Direct naar artikelinhoud
ReportageZuid-Afrika

In Johannesburg spat Mandela’s droom uiteen: glijdt de rest van Zuid-Afrika ook de ellende in?

In Johannesburg spat Mandela’s droom uiteen: glijdt de rest van Zuid-Afrika ook de ellende in?
Beeld EPA

Het rijke Johannesburg, ooit de bakermat van Nelson Mandela’s strijd voor een nieuw Zuid-Afrika, is een stad in verval. Door wanbestuur en corruptie heersen criminelen in buurten, inwoners leven door de wooncrisis in pure armoede. Met de verkiezingen voor de deur vraagt de rest van het land zich af: is dit de toekomst?

Bij elke windvlaag die door Nugget Street raast, valt de 53-jarige Nonzuzo Mthembu even stil. Doorpraten is zinloos, zo veel lawaai maken de luid flapperende lappen bruin plastic die voor het gapende gat in haar kamertje hangen. Op een dag, een paar jaar geleden, sprongen ineens alle ruiten. “Niemand weet waarom”, zegt Mthembu. “Waarschijnlijk verzakt het gebouw.” Ze zucht. “Alles hier gaat langzaam kapot.”

Toen Mthembu in 1995 haar geboortedorp Ngqwashu, in het oosten van Zuid-Afrika, verliet om in Johannesburg te gaan werken, belandde ze al snel in Remington House. Een veertien verdiepingen hoog gebouw, dat in het Central Business District (CBD) van de stad staat. De toenmalige eigenaar had het voormalige kantoorgebouw handig verbouwd tot een complex met 420 verhuurbare kamertjes, die met dunne houten schotten van elkaar werden gescheiden. Toen de eigenaar in 2012 overleed, kocht een grote investeerder het complex op om er ruime appartementen in te maken. “Dat konden wij natuurlijk nooit betalen”, zegt Mthembu. Ondanks meerdere uitzettingsbevelen weigerden de bewoners te vertrekken. Sindsdien wordt het pand gekraakt en stort het gebouw langzaam in.

Samen met haar drie kinderen en zes kleinkinderen leeft Mthembu er nu al meer dan een decennium zonder stroom, gas en water. Koken wordt hier gedaan op open vuur, de muren en de plafonds zijn zwartgeblakerd. Toiletten werken al jaren niet meer. De liftschachten fungeren als dumpplaats en zitten tot de derde verdieping vol met een berg rottend afval. De stalen brandtrappen zijn weggezaagd en verkocht als schroot, vanuit het trappenhuis lopen lange stralen urine de donkere gangen in.

Toch betaalt Mthembu nu ook ‘huur’, hoeveel wil ze niet zeggen. Toen het gebouw van eigenaar wisselde, betrok een criminele bende het pand, die bewoners dwingt haar maandelijks te betalen. Sinds de komst van de criminelen groeide Remington House uit tot een van de beruchtste gebouwen van Johannesburg. Geregeld worden voorbijgangers met een mes op de keel het gebouw in gesleept en beroofd. Meerdere vrouwen zijn in het gebouw verkracht. Wanneer criminelen met de politie op de hielen het gebouw in verdwijnen, staken de agenten hun achtervolging uit angst voor een hinderlaag. Alleen bij grootschalige politieoperaties durven agenten het gebouw te betreden.

Gekaapte gebouwen

Dat Mthembu en honderden andere bewoners niet allang door de politie uit Remington House zijn gehaald, is een gevolg van de gigantische wooncrisis die Johannesburg al jaren in zijn greep houdt, maar vooral de laatste vijf jaar op dramatische wijze escaleert. De stad heeft volgens de gemeente inmiddels zeshonderd soortgelijke ‘gekaapte’ gebouwen. Het gemeentebestuur geeft immigranten uit buurlanden als Malawi en Zimbabwe de schuld, zij laten de stad uitpuilen en zetten de gemeentelijke hulpbronnen onder druk, aldus het bestuur.

Gekaapte gebouwen
Beeld EPA

Hoewel Johannesburg de afgelopen decennia inderdaad naar schatting ongeveer vier miljoen buitenlanders aantrok (op een bevolking van 6 miljoen), verhuisden ook veel Zuid-Afrikaanse migranten van het platteland naar de stad. Ook in Remington House zijn de meeste bewoners Zuid-Afrikaans. Deskundigen stellen bovendien dat niet massa-immigratie, maar gemeentelijk wanbestuur en onuitroeibare corruptie de belangrijkste oorzaken zijn die ten grondslag liggen aan de wooncrisis van Johannesburg.

