VRT-verkeersanker Hajo Beeckman na nieuws "strafste flitspaal van België": "Dynamische borden soms niet logisch"

De dynamische snelheidsborden boven snelwegen in Vlaanderen zijn belangrijk, maar voelen niet altijd logisch aan voor de weggebruiker. Dat zegt VRT-verkeersanker Hajo Beeckman na het nieuws over de "strafste flitspaal van België" op de ring rond Antwerpen. Het Agentschap Wegen en Verkeer zegt dat alles prima functioneert.

Eerder deze week verscheen het nieuws over de "strafste flitspaal van België". Die staat op de Antwerpse ring richting Nederland in Berchem en beboette in de eerste helft van 2023 maar liefst 64.000 weggebruikers. Op zich is dat logisch, want dat stukje ring is zowat het drukste wegvak in heel België.

BEKIJK - Dit is de recordflitspaal:

Videospeler inladen...

De flitspaal werkt echter ook op basis van de snelheden op de dynamische borden die boven de weg hangen. Bij de politie is te horen dat zeker 10 procent van de boetes te maken heeft met overtredingen van dynamisch aangegeven snelheidslimieten zoals 70 of 90 kilometer per uur.

“De snelheden die je op de borden ziet, zijn een gebod: je mag ze niet overschrijden,” zegt VRT-verkeerexpert Hajo Beeckman op Radio 1. “En die borden hebben absoluut ook een belangrijke functie: het Agentschap Wegen en Verkeer en het Vlaams Verkeerscentrum openen en sluiten er spitsstroken mee, sluiten rijstroken af bij ongevallen, en maken op die manier ook het werk van de hulpdiensten of wegenwerkers veiliger.”

“Het probleem zit ‘m soms echter in de snelheidsaanduidingen. De borden werken op basis van meetlussen in het wegdek die de snelheid én de verkeersdrukte meten. Een centrale server verwerkt die gegevens en stuurt dan automatisch aangepaste dynamische snelheden naar de betrokken borden. Daarmee wil de Vlaamse overheid twee vliegen in één klap slaan: de borden dienen zowel voor filebeveiliging als voor snelheidsharmonisatie,” aldus nog Beeckman, “en dat is soms een risico.”

Luister hier naar het gesprek op Radio 1 vanmorgen

Bij filebeveiliging bouwen de borden de snelheid voor het aankomende verkeer op een snelweg gradueel af van bijvoorbeeld 110 naar 50. Bij snelheidsharmonisatie zal het Verkeerscentrum met behulp van algoritmes bij erg druk verkeer de snelheid preventief wat verlagen (bijvoorbeeld tot 90 of 70) zodat de capaciteit van de weg beter gebruikt wordt en filevorming kan voorkomen worden. 

“Als je twee technieken echter door elkaar gaat gebruiken in complexe situaties zoals op de Antwerpse ring, met een constant wisselend verkeersbeeld, dan krijg je daardoor een schijnbaar vreemde opeenvolging van snelheidsaanduidingen, die niet altijd overeenkomen met de ervaring van de gemiddelde chauffeur,” vervolgt Beeckman.

“Na verloop van tijd tast je dan de geloofwaardigheid van die borden aan, mensen gaan ze deels negeren en op basis van eigen waarnemingen zélf beslissen wanneer ze hun snelheid matigen,” waarschuwt Beeckman nog, “maar dat is gevaarlijk: vaak waarschuwen de borden wel degelijk en terecht voor een acuut gevaar, en zou je direct moeten afremmen.”

Beeckman stelt twee oplossingen voor. De twee technieken van "filebeveiliging" en "snelheidsharmonisatie" niet met elkaar mixen maar apart toepassen. Bijvoorbeeld op het eerste wegvak één techniek, op het volgende de andere, naargelang de configuratie en de dagelijkse problemen op dat vak.

Ten tweede ervoor zorgen dat de snelheidsaanduidingen sneller op de borden terechtkomen. Nu versturen meetlussen in het wegdek uit heel Vlaanderen gegevens naar een centrale server in Antwerpen, en die zendt dan de aangepaste dynamische snelheden naar de betrokken borden, maar dat kan soms enkele minuten duren.

In Nederland, waar een eerste versie van het systeem van dynamische snelheidsregeling overigens in de jaren tachtig van de vorige eeuw is bedacht, sturen meetlussen de gegevens rechtstreeks en plaatselijk door naar kleine computertjes naast de weg waardoor het signaal sneller op de borden zichtbaar wordt.

“Vergeet ook niet”, besluit Beeckman, ”dat er in de volgende jaren steeds meer slimmere wagens op de weg zullen komen die met behulp van camera’s snelheidsborden boven en naast de weg capteren en dan in je cocon van de steeds groter wordende schermen en infotainmentsystemen recht in je gezicht zullen afficheren.

Dat is in eerste instantie informerend, maar op termijn zal ook het semi—automatisch rijden op de snelwegen een ingang vinden. Dat is een tussenstation naar de zelfrijdende auto. Die auto’s zullen op basis van die camera’s, maar ook sensoren én informatie van het Agentschap Wegen en Verkeer zélf gaan afremmen. Zodra die tijd komt – en die komt er zeker -  kan de Vlaamse overheid beter vandaag al beginnen met het bijsturen van haar meetsystemen en algoritmes.”

Het Agentschap Wegen en Verkeer zegt in een reactie aan VRT NWS dat het systeem wél naar behoren werkt. “De meetlussen doen goed hun werk. Ze reageren op het aantal voertuigen en de snelheid. Via een computer wordt dan berekend wat de ideale snelheid is en die snelheid wordt dan weergegeven op de borden boven de Antwerpse ring. Onze verkeersoperatoren houden ook manueel een oogje in het zeil. Dat systeem werkt goed en heeft ook een bewezen effect op de verkeersveiligheid”, aldus woordvoerder Katrien Kiekens.

Meest gelezen