“Derwael? Het is moeilijk om terug te keren naar het klooster als je in de Zillion bent geweest”: José De Cauwer, Jean-Marie Dedecker en Frank Raes fileren het sportjaar 2023

Een mooie eindejaarstraditie ondertussen: het Sportjaaroverzicht door Frank Raes (69), José De Cauwer (74) en Jean-Marie Dedecker (71). Met the eye of the tiger kijken ze vooruit naar dé sportzomer van 2024. “Kaarten op tafel, José. Jij hebt al gezegd dat Evenepoel volgend jaar de Tour de France niet kan winnen.”

Jan-Pieter de Vlieger en Marc Vermeiren

“Zeg eens, Jean Marie. Heb jij ooit in de gevangenis gezeten?” Er staat een kerstboom, het haardvuur brandt, maar voor Frank Raes mag het bij de borrelhapjes in Brasserie Latem wat meer dan alleen small talk zijn.

Dedecker, niet zonder trots: “Eén keer heb ik vastgezeten, Frank. Toen ik als student muizen had losgelaten in de Gentse opera, als protest tegen de Franstalige opvoeringen van Exploration du Monde. Lang geleden. Ik was nog links toen. (lacht) Ik droeg T-shirts van Che Guevara.”

Jean-Marie Dedecker was ooit links. Niet minder verrassend: in 2023 was Luca Brecel bijna Sportman van het Jaar.

Raes: “Ik stem niet op de Sportman/vrouw van het Jaar. Vergelijken is sowieso onmogelijk en wie volgt nu echt alle sporten? Maar had ik gestemd, dan was het toch op Brecel geweest. Ik vind dat geen aanfluiting. Brecel is een fenomeen: de eerste niet-Angelsaksische wereldkampioen snooker. Zijn persoonlijkheid spreekt mij ook aan: iemand die aan alles zijn botten veegt. Brecel zegt: ‘Ik heb een Ferrari gekocht’. Dat is de Gert Verhulst-aanpak. Ik ben rijk, iedereen mag het weten. Waarmee je het ook enorm relativeert.”

De Cauwer: “Ik snap wat je bedoelt, Frank. Maar op stap gaan voor je competitie, bijna te laat komen voor de wedstrijd omdat je nog op restaurant zit… Als coach zou ik daar toch redelijk zot van worden. Ik heb Greg LeMond gehad. Die stond aan de start van de koers: ‘Oh José. Have you seen my yellow jersey?’ Echt waar, hij was die vergeten.”

© VCG via Getty Images

“Over Brecel: als je jezelf al die dingen kan permitteren, spreken we dan over sport of over iets anders?”

Dedecker: “Over een veredelde cafésport. Veel wereldkampioenen – Alex Higgins of Jimmy White – hebben zich kapot gezopen en gedrogeerd. De vraag of het sport is, kan je zeker stellen. Net zoals bij darts en golf. Maar de prestatie is wel uniek. In snooker speel je tegen 1,2 miljard Chinezen. En ik sluit me aan bij Frank: ik hou ook van het non-conformistische, van de atleet die overal zijn voeten aan veegt. Hij is ook bijna mohammedaan geweest, toch?” (In het tv-programma ‘Karakters’ vertelde Brecel ooit dat hij overwoog om moslim te worden, een uitspraak die hij later nuanceerde, red.)

Raes: “De vraag zal zijn hoe lang hij het volhoudt.”

Dedecker: “Je kon dit jaar bij de drie kandidaat Sportmannen van het Jaar een sterretje zetten. Brecel: is het sport of niet? Swings wint in de massastart, de kermisdiscipline van het echte schaatsen. En Remco Evenepoel heeft ook niet zijn beste jaar achter de rug. Wereldkampioen tijdrijden en Luik-Bastenaken-Luik, maar naar huis in de Giro en geen top tien in de Vuelta.”

Waar hij wel respectievelijk twee en drie ritten heeft gewonnen.

De Cauwer: “De dag na zijn inzinking wegrijden met Romain Bardet: dat moeten we niet te groot maken. Dat is bij gratie van. Maar over zijn seizoen kan je niet zeggen dat het ‘maar’ Luik en wereldkampioen tijdrijden is. Doe het maar, hé.”

Raes: “Wat ik mij afvraag, José: in Spanje wordt hij één dag weggereden. En de dag nadien wint hij. Hoe kan dat? Ik snap het niet.”