Dat deze wooncrisis juist in Johannesburg plaatsvindt, is volgens mensenrechtenactivist Andy Chinnah ‘extra pijnlijk’. Al sinds het ontstaan van ‘verticale sloppenwijken’ in het centrum brengt hij eten naar de bewoners van de vervallen gebouwen. Het verbaast Chinnah nog dagelijks dat zijn werk nodig is: Johannesburg is de rijkste stad van het Afrikaanse continent. Het is bovendien de plek waar Nelson Mandela in de jaren vijftig en zestig zijn strijd tegen apartheid begon, het racistische klassensysteem waarbij de zwarte bevolking van Zuid-Afrika door de witte machthebbers werd behandeld als tweederangsburgers. “Johannesburg, als toonbeeld van diversiteit en de belichaming van wat ‘de regenboognatie’ is gaan heten, stond altijd voor wat Zuid-Afrika had kúnnen zijn”, zegt Chinnah. “Maar nu lijkt het vooral een symbool te zijn voor de gigantische ongelijkheid die ook na de afschaffing van apartheid nog altijd in ons land bestaat.”

Einde van apartheid

Juist het einde van de apartheid had grote implicaties voor Johannesburg, zo zag Chinnah van dichtbij – het is een van de redenen dat de stad nu een wooncrisis doormaakt. “Tijdens apartheid mochten zwarte mensen niet in het stadshart wonen”, zegt hij. “Zwarte mensen die de politie na zes uur ’s avonds nog in het centrum aantrof, werden opgepakt.” Toen die regels werden opgeheven, trokken grote groepen zwarte Zuid-Afrikanen naar het centrum. Uit angst voor criminaliteit trokken veel witte ondernemers daarop juist naar de randen van de stad, waardoor veel kantoorgebouwen leeg kwamen te staan. “Die gebouwen werden al gauw gekraakt, soms zelfs al in de jaren negentig.”

‘We weten inmiddels dat er veel corrupte functionarissen zijn en zijn geweest die nauw samenwerkten met de criminele syndicaten’ OF ‘Ze kunnen wel zeggen dat ze krakers uit de gebouwen willen zetten, maar waar moeten die mensen dan heen?’
Angela RiversJohannesburgse Vereniging van Gebouweigenaren en Managers

Onder leiding van het Afrikaans Nationaal Congres (ANC), de partij van Nelson Mandela, trad de gemeente in de decennia die volgden, niet of nauwelijks op tegen de criminelen die in de panden in het stadshart trokken. “Veel van de gebouwen in het Central Business District zijn zelfs eigendom van de gemeente”, zegt Angela Rivers van de Johannesburgse Vereniging van Gebouweigenaren en Managers (JPOMA). “We weten inmiddels dat er veel corrupte functionarissen zijn en zijn geweest die nauw samenwerkten met de criminele syndicaten die in de overheidsgebouwen zijn getrokken.” Volgens Rivers zouden overheidsfunctionarissen de criminelen hebben verteld welke gebouwen nog leegstonden, waarop de criminelen het gebouw konden kapen.

Corruptie

Jarenlang konden functionarissen en criminelen hun gang gaan, tot afgelopen zomer een grote brand in een door criminelen overgenomen pand internationale aandacht kreeg. Bij het inferno in ‘80 Albert Street’, waar honderden mensen leefden in een gevaarlijk en verkrot overheidsgebouw, kwamen op 31 augustus zeker 77 bewoners om het leven, twaalf van hen waren kinderen. “We moeten lessen trekken en de criminele elementen uitroeien”, zei de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa tijdens een bezoek aan het uitgebrande pand. “Het is een wake-upcall om de huisvestingssituatie in de binnenstad aan te pakken.”

Corruptie
Beeld EPA

De woorden van de president worden door de inwoners van Johannesburg met scepsis ontvangen: Ramphosa’s partij, het ANC, wordt door velen juist gezien als de aanstichter van de crises die de stad ondergaat. “Tot 2016 was het ANC in Johannesburg oppermachtig”, zegt Naledi Modise, docent politicologie aan de North-West University in Mahikeng. Sinds de verkiezingen van dat jaar wordt de partij steeds verder afgestraft voor de vele corruptieschandalen, de wooncrisis, stroomstoringen en watertekorten. “De afgelopen jaren zagen we dat ANC-stemmers uit frustratie niet meer stemden, of juist hun stem uitbrachten op nieuwe, kleinere partijen. Dat maakte kleinere partijen machtiger dan ooit.”

Maar in de stad waar het ANC bijna drie decennia met een meerderheid regeerde, bleek het vormen van een coalitie met kleine partijen na het afbrokkelen van het ANC lastig. De afgelopen twee jaar hielden coalities het zelfs zo kort uit, dat Johannesburg maar liefst zes burgemeesters versleet. “Problemen als de woningcrisis worden dus nog eens verergerd door een aanhoudende coalitiecrisis”, zegt Lebogang Legodi, een politicoloog verbonden aan de Universiteit van Limpopo. “Terwijl partijen en bestuurders hun voorgangers en elkaar beschuldigen, schuiven ze maatregelen en oplossingen voor zich uit.”

Problemen als de woningcrisis worden dus nog eens verergerd door een aanhoudende coalitiecrisis OF De groeiende zwarte middenklasse van Zuid-Afrika is gedesillusioneerd en gefrustreerd
Lebogang Legodipoliticoloog (Universiteit van Limpopo)

Spanning in het land

De opeenstapeling van crises in Johannesburg wordt in de rest van het land met ingehouden adem gevolgd. “De gemeente van Johannesburg is een microkosmos van wat er zou kunnen gebeuren na de nationale en provinciale verkiezingen van 2024”, schrijft de Zuid-Afrikaanse krant The Daily Maverick in een analyse onder de titel ‘Coalitie-chaos’.

