Direct naar artikelinhoud
NieuwsBuitenland

Tijdens vlucht 516 van Japan Airlines: ‘Iedereen begon in het Japans te schreeuwen. Ik begreep er niets van’

De 17-jarige Zweed Anton Deibe zat in het brandende vliegtuig van Japan Airlines.Beeld Deibe/Reuters

De 17-jarige Anton Deibe en zijn familie vlogen naar Tokio toen hun vliegtuig in botsing kwam met een vliegtuig van de kustwacht. Hij doet zijn verhaal. ‘Iedereen begon in het Japans te schreeuwen. Ik begreep er niets van.’

Anton Deibe, een middelbare scholier uit Stockholm, was met zijn gezin op reis in Japan om de vijftigste verjaardag van zijn vader te vieren. Ze bevonden zich tussen de passagiers van Japan Airlines vlucht 516 toen het dinsdag in botsing kwam met een vliegtuig van de kustwacht. Alle passagiers en bemanningsleden van Antons vliegtuig kwamen er levend vanaf.

Omdat de stoelindeling van het vliegtuig in het Japans was, konden Anton en zijn familie, die de taal niet begrijpen, geen stoelen bij elkaar boeken. Anton zat met zijn 15-jarige zus Ella een paar rijen van de achterkant van het vliegtuig. Ella had een stoel aan het raam. Hun vader, Jonas Deibe, zat ongeveer zeven rijen voor hen en hun moeder, Kristin Deibe, zat twee rijen voor hen.

Na een week skiën in het Japanse Niseko wilden ze een week Tokio bezoeken, waar ze dinsdagavond naartoe gingen toen hun vliegtuig in brand vloog. “De vlucht was aangenaam tot we er bijna waren”, herinnert Anton zich woensdag vanuit een hotel in Tokio. “We zaten links achterin. Ella keek uit het raam. Ik keek naar het entertainmentscherm en zag dat er nog drie minuten waren tot aankomst. Toen leunde ik voorover om mijn jas in mijn rugzak te stoppen.”

“Toen ik bukte, voelde ik dat het extreem heet werd aan de linkerkant van mijn gezicht. Ik keek naar links en zag vuur en rook buiten alle ramen aan de linkerkant.”

Pikdonker

“Toen begon het vliegtuig te schudden, alsof er sterke turbulentie was. Tegelijkertijd werd het binnen heel heet en gingen alle lichten uit. Het was pikdonker. Zelfs de noodverlichting scheen niet. Ik zag alleen het licht van het vuur.”

Hij zegt dat hij dacht dat een vogel misschien het vliegtuig had geraakt, maar hij wist niet wat er gebeurd was. Hij voelde de wielen stuiteren op de landingsbaan. Het vliegtuig stopte snel, zegt hij. “Iedereen begon in het Japans te schreeuwen. Ik begreep er niets van”, zegt hij. Toch “was er veel minder commotie dan ik had gedacht. De passagiers waren kalm. Natuurlijk was iedereen bezorgd en bang”.

Een luchtbeeld toont de uitgebrande Airbus A350 van Japan Airlines.Beeld via REUTERS

Anton zegt dat hij later hoorde dat de botsing met het andere vliegtuig precies plaatsvond op de plek waar hij zat, bij de motor achter de vleugel.

“Ik had er geen idee van dat we met een ander vliegtuig waren gebotst”, zegt Anton. Hij zegt dat de passagiers buiten rook konden zien, “maar toen begon die rook de cabine binnen te dringen. Het rook verbrand en naar chemicaliën.” Hij zegt dat hij zijn hoodie gebruikte om zijn neus en mond te beschermen. “Het voelde als naalden in je keel”, herinnert hij zich.

Nooduitgang

Op dat moment was vader Jonas teruggekeerd naar een lege stoel bij zijn kinderen. De stewardessen liepen met zaklampen door de cabine, vertelt Anton. “Het werd steeds moeilijker om te ademen”, vertelt Anton. “Het was verschrikkelijk. We wisten niet wat er ging gebeuren. We hoopten alleen dat iemand de nooddeuren zou openen zodat we eruit konden springen.”

Minuten later werden de deuren van de nooduitgang geopend, zegt Anton.

Nooduitgang
Beeld ANP / EPA

“Ze schreeuwden in het Japans. We lagen allemaal voorovergebogen. Ik denk dat mensen aan het kruipen waren. Ik dacht dat dat de bedoeling was. Mensen kropen achter me. Voor mij kon ik niets zien. Alles ging zo verdomd snel. Papa kroop voor me. Ik deed hetzelfde. Mijn zus zat vlak achter me.” Hun moeder volgde.

Het vliegtuig verlaten via de noodglijbaan was op zichzelf een uitdaging. “Het was een lange val”, beschrijft Anton. Hij had voor de reis een handoperatie ondergaan en draagt gips om zijn rechterhand. Eenmaal op de grond rende de familie zo snel als ze kon uit het vliegtuig naar een veld met hoog gras. “We bleven maar rennen. We hoorden de motor nog draaien en vuur spuwen, met grote vlammen rond het vliegtuig. We wilden gewoon zo ver mogelijk weg.”

Anton ontsnapte met slechts de kleren die hij aanhad. Maar de familie is veilig en gaat door met hun reis door Japan. “Het was een vreselijke ervaring”, besluit Anton. “Het voelde onrealistisch, alsof je in een film zat.”

© The New York Times