De Cauwer: “Hij is door stress door het ijs gezakt. Binnen de ploeg willen ze dat niet gezegd hebben. ‘Het was geen stress’. Tuurlijk wel.”

Dedecker: “Aan dat verhaal heb ik een hekel, José. Stress, te veel druk. Dat is toch topsport? If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen. Op stress ben je voorbereid, toch als je een goeie coach hebt. Robert Van de Walle, Ingrid Berghmans, Ulla Werbrouck: die stapten allemaal met the eye of the tiger op de mat. Stress is flauwekul. Word dan terreinverzorger.”

De Cauwer: “Oké stress, what’s in a name? Een grote ronde is zes uur per dag, drie weken na elkaar. Dat zijn veel invloeden, veel factoren. En Remco wil het graag allemaal zelf oplossen of móét het voor een groot stuk zelf oplossen. Op een dag dat het niet gaat, kom je dan ook bij jezelf uit. Hij legt zichzelf ook ontzettend veel druk op.”

Raes: “Juli, de maand van de Tour, noemt hij nu al de belangrijkste van zijn leven.”

Dedecker: “Kom José, kaarten op tafel. Niet zo lang geleden zaten we samen op een sportavond. Jij hebt daar ‘neen’ geantwoord op de vraag of Evenepoel de Tour de France kan winnen.”

De Cauwer: “Correctie: op de vraag of hij volgend jaar de Tour de France winnen. Dan zeg ik inderdaad neen. Zijn ploeg is niet sterk genoeg en zelf weet hij nog te weinig wat de Tour is.”

Raes: “Om de vraag dan anders te stellen: kan Evenepoel ooit de Tour winnen? Vorig jaar heeft hij in de Ronde van Spanje toch tamelijk straffe dingen laten zien bergop.”

De Cauwer: “Akkoord, maar wel tegen Enric Mas. Ik ga zeker niet zeggen dat Evenepoel de Tour niét kan winnen. Hij heeft mij al heel vaak positief verrast. Maar dan kom je uit bij parcours, bij tegenstand. Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar rijd je in een tijdrit niet op twee minuten. Zeker niet als je op het moment van die tijdrit – zoals volgend jaar – al zes dagen gekoerst hebt.”

Dedecker: “Hij zal dan toch in een ploeg als Jumbo-Visma moeten rijden. Bij Soudal-Quick Step zie ik het niet gebeuren.”

© EPA-EFE

Is Jumbo-Visma behalve de beste ploeg ter wereld ondertussen ook de hoogmoedigste? Eerst een poging om Soudal-Quick Step leeg te halen. Daarna nam het Cian Uijtdebroeks over zonder initieel akkoord met Bora-Hansgrohe.

De Cauwer: “Populair maak je jezelf daar niet mee in het peloton. Maar is dat nodig? Ik kan mij voorstellen dat bij veel Belgische supporters de perceptie bestaat van ‘die Ollanders denken dat ze alles mogen’. Ze gaan in ieder geval over lijken. Als ik nu ploegleider ben, gebruik ik dat. We laten ons door die mannen niet naar de slachtbank leiden. Zoals je vroeger bij Team Raleigh op hetzelfde gevoel speelde.”

Dedecker: “Maar waarom was er nu zoveel te doen rond Uijtdebroeks in de pretletterbrigade (de media, red.)? De wet van 1978 bestaat toch? Hij had bij Bora een contractje van 100.000 euro per jaar. Dan koop je dat af, hé.”

De Cauwer: “Het wielrennen moet wel een denkoefening maken: waar willen we als sport naartoe? Hoe hou je een competitief evenwicht? Kan je voor een Tourselectie bijvoorbeeld een maximumaantal UCI-punten opleggen? Want wat kan Arkéa-Samsic nu nog doen als Jumbo met zeven van de beste twintig renners van de wereld komt?”

“Nog een vraag: willen we afkoopsommen zoals in het voetbal? Ik heb zelf mijn Avia-ploegske gehad, waar Tim Wellens en Dylan Teuns zijn uitgekomen. Daar hebben we niet eens duizend frank voor gekregen.”

Dedecker: “Moet dat altijd, José? Ben je als leraar van de lagere school niet blij als de jongen die je wiskunde hebt gegeven later naar de universiteit gaat?”

De Cauwer: “Neen, maar het gaat wel ver nu. Talenten stappen rechtstreeks over van de junioren naar de profs. Ze worden, zoals in het voetbal, weggekocht als tiener. De zoon van Oscar Freire heeft als nieuweling een contract gekregen bij UAE.”

