Het was de Oekraïense luchtmachtcommandant Mykola Olesjtsjoek die het nieuws vrijdag bekendmaakte op berichtendienst Telegram. “In de nacht van 21 op 22 december hadden de indringers, die fu**ers, een bericht voor ons achtergelaten op een stuk van een neergehaalde drone”, aldus Olesjtsjoek. “Wat een geweldig idee. Hier is ons antwoord: vandaag hebben we aan het zuidelijke front drie Russische Su-34 bommenwerpers neergehaald.”

Niet veel later kondigde ook de Oekraïense luchtmacht het nieuws mee op het officiële account op X (het vroegere Twitter). “Vandaag in het zuiden: min drie Russische Sukhoi Su-34-bommenwerpers.”

Volgens Oekraïne waren de bommenwerpers uitgerust met FAB-500-luchtbommen en hadden ze meerdere Oekraïense faciliteiten aan de oevers van de Dnjepr in de regio Cherson als doelwit. Het nieuws dat ze tijdig konden worden neergehaald, werd feestelijk ontvangen in het land.

Terwijl de Russen aanvankelijk beweerden dat zij Oekraïense gevechtsvliegtuigen uit de lucht hadden geschoten, moesten zowel het leger als de Russische milbloggers kort nadien toegeven dat drie van hun eigen straalvliegtuigen ter waarde van 40 miljoen euro uit de lucht werden gehaald “door een modern Navo-systeem”. Volgens Oekraïense experts bedoelen ze daar allicht het hoogtechnologische Patriot-luchtafweersysteem mee dat nog maar recentelijk uit Duitsland was aangekomen.