“Komend voorjaar zijn de belangrijkste verkiezingen sinds 1994”, zegt Legodi. “Voor het eerst in dertig jaar democratie bestaat er een kans dat het ANC zijn meerderheid verliest.” Volgens Modise is het ‘erg waarschijnlijk’ dat het ANC bij de landelijke verkiezingen minder dan de helft van de stemmen krijgt. “De groeiende zwarte middenklasse van Zuid-Afrika is gedesillusioneerd en gefrustreerd,” zegt zij, “en zal naar verwachting minder op het ANC stemmen.” Bovendien ziet Modise dat een bovengemiddeld hoog aantal jonge stemmers zich voor de verkiezingen heeft geregistreerd. “Zij zullen op kleinere partijen stemmen, waardoor de kans groot is dat we voor het eerst een coalitieregering krijgen. Het is te hopen dat zij lessen trekt uit wat er de afgelopen twee jaar in Johannesburg is gebeurd.”

Nieuwe politie-eenheid

Onder druk van de landelijke overheid kwam de huidige Johannesburgse burgemeester Kabelo Gwamanda met een actieplan om de gekaapte gebouwen in zijn stad aan te pakken. Ongeveer driehonderd agenten van de door Gwamanda in het leven geroepen Tactical Response Unit trekken deze hete Zuid-Afrikaanse lentemiddag als onderdeel van een lanceringsceremonie over een voetbalveldje in township Soweto. Aanhangers van de gemeentelijke politici juichen en blazen op vuvuzela’s, terwijl de agenten met strakke gezichten over het veld stappen.

Nieuwe politie-eenheid
Beeld EPA

De agenten van deze net opgerichte speciale eenheid, gestoken in donkere uniformen met op hun buiken glinsterende, volautomatische wapens, hebben vanaf vandaag het mandaat om criminelen uit de gekaapte gebouwen van Johannesburg te jagen. “De boeven zullen zich zorgen maken”, buldert Mgcini Tshwaku, het gemeenteraadslid dat toezicht houdt op de openbare veiligheid in een toespraak. Over zijn karmijnrode pak draagt hij demonstratief een kogelvrij vest. “We zullen controversieel zijn. Deze eenheid zal schieten om te doden.”

De 41-jarige burgemeester Gwamanda trad in mei aan als burgemeester en maakt deel uit van de kleine Al Jama-ah-partij, die maar drie zetels in de Johannesburgse raad heeft. De slanke man staat de pers na afloop van de ceremonie met timide stem te woord. “Het is onfortuinlijk dat wij als een jong gemeentebestuur geconfronteerd worden met het morele verval dat onder de voorgaande gemeentebestuurders is ontstaan. Deze eenheid zal de gebouwen ingaan, en de burgers redden die leven onder het juk van de criminelen.”

“Het is allemaal symboolpolitiek”, zegt Angela Rivers van de Johannesburgse Vereniging van Gebouweigenaren en Managers over de met veel bombarie aangekondigde politie-eenheid. Nu de verkiezingen in aantocht zijn, ziet Rivers dat partijen over elkaar heen buitelen om aan het electoraat te laten zien dat zij de hardnekkige problemen van Johannesburg kunnen oplossen. “Zeker na de fatale brand in het pand aan Albert Street zag je dat er ineens weer gebouwen werden ontruimd”, zegt ze. “Ze kunnen wel zeggen dat ze krakers uit de gebouwen willen zetten, maar waar moeten die mensen dan heen?” Volgens Rivers is er simpelweg niet genoeg ruimte om de uitgezette mensen op te vangen. “Zolang er geen nieuwe woonruimte bij wordt gebouwd, blijft de stad veranderen in één grote sloppenwijk.”

Weg uit Remington House

Anderhalve week na ons bezoek aan Remington House, staat gemeenteraadslid Tshwaku met zijn zwaarbewapende JMPD-eenheid bij Nonzuzo Mthembu en haar medebewoners op de stoep. “Met gasmaskers op, tegen de stank in ons pand, kwamen ze binnen”, vertelt Mthembu achteraf aan de telefoon. “Met getrokken pistolen en geweren schreeuwden ze dat iedereen het gebouw uit moest.”

De deuren van het gebouw werden dichtgelast, tussen hun bezittingen sliepen Mthembu en haar familieleden vier dagen op straat. Daarna bracht de politie-eenheid haar en een deel van de bewoners naar Denver, een industriële buitenwijk in het oosten van de stad. “We worden gedwongen om in tochtende huisjes van dun metaal te slapen”, zegt ze boos. Hoewel het verblijf gratis is, klaagt ze over de omstandigheden. “Er is geen elektriciteit,” gaat Mthembu verder, “en ’s nachts is het hier niet veilig.” Toch blijft ze er voorlopig wonen, geld om een andere woonruimte te huren heeft ze niet. “Het is niet veel beter dan in ons vorige huis”, concludeert ze somber, “maar het is beter dan niets.”