Dedecker: “UAE is samen met Ineos één van de financiële grootmachten van de koers, maar met een budget van 50 miljoen euro. Dat is minder dan een topclub in de Belgische voetbalcompetitie. Wat stelt de koers dan voor als wereldsport?”

Mogen we zeggen dat België met Remco Evenepoel, Jasper Philipsen en Wout van Aert de beste generatie wielrenners sinds de jaren zeventig heeft?

De Cauwer: “Een fenomeen als Eddy Merckx zit er natuurlijk niet tussen, maar los daarvan klopt die vaststelling wel. Alleen al in de sprint hebben we Philipsen, maar daarnaast ook nog Tim Merlier, Arnaud De Lie en Jordi Meeus die wint op de Champs-Elysées.”

Raes: “Om het nu eens over Wout van Aert te hebben: wordt zijn seizoen niet te makkelijk weggezet als niet goed genoeg? Alleen die keuze om Gent-Wevelgem weg te geven. Wat moeten we daarvan vinden, José?”

De Cauwer: “Ik heb gezegd: ‘ik zou het niet doen’. Daarna kreeg ik een heel epistel van (sportief manager bij Jumbo-Visma, red.) Merijn Zeeman. ‘Mr. De Cauwer, we kennen elkaar niet, maar het zou mooi zijn om elkaar te ontmoeten. Jij zegt nu dat wij Wout te veel druk opleggen door vooraf aan te kondigen dat het alleen om de Ronde en Roubaix draait…’ Enfin, een heel betoog, maar ik blijf bij mijn gedacht. Gent-Wevelgem had Wout niet moeten weggeven.”

Raes: “Mag ik nog een vraag stellen, José? Hoe belangrijk is slaap voor een renner?”

De Cauwer: “Superbelangrijk, natuurlijk. Dat houden ze allemaal hier bij, hé (wijst naar de smartphone, red.) Trainen, eten, slapen… alles wordt gemonitord. Op zijn manier doet zelfs Mathieu van der Poel dat ondertussen.”

Die er ook geen slechtere coureur van geworden is.

De Cauwer: “Had ik hier vorig jaar al niet gezegd dat het zijn jaar zou worden? Adrie had mij verteld dat hij meer voor de prijzen en minder voor de galerij zou koersen. Voor mij is het WK veldrijden in Hoogerheide een kantelpunt geweest. De hele wereld – of toch dat hele kleine wereldje – hield hem in de gaten. De hele week grote verhalen over de balken die vader Adrie er zogezegd speciaal voor hem had gelegd. Uiteindelijk heeft hij ze niet eens gebruikt. Gewoon Van Aert onderweg choco gereden en dan geklopt in de sprint.”

Raes: “Ik vond Milaan-Sanremo het strafste van allemaal: hoe hij daar op de Poggio achter Pogacar duikt. Maar dat was natuurlijk op VTM. Sorry, José.”

De Cauwer: “Geen probleem, dan kan ik ook eens tv kijken. Maar ik heb de allerstrafste Van der Poel op het WK in Glasgow gezien. Hij rijdt op kop met Pogacar, Van Aert en Pedersen, de beste vier eendagsrenners ter wereld samen. En zelfs van die mannen rijdt hij gewoon weg. In één keer boeken toe.”

Dedecker: “De Tour was ook straf, als locomotief voor Philipsen. Die mag twee mouwen van zijn groene trui scheuren en ze aan Van der Poel geven.”

Het vrouwelijke equivalent van Van der Poel dit jaar: Sportvrouw van het Jaar Lotte Kopecky.

Raes: “Ik vind het mooi om te zien hoe goed ze in haar vel zit. Haar mentaal overwicht tijdens het WK op de weg was fenomenaal. Die overtuiging: ‘ik ga dat spel hier winnen’.”

De Cauwer: “In de Tour eindigt ze tweede, ondanks de Tourmalet onderweg. Een geweldig jaar. Een onwaarschijnlijk verhaal ook. Hoe ze rechtop is blijven staan na het drama met haar broer. Ik vraag me af: zou ze daar geen terugslag van krijgen?”

Dedecker: “Een tour de manivelle kan altijd in zo’n geval.”

Raes: “Een wát?”

Dedecker: “Een tour de manivelle. Zoals je vroeger de auto’s moest opdraaien met een krukas. Daar kon je ook een terugslag van krijgen.”

