Direct naar artikelinhoud
De wendingLuc Sels

‘Ik voelde de energie wegstromen uit mijn lichaam. Tegen de vicerector die bij mij was, zei ik: ‘Ik denk dat het voorbij is’’

KU Leuven-rector Luc Sels: ‘Ik zou graag persoonlijk in gesprek gaan met de vader van Sanda.’Beeld Tim Dirven

Dit najaar had hij een zwaar ongeval, maar daar is hij niet anders door gaan leven. De wending voor 2023 zit hopelijk in de slechte PISA-resultaten, hoopt KU Leuven-rector Luc Sels. En er kwam ook een einde aan het proces rond de dood van Sanda Dia. ‘Reuzegom kleeft aan mij.’

Zijn werkritme is weer even pittig als voor zijn ongeval. In het nieuwe jaar is Luc Sels stilaan weer de oude. In oktober struikelde hij over een tramspoor in Melbourne terwijl hij mee was op de Belgische economische missie, met als gevolg een diepe scheur in de linkernier, een lange hospitalisatie en een verblijf van bijna een extra maand in Australië.

Er is nog wat pijn, vertelt hij, maar intussen heeft hij het lopen voorzichtig weer opgepikt. “Ik loop inderdaad veel. Ik ben er trouwens van overtuigd dat mijn goede fysieke conditie ervoor gezorgd heeft dat ik relatief snel hersteld ben van een toch wel kritieke situatie.”

Eerder zei u in De Morgen dat u uw leven voorbij had zien flitsen.

“Ik kan die ervaring niet echt reconstrueren, maar ik voelde de energie wegstromen uit mijn lichaam. Ik had geen zuurstof meer, kon niet meer ademhalen. Tegen de vicerector die bij mij was, zei ik: ‘Ik denk dat het voorbij is.’

“Maar ondertussen is dat ongeval stilaan een afgesloten hoofdstuk voor mij. Ik wil er ook absoluut niet over klagen. Het komt goed met mij. Als je gehospitaliseerd bent op een trauma-afdeling, zie je veel patiënten die dat helaas niet kunnen zeggen. Mijn respect voor mensen die aan chronische pijn lijden is alleen maar toegenomen.”

Na zo’n gebeurtenis gooien mensen hun leven soms om. Staat u anders in het leven nu? Zult u bijvoorbeeld minder gaan werken?

“Zeker niet. Mijn functie als rector stopt op 31 juli 2025. Dan heb ik twee termijnen als rector afgerond, en dat is aan de KU Leuven het maximum. In dat resterende anderhalve jaar zal ik nog alles geven. Ik wil kunnen afmaken wat we begonnen zijn. En ik wil iets moois overdragen aan mijn opvolgster of opvolger.

“Hard werken heb ik altijd gedaan en velen kennen me als een dossiervreter. Wat je wel moét zijn in deze stiel, omdat je in heel uiteenlopende domeinen expertise moet opbouwen. Degene die na mij komt is gewaarschuwd (glimlacht).”

U leidt een onderwijsinstelling. Hoe kijkt u naar de jongste PISA-resultaten, waaruit blijkt dat het niveau van Vlaamse leerlingen voor lezen, wiskunde en wetenschappen sneller achteruitgaat dan gemiddeld in de OESO, en zelfs nog nooit zo laag is geweest? Vlak voor deze resultaten bekend werden, schreef u nog in het KU Leuven-magazine Sonar: ‘Ik deel het pessimisme over de onderwijskwaliteit en het lerarentekort niet.’

“Ik deel absoluut de bezorgdheid over de daling van het niveau. De PISA-resultaten zijn een heel stevig signaal, en ik neem ze bijzonder ernstig. Maar met pessimisme win je niets. Ik wil deze resultaten eerder zien als een call to action om nu volop de bocht te nemen.

“De aanzet naar een koerswijziging is al enkele jaren in ontwikkeling, en ik ben er tamelijk gerust in dat we nu de bodemkoers hebben bereikt. De aanbevelingen die de Commissie van Wijzen onlangs formuleerde, reiken daar ook de hefbomen voor aan.

“Ik behoud mijn vertrouwen in de leraar van morgen. En ik merk stilaan weer meer enthousiasme voor het beroep, voor de schoonheid en het professionalisme van het leraarschap. Ook de regering neemt allerlei initiatieven. Dat stemt mij hoopvol.”

Bestaat dat vertrouwen in leerkrachten nog wel? Zij waarschuwen bijvoorbeeld al jaren dat er veel te weinig aandacht gaat naar kennis in het onderwijs. Maar er werd amper naar hen geluisterd.

“U haalt een terecht punt aan. Ik heb het nawoord geschreven in het recente boek van Dirk Van Damme (onderwijsexpert die in augustus het boek ‘Emancipatie, excellentie en eerlijke kansen. Een progressieve visie op onderwijs’ publiceerde, red.). Dirk en ik verschillen op meerdere punten van mening, maar we zijn het er allebei over eens dat de focus weer meer op kennis en vaardigheden moet liggen in het onderwijs, maar ook dat ambitie en excellentie niet haaks staan op inclusie en zorgzaamheid. Plus est en vous, daar moeten we weer naartoe: hoge verwachtingen formuleren en die ook durven uit te spreken.

