Inflatie stijgt tot 1,35 procent, 1 miljoen werknemers zien loon met 1,5 procent stijgen
In december is de inflatie gestegen tot 1,35 procent. Dat betekent dat het leven nu 1,35 procent duurder is dan in december 2022. Nu de inflatie voor heel 2023 bekend is, is duidelijk dat ongeveer 1 miljoen bedienden hun loon op 1 januari met 1,5 procent zien stijgen.
Het leven is de voorbije twee jaar fors duurder geworden. Dat hebben we vooral gemerkt aan de hoge energierekeningen van vorige winter. Gelukkig was die forse stijging het afgelopen jaar wel weer afgenomen.
Tot vorige maand, toen het inflatiecijfer opnieuw steeg tot 0,76 procent. Nu stijgt het cijfer verder tot 1,35 procent. Dat betekent: wat vorig jaar december 100 euro kostte, kost deze maand 101,35 euro.
De prijzen van aardgas, elektriciteit, vliegtuigtickets, private huur, andere voedingsmiddelen en vis en zeevruchten dreven de inflatie op. Anderzijds daalde de prijs van motorbrandstoffen, fruit, alcoholische dranken, vlees en brood en granen.
De inflatie voor voeding (inclusief alcoholische dranken) daalt voor de tiende maand op rij, maar staat nog altijd hoog, op 7,03 procent (tegenover 8,22 procent in november).
Lonen 1 miljoen werknemers stijgen in januari
Nu de inflatie voor het hele jaar bekend is, wordt duidelijk hoeveel de lonen stijgen in sectoren die in januari indexeren. Zowat 1 miljoen werknemers zullen hun loon begin volgend jaar met ongeveer 1,5 procent zien stijgen. Vorig jaar ging het nog om een stijging van ruim 11 procent.
Als we de inflatiecijfers in een grafiek gieten, dan zagen we de afgelopen maanden een duidelijke daling. Sinds vorige maand heeft de licht gekleurde inflatielijn hieronder weer een klein knikje naar boven genomen.
Zo blijkt uit de maandelijkse inflatiegegevens van Statbel. De grote stijging tussen oktober 2021 en januari 2023 werd deels veroorzaakt door de hoge energieprijzen.