De Cauwer: “Wij hebben nog zo’n tractor gehad. Een ééncilinder. Daar moest je ook maken dat uw pollekes weg waren.”

Met twee ex-coaches aan tafel: wat vinden we ervan dat Lotte Kopecky zo succesvol kan zijn zonder vaste trainer?

Dedecker: “Kopecky is de verdiende Sportvrouw van het Jaar, maar je moet je ook durven afvragen: hoe volwassen is de sport? Wielrennen bij de vrouwen is een sport van twee landen. Onder impuls van gelijkheid en woke wordt het ons door de strot geramd, maar de volwassenwording is nog aan de gang. Ik herinner mij de Tour twee jaar geleden. Na Annemiek van Vleuten hadden ze allemaal de vallende ziekte. Kopecky doet het geweldig, maar die prestaties halen zonder coach zou in de mannensport niet lukken.”

Op het WK in Glasgow maakten zeven verschillende nationaliteiten de top tien uit. In het baanwielrennen is de Angelsaksische wereld sterk vertegenwoordigd, het vrouwenwielrennen is meer dan België en Nederland.

Dedecker: “Op de weg is het toch vooral Vollering tegen Kopecky. In het veld wint Fem van Empel alles, tenzij ze een keer thuisblijft. Dan is het haar landgenote Ceylin Alvarado. Ik heb dat meegemaakt in het judo. Ingrid Berghmans werd in 1980 wereldkampioen en ze schrok er zelf van. Toen deden achttien landen mee, vandaag 136. Het vrouwenwielrennen moet die sprong nog maken, maar ondertussen wordt het ons wel opgedrongen.”

De Cauwer: “Ik vind dat een goeie duiding, Jean-Marie. Zonder dat het iets afdoet van de kwaliteiten van Kopecky, maar het vrouwenwielrennen heeft nog een hele weg af te leggen. Er zijn nog niet genoeg goeie vrouwen om die gelijkheid met de mannen helemaal door te trekken. In de Tour één keer doortrekken op een col en er blijven er nog vier over. Het peloton is nog niet homogeen genoeg samengesteld. Ik kan mij ergeren als ik naar vrouwenkoers kijk en zo’n moment in de koers zie waarbij ik denk: ‘nu demarreer je toch?’ Bij de mannen gebeurt dat garanti. Bij de vrouwen niet. Maar nog eens: dat gaat allemaal komen.”

© Getty Images

Om het bruggetje naar de Spelen te maken: biedt het wielrennen ons land de beste kans op medailles?

De Cauwer: “Kopecky kan in Parijs zowel op de weg als op de piste scoren. Ze zal geen topteam zoals de Nederlanders achter zich hebben, maar in Glasgow heeft ze getoond dat ze dat ook niet nodig heeft. Oranje heeft in de breedte meer te bieden, maar daar is het vaak ambras.”

“Wielermedailles kunnen zeker, maar zonder garanties. Evenepoel is wereldkampioen tijdrijden, maar daar zit je wel met het fenomeen Joshua Tarling.”

Eén jaar voor de Spelen voorspelde het statistiekenbureau Gracenote dertien medailles voor ons land. Ondertussen heeft het dat teruggebracht naar tien.

Dedecker: “Dat is niet onlogisch. In het jaar voor de Spelen komen nieuwe namen naar voor. Kijk naar het voorbije EK judo, waar ons land voor het eerst sinds 2017 geen medailles heeft gehaald. Ook Matthias Casse niet. Ik vind dat ergens een voordeel: een wake-upcall. Hij is net terug van Japan en daar eindigde hij al tweede.”

Casse kan nu ook opnieuw samenwerken met zijn Nederlandse coach Mark van der Ham.

Dedecker: “Een groot geluk. Van der Ham is teruggekeerd uit Azerbeidzjan, waar hij tien keer meer verdiende dan hier. Ook in het judo spreekt de macht van het geld. Ik heb ooit de kans gekregen om voor veel geld naar Engeland te gaan, maar ik ben gebleven voor Ulla.”

Raes: “Jammer dat Casse in Tokio door een blessure zijn kansen niet voluit kon verdedigen.”

Dedecker: “Dat hoeft geen slechte zaak te zijn. Ik wil er een fraaie fles wijn op verwedden dat hij in Parijs goud wint. Werbrouck won olympisch goud in 1996 omdat ze in 1995 verloren had. Matthias heeft the eye of the tiger. Zoals Emma Meesseman of Nafi Thiam. Groot op de grote momenten. Hij is de opvolger van Robert Van de Walle. Iemand die alles heeft: de brains, de babbel en de looks.”