“Er wordt in dit debat ook te vaak met de vinger gewezen naar het onderwijs, de leraar en de leerling. We moeten ons de vraag stellen hoeveel taken die eigenlijk tot de kern van de opvoeding horen ondertussen in het curriculum van een school of in de opdracht van een leraar zijn ondergebracht. Voor alle duidelijkheid: er mag een stevige overlap zijn. De focus op welzijn en zorg in scholen is absoluut noodzakelijk. Maar de hoge verwachtingen die in de school worden uitgesproken, kunnen maar effect hebben als ze ook door de ouders thuis worden gedragen, of door het sociale netwerk waarin kinderen opgroeien.

“Ik maak me soms zorgen over de vergaande individualisering in deze samenleving. Alsof alles moet mogen en kunnen. Ik moet nu denken aan de slogan van de Warmste Week in 2021: ‘Kunnen zijn wie je bent, dat verdient iedereen.’ Een heel nobele gedachte, maar het dreigt weleens geïnterpreteerd te worden als: er mag veel en er moet weinig.

“Kinderen en jongeren moeten hun pad kunnen uitstippelen, maar soms worden ze wel erg snel gevolgd in hun intuïtieve keuzes. Ze doen iets niet graag, en dus hoeven ze het niet te doen. Een kind heeft ook baat bij sturing, zodat het op basis van potentieel en competenties misschien ambitieuzere keuzes kan maken.”

Op 7 december publiceerde u een open brief in deze krant. Die dag was het vijf jaar geleden dat Sanda Dia stierf tijdens zijn studentendoop. Ik citeer even uit uw brief: ‘Ik vecht met vragen die soms wel een antwoord krijgen, maar nooit echt beslecht worden. Hebben we fouten gemaakt? Hadden we meer en beter kunnen doen, in die eerste dagen en weken? Hebben we juist gehandeld in die lastige afweging tussen de snelheid van tuchtrecht en de traagheid van strafrecht?’ Hebt u voor uzelf ook antwoorden geformuleerd op die vragen?

(denkt lang na) Ik weet niet of ik op uw vraag kan antwoorden. Ik wil niet defensief overkomen of de indruk wekken dat ik de stappen die we als universiteit gezet hebben absoluut wil rechtvaardigen. Zeker niet zolang het geheel voor mezelf geen plaats heeft gekregen, en ik zit nog niet op dat punt. En ook niet zolang het gesprek met de vader van Sanda niet opnieuw een kans heeft gekregen.

“Dat is nog niet gebeurd, nee. Wel met de vrienden van Sanda, maar niet met de familie. Zoiets vraagt tijd. Als er iemand in deze wereld is die ik zijn kwaadheid nooit kwalijk zal nemen, dan is het wel de vader van Sanda. Ik verplicht mezelf dus om niet publiekelijk te reageren op die vragen. Ik heb niet het gevoel dat wij fouten hebben gemaakt, maar de vraag stellen is wel belangrijk, vind ik.

(zwijgt even) Reuzegom kleeft aan mij. En elk jaar rond de zevende december komt dat heel fel terug. Wat ik vooral wou aangeven met mijn open brief was: mag je in zo’n situatie zelf verdriet hebben? Ik heb verdriet, maar het verdwijnt natuurlijk in het niets in vergelijking met wat de familie meegemaakt heeft. En wat ik ook wilde beklemtonen is dat Sanda Dia ontzettend veel in beweging heeft gebracht. Hij heeft de beweging naar een meer inclusieve, respectvolle universitaire gemeenschap versneld.

“Maar het is een rugzak. Wellicht meer voor mij dan voor anderen, omdat ik in 2020 – toen het gerechtelijke dossier gelekt werd en wij ook plots heel wat nieuwe informatie kregen – in de bres ben gaan staan. Dat vond ik mijn verantwoordelijkheid als rector, maar het volle gewicht is bij momenten heel zwaar om dragen geweest.”

In een interview in Humo in juni van dit jaar zei de vader van Sanda Dia dit: ‘Sels had de Reuzegommers onmiddellijk moeten wegsturen van zijn universiteit. Hij had moeten dreigen met het stopzetten van hun studie, dan zouden de jongens die alles hebben gezien maar niet verantwoordelijk waren voor de dood van Sanda wél hebben gesproken. De KU Leuven is er verantwoordelijk voor dat de waarheid niet aan de oppervlakte is gekomen, ook niet op het proces.’ Dat zijn stevige woorden. Hoe komt dit binnen bij u?

“Het zijn heel stevige woorden. Maar ik heb dermate veel respect voor de pijn van Ousmane Dia dat ik de antwoorden op die vragen eerst aan hem wil geven, en dus niet aan u. Als dit is hoe hij het beleeft, dan heeft hij het recht om zijn vragen zo scherp te formuleren. Maar ik zou graag persoonlijk in gesprek gaan met hem over de keuzes die wij gemaakt hebben. Een gesprek in alle openheid. Ik sta nog altijd achter die keuzes, maar hij heeft het volle recht om het niet met mij eens te zijn. En zelfs om kwaad te blijven op mij.”

