De Vlaamse regering wilde graag nog dit jaar finaal beslissen over de invoering van een systeem van statiegeld op flessen en blikjes. De uitrol zou dan in 2025 volgen. Daarover was eind vorig jaar al een akkoord gevonden. De grote resterende vraag is of de regering zal kiezen voor een digitaal systeem, waarbij gebruikers moeten scannen, of een klassiek systeem zoals dat bijvoorbeeld bestaat voor glazen flessen. Beide systemen hebben voor- en tegenstanders en er is de voorbije maanden en jaren stevig gelobbyd aan beide kanten.

Op basis van een aantal proefprojecten concludeerde afvalstoffenmaatschappij OVAM onlangs wel dat een digitaal systeem haalbaar is, maar dat een uitrol in 2025 onhaalbaar is. Niet iedereen heeft bijvoorbeeld een smartphone, en daar moet rekening mee worden gehouden. “Omwille van de noodzaak van een volledig inclusief systeem, adviseren we om dit te flankeren met bijkomende breed toegankelijke inzamelpunten”, zei Luc Goeteyn van OVAM onlangs in het Vlaams Parlement. 

Positief is wel dat in de proefprojecten geen onoplosbare problemen werden vastgesteld. Bij het gebruik van een applicatie op de smartphone, rijzen wel vragen over de privacy. Een ander heikel punt is dat de studie niet duidelijk kon aantonen of statiegeld effectief leidt tot minder zwerfvuil, nochtans het beoogde centrale doel van een statiegeldsysteem. 

Minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) had een beslissing tegen eind dit jaar in het vooruitzicht gesteld, maar het dossier schuift dus door naar 2024. Volgens het kabinet-Demir is er nog werk aan het voorstel en is het dossier nog “niet rijp” voor een beslissing. Binnen de regering is het geen geheim dat Open VLD een digitaal systeem genegen is en dat CD&V eerder gewonnen lijkt voor het klassieke inzamelsysteem.