand tegen zijn. Dat is belangrijk, en veel beter dan dat mensen soms jaren in onzekerheid blijven. Dat vermijdt ook dat mensen blijven doortrekken, van het ene naar het andere land, in vaak nogal treurige omstandigheden. Het is de vraag of mensen hun asielaanvraag nog wel zullen kunnen doen. Ook als ze komen uit een land dat zogezegd veilig is. Want ook uit veilige landen zijn er mensen die toch wel recht hebben op asiel. Dat moet allemaal wel gewaarborgd blijven. Ik snap de scepsis dus.

“Het is op zich niet per se een slechte deal, maar als hij wordt ingevuld op een manier dat het recht op asiel er niet meer zou zijn, of dat daar heel nonchalant mee wordt omgesprongen, is dat zeer problematisch.”

Het Parlement en de lidstaten moeten dit akkoord nog goedkeuren. Voorziet u daar nog problemen?

“Een formaliteit is dat niet, maar normaal gezien loopt dit niet meer mis. De onderhandelaars hadden een mandaat van hun fracties. Ze wisten tot waar ze konden gaan. Bij de lidstaten heb je altijd wel wat dissidenten. Ik neem aan dat Hongarije wel zal tegenstemmen, Slovakije zal zich misschien onthouden of ook tegenstemmen, en dan zijn er misschien nog een of twee lidstaten die dwarsliggen. Maar ik neem aan dat dit in de Raad met een ruime meerderheid zal worden goedgekeurd. Hierover is ook geen unanimiteit nodig.”