Op 26 mei werden de straffen voor de veroordeelde Reuzegommers uitgesproken: werkstraffen van 200 tot 300 uur, boetes van 400 euro. Er is veel protest gekomen op die straffen, men vond ze veel te licht. ‘Fok Reuzegom’ staat nog altijd in grote letters geschreven op een oud gebouw van De Lijn, zichtbaar voor iedereen die Leuven met de trein binnenrijdt. Kunt u de verontwaardiging over die straffen begrijpen?

“Absoluut. Ik zal de basisbeginselen van de rechtsstaat en de scheiding der machten altijd blijven verdedigen. Maar een proces maakt duidelijk dat die rechtsstaat ingebed is in een samenleving. De morele verontwaardiging was fel, maar ze heeft ook positieve effecten. Mocht ze er op zo’n moment niet zijn, zou het gerechtelijk apparaat minder aan introspectie doen: zijn onze regels transparant en consistent, zijn onze uitspraken billijk, zorgen huidskleur of afkomst mogelijk voor vertekeningen in onze rechtspraak? De vraag stellen is niet ze beantwoorden, voor alle duidelijkheid, maar het zijn wel legitieme vragen.

“Die weken van het proces waren ook voor mij een heel heftige periode. Maar het heeft ook duidelijk gemaakt hoe moeilijk onze opdracht in 2019 geweest is, als je ziet dat de gerechtelijke instanties na een jarenlang onderzoek het zo lastig hadden om tot een besluit te komen en dat besluit te doen aanvaarden in een samenleving. KU Leuven moest in enkele maanden tijd tot conclusies komen, met veel minder informatie.”

Advocaat Sven Mary blijft zich de vraag stellen waarom de KU Leuven zich geen burgerlijke partij heeft gesteld in de zaak-Sanda Dia. Dan hadden de gesprekken die de universiteit gevoerd heeft met de Reuzegommers na de tuchtsancties in 2019 gedeeld kunnen worden met hen, zei hij, en dat zou belangrijke informatie opgeleverd hebben.

“Dat is een vraag waar ik tot nu toe nooit op geantwoord heb, en ik twijfel of ik het nu wel moet doen.

(denkt na en antwoordt dan toch) De belangrijkste reden om ons geen burgerlijke partij te stellen was dat we niet de indruk wilden wekken dat wij een leed droegen dat vergelijkbaar was met dat van de familie. Het was uit respect voor de familie dat we ons geen burgerlijke partij hebben gesteld. Dat is een van de voorbeelden die ik graag eens zou bespreken met de familie. Men kent niet altijd de redenering achter bepaalde beslissingen.

“Onze zorg was ook altijd dat we op geen enkele manier de rechtsgang wilden belemmeren door misschien foute stappen te zetten. Zo zie je maar dat goede bedoelingen lang niet altijd zo worden ervaren en begrepen.”

Nog een laatste vraag. Onlangs werd bekend dat de paus volgend jaar België bezoekt, op uw uitnodiging en die van de rector van de UC Louvain. Waarom vindt u dat belangrijk?

“De KU Leuven is de oudste nog bestaande universiteit die geworteld is in een katholieke traditie. Dat betekent wel wat, ongetwijfeld ook voor Rome. Bovendien zijn we een wereldspeler. Het lijkt ons dus boeiend om met de paus in gesprek te gaan over de positie van christelijk geïnspireerde universiteiten in deze pluralistische samenleving.

“Hij is ook echt een wereldleider, iemand die een actieve rol speelt in bijvoorbeeld geopolitieke conflicten. Ik begrijp de gevoeligheden over dit bezoek, maar ik nodig iedereen uit om het bezoek te zien als een kans om de dialoog aan te gaan. Over de problemen in de kerk, maar ook maatschappelijke thema’s als duurzaamheid en klimaatverandering, of de vluchtelingenproblematiek.”

Godvergeten heeft dit jaar veel teweeggebracht, en de slachtoffers van misbruik in de kerk hebben verbolgen gereageerd op dit aangekondigde bezoek.

“Die verontwaardiging begrijp ik heel goed, en ik voel ze ook binnen onze universiteit. De KU Leuven is altijd een kritisch denkcentrum geweest binnen de christelijke wereld. Die rol willen we ook nu opnemen, en ik hoop ook dat de kerk die kans zal grijpen.

“Maar toch ook dit. Het beeld van de kerk wordt momenteel gereduceerd tot wat zich afspeelt rond misbruik, maar er zijn nog altijd heel wat mensen die belang hechten aan de waarden en de spirituele rijkdom van het christelijke geloof. Laten we dus deze kans grijpen om het gesprek aan te gaan met de hoogste kerkleider, die in vergelijking met zijn voorgangers behoorlijk wat openheid heeft getoond op veel vlakken. In alles wat ik doe, ga ik ervan uit dat het beter is om de dialoog aan te gaan dan om hem af te blokken.”