Het plan, dat woensdag werd voorgesteld bij voetbalclub SK Pepingen-Halle in Vlaams-Brabant, focust daarnaast op het versterken van de eigen jeugdwerking.

In Vlaanderen zijn drie amateurclubs de afgelopen jaren overgenomen door buitenlandse investeerders: Rupel-Boom, Eendracht Aalst en recent nog KFC Diest. In Wallonië zijn vier clubs, Wezet, Virton, La Louvière en Olympique Charleroi, in handen gekomen van buitenlanders. 

Positief eigen vermogen

Om een sneeuwbaleffect te vermijden heeft Voetbal Vlaanderen samen met de Vlaamse regering en de KBVB een actieplan uitgewerkt. Focus daarbij is de clubs financieel gezonder maken, zodat ze niet op zoek moeten gaan naar buitenlands geld. In de toekomst zullen clubs daarom in de eerste, tweede en derde amateurafdeling moeten kunnen bewijzen dat ze een positief eigen vermogen hebben, als ze een licentie willen aanvragen. Ze moeten ook een periode van drie jaar break-even draaien.

Voetbal Vlaanderen zet daarnaast in op een betere begeleiding en coaching rond financieel beheer van clubs. Externe audits moeten de werking verbeteren. Clubs die door buitenlandse investeerders benaderd worden, zullen door Voetbal Vlaanderen gewezen worden op de potentiële negatieve effecten van een buitenlandse overname. 

Versterken jeugdwerking

Ander speerpunt is het versterken van de jeugdwerking van de clubs. Alle clubs uit de hoge amateurreeksen moeten verplicht blijven investeren in hun jeugdwerking, als ze een licentie willen krijgen. In de toekomst zal een club ook verplicht zijn een aantal jeugdspelers op te nemen in het eerste elftal. 

De federatie zal daarnaast nog bekijken hoe de financiering van het eerste elftal van een club losgekoppeld kan worden van die van de jeugdwerking: zo zouden jeugdploegen nog kunnen blijven doorspelen, als een eerste elftal failliet gaat.