Voor de drie gouden medaillisten van Tokio staan de sterren op dit moment niet bijzonder gunstig. De Red Lions verliezen twee keer op rij van Nederland, Nafi Thiam sukkelt met blessures en voor Nina Derwael wordt het een hele klus om zich zelfs maar te kwalificeren.

Raes: “Thiam is op dit moment wel opnieuw aan het trainen in Stellenbosch in Zuid-Afrika. Ik vind haar een fenomenale atlete en iemand voor wie ik ook als persoon een grote bewondering heb. Ze blijft zichzelf en wil duidelijk niet te veel meespelen in het circus. Voor haar is het: ‘ik ben goed in sport, ik doe dat graag en verder houd ik alle andere verplichtingen zoveel mogelijk af.’ Ze heeft ook de status om zich dat te kunnen permitteren.”

De Cauwer: “Thiam is top, maar de vaststelling klopt wel: een zekere medaille – iemand die de

© AFP

voorbije twee jaar twee klassen beter was dan de rest – hebben we op dit moment niet.”

Raes: “We hebben geen Mondo Duplantis.”

Dedecker: “Neen, maar ik deel het pessimisme niet. Ik denk dat ons land er net heel goed voorstaat. Individuen overkomen je, maar de sterkte van een sportland kan je afmeten aan de teamsporten. De Cats doen mee, de hockeyers doen mee bij de mannen en de vrouwen en als de volleyballers niet verliezen van Bulgarije staan ze in Parijs bij de laatste twaalf.”

“Daarnaast heb je op elke Spelen verrassingen. Al gehoord van Sarah Chaari? Een wereldkampioene taekwondo, weliswaar in een niet-olympische gewichtsklasse min 62 kilo. Maar in Parijs kan ze ook in de min 67 kilo een medaille pakken. Ik wil maar zeggen: Gracenote moet je relativeren. Er kan altijd een kleiduif uit de lucht vallen en we zullen ook wel opnieuw een paard zonder stootvoeten hebben. Een rijk Westers land moet één medaille halen per miljoen inwoners. Daar zitten we in de buurt van.”

De Cauwer: “In de paardensport zijn we top, alleen al als kwekers.”

Dedecker: “En ezels dat we hebben in ons land, José. Die moet je eens samen zien zitten in het parlement.”

Raes: “Hoe zit het met zwemmen? Kunnen we daar een medaille halen?”

Dedecker: “Dat is opnieuw zoals vroeger, Frank. Hopen dat er niemand verdrinkt.”

Mogen we nog hopen op Derwael in Parijs?

© ID/ Lieven Van Assche

Raes: “Dat wordt een lastig verhaal. Er is te veel gebeurd: een blessure, acht maanden voor de Spelen veranderen van coach… Ik vond dat een rare beslissing. Enkel voor Derwael hadden ze Marjorie Heuls en Yves Kieffer moeten aanhouden. De generatie na Derwael – Jutta Verkest, bijvoorbeeld – is na de Spelen van Tokio niet doorgegroeid. Op het voorbije WK in eigen land hebben we zonder Derwael niks gehaald.”

Dedecker: “Turnen is een ascetensport. Bloed, zweet en tranen. En eens je van het leven hebt geproefd, is het moeilijk om daarnaar terug te keren.”

Simone Biles is er wel in geslaagd.

Dedecker: “Dan heb je het over niveau Messi.”

Raes: “Biles is een fenomeen, een wonderlijke gymnaste. Veel kleiner ook dan Derwael, wat naar impact en belasting een voordeel is.”

Derwael spreekt ondertussen zelfs over Los Angeles 2028.

Dedecker: “Daar geloof ik helemaal niet in. We hebben het al een paar keer over the eye of the tiger gehad. Derwael heeft dat in overvloed, maar bij vrouwensport speelt ook de roep van de baarmoeder mee. En ik herhaal: ze kent het echte leven ondertussen. Het is moeilijk om terug te keren naar het klooster eens je in de Zillion bent geweest.”

De Cauwer: “Ben jij in je leven in de Zillion geweest, Jean-Marie?”

Dedecker: “Neen, eigenlijk niet.”

De Cauwer: “Allez, alleen in het klooster dan.”

In deel 2: “Dat Alderweireld en Vertonghen zo kunnen uitblinken, zegt alles over onze smurfencompetitie”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer