Direct naar artikelinhoud
InterviewSven Mary

Sven Mary: ‘Mijn dochters zaten in de MUG. Ik kon niet meer praten en raakte in shock’

Sven Mary: ‘Louisa zei: ‘Ik heb de brandweer al gebeld.’ Dertien jaar, hè. Ik hoor aan de telefoon hoe Noa roept dat ze niet naar beneden kan.’Beeld Eva Beeusaert

Sven Mary (51) is momenteel te zien in De expeditie: Groenland, waarin hij op zijn lichamelijke limieten botst. Een gesprek over niet willen eten bij -20 °C, klassenjustitie en je huis zien afbranden. ‘Ik kom zo niet over, maar ik ben al heel mijn leven onzeker.’

Waarom zou iemand in godsnaam vrijwillig en samen met een groep van zeven andere bekende Vlamingen een sneeuwtocht van 164 kilometer bij gemiddelde temperaturen van -20 tot -35 °C willen wandelen? Sven Mary had flink getwijfeld om deel te nemen aan De expeditie: Groenland, vertelt hij. De angst dat hij – “als oude pee” – de groep zou ophouden en zo het tempo zou vertragen, deed hem meermaals aan opgeven denken.

“Un café du lait et sucre, s’il vous plaît”, instrueert Mary zijn assistente die bovenaan de trap van de statige hal staat. Voor de rest is het stil in het kantoor. Rondom het pand ligt een prachtige groene tuin. Dat er een oase van rust huist, lijkt alleen maar zo. Hier in Meise bereidt de advocaat – bekend van assisenprocessen waarin hij onder anderen terrorist Salah Abdeslam en de vader van Sanda Dia verdedigde – minutieus zijn pleidooien voor.

Tegenover mij zit een geboren verhalenverteller, een amicale en soms kwetsbare man die zichzelf vaak twijfelend op de rooster legt. Paradoxaal genoeg vindt hij het verschrikkelijk om zijn eigen spiegelbeeld tegen te komen, of nog erger: zichzelf op tv te zien.

Op professioneel vlak hebt u er weinig aan om veel op tv te komen. Waarom doet u dan toch mee aan zo’n programma?

“Dat is een pertinente vraag. Zes van de acht deelnemers zijn artiesten of zitten in de showbizz. They know when the camera rolls. Ik niet. Bij de beschrijving van het programma staat: ‘Acht BV’s gaan...’ Eigenlijk klopt dat niet, want ik ben geen BV.

“Het productiehuis achter dit programma wil vooral iets moois maken. Iets moois kan voor sommigen sensatie betekenen, maar voor dit productiehuis betekent het vooral menselijkheid tonen. Ik heb met Joris (Hessels, acteur, red.) en Vik (Viktor Verhulst, red.) over die camera’s en het BV-zijn gebabbeld. Zij weten wanneer het rode lampje brandt.

“Viktor is daar drommels goed in, hij bespeelt de camera. Dat is een ongelooflijke kerel en zelfs ook een maat aan het worden. Zeer ondoorgrondelijk, wars van elke vorm van eender welke emotie. Ik hoor hem sinds het programma echt regelmatig. Tegenover de anderen sta ik wel wat meer onbevangen. Ik kon niet anders dan gewoon mezelf zijn. Met mijn betere kanten, maar ook mijn nukkigheid en koppigheid, zoals ik ook ben in het dagelijks leven. Ik heb dus geen typetje gespeeld.

“De uitdaging zat voor mij in het fysieke aspect, gecombineerd met de barre weersomstandigheden. Ik heb in het verleden al met de rugzak door India, Peru en IJsland getrokken. Iedere zomer houd ik me van 1 juli tot 15 september standaard aan een strenge ascetische levensstijl in Spanje. Veel slapen, geen alcohol en minder eten. Een soort van detox. Daarnaast ben ik een hardloper. Dat doe ik drie keer per week, telkens zo’n goede vijf à tien kilometer. Dat doe ik voor mijn plezier, en ook om te kunnen loskomen van mijn nogal mentaal beroep.”

Nog niet zo lang geleden werd u 50. Ervaart u dat als een mijlpaal?

“Elke tien jaar maak ik een grote schoonmaak in mijn hoofd. Ik reflecteer. Wat is er allemaal gebeurd en wat niet? Hoe kijk ik terug naar bepaalde zaken die ik beleefd heb? Wat heb ik goed gedaan en wat was slecht? Ik deed dat toen ik 30 werd en ook toen ik 40 werd. 50 worden betekende een mooie terugblik op mijn leven. Geen triestige blik, ook al heb ik tijdens mijn leven ook al wat mensen verloren. Maar gelukkig niet veel. Sommigen kwamen om in een auto-ongeluk, anderen stierven van ouderdom. Ik heb op dat vlak geen grote drama’s meegemaakt.

‘We hadden ons bij Olivier Vandecasteele ook de vraag kunnen stellen waarom hij, ondanks een negatief reisadvies, toch naar Iran ging.’Beeld Eva Beeusaert

“Tegelijkertijd zorgt die mooie terugblik ook voor een angstige vooruitblik. Ik ben al 50 jaar gezond, ik wil niet ziek worden. Ik wil in waardigheid ouder worden, en wil niet dat iemand voor me moet zorgen. Ik ben bang voor de aftakeling. ’s Nachts lig ik daar soms wakker van. Dat zie je aan mijn wallen. (lacht)

“Natuurlijk heb ik hier op bepaalde momenten in mijn leven al aan gedacht, maar tot mijn 50ste stond ik er niet echt bij stil. Nu is het acuut. Ik besef hoe pijnlijk en frustrerend ik het vind dat het grootste deel van mijn leven achter mij ligt, want ik heb nog een paar wensen waarvoor ik fysiek meer dan in orde moet zijn. Zoals kitesurfen. Dat wil ik nog leren. Ik wil ook nog een stuk Zuid-Amerika doen met de rugzak. Dat kan alleen maar als ik mijn lichaam blijf onderhouden. Als ik me nu laat gaan, weeg ik binnen de zes maanden twaalf kilo meer.”

Was uw leeftijd ook de reden dat u een poos twijfelde om deel te nemen aan De expeditie?

“Toch wel, ja. Enerzijds kwam ik te weten dat ik de oudste van de groep zou zijn. Ik wist dat dit een extreme inspanning van mijn lijf zou vragen. Voor het eerst dacht ik: fuck, ga ik wel meekunnen als oudste van de groep? Want je moet hetzelfde wandeltempo kunnen aanhouden. Als je dat niet doet, hou je de groep op.

“Anderzijds is mijn huis een maand voor de opnames afgebrand. Daardoor woon ik nog altijd via Airbnb. Mijn twee dochters zaten in die brand. Ik vertrok die dag naar de gevangenis van Leuven en reed ter hoogte van het militair ziekenhuis. Ik deed vanuit de auto een telefoongesprek voor mijn werk en zag plots dat mijn dochter Louisa me drie keer probeerde te bellen. Vreemd. Ik moest telkens afduwen, want ik zat in een call. Nadien belde ik haar direct terug en ik hoorde: ‘Papa, het brandt, het huis staat in brand.’

“Noa sliep boven, wist ik. ‘Papa, de vlammen gaan tot boven.’ Fuck. Ik rijd op de afrit. Louisa zei: ‘Ik heb de brandweer al gebeld’. Dertien jaar, hè. (verwonderd) Ik hoor aan de telefoon hoe Noa roept dat ze niet naar beneden kan. Ze had ondertussen al veel rook binnengekregen. Gelukkig hebben we een terras boven. Op dat terras is ze, van de schrik, in het minivijvertje met Boeddhabeeld gaan zitten. Ik was binnen de zes minuten thuis. Het stond vol politie, brandweer en ambulances. Louisa had namelijk tegen de brandweer gezegd dat papa ergens in huis was, want ze was half slapend vergeten dat ik haar een kus was komen geven en gezegd had dat ik om één uur weer thuis zou zijn.”

Mary vertelt het verhaal alsof het recht uit een film komt. De harde waarheid laat zijn sporen na in zijn ogen, nu hij het moment herbeleeft. “Ons huis was een grote boerderij in een U-vorm. De brandweer had zich rot gezocht naar mij. Mijn dochters zaten in de MUG. Ik zag ze zitten en toen werd ik overvallen door hevige emoties. Ik kon niet meer praten en raakte in shock. Dankzij de hulp van elk personeelslid daar is het met ons fysiek goed gekomen. (pauzeert)

“Weet je wat de oorzaak was? Een stom houtblokje. Ik had dat in de open haard gelegd, heb vervolgens de deur opengedaan om weg te gaan waardoor er wind ontstond, en die wind zorgde ervoor dat een glinster van het vuur is overgevlogen op het grote kussen van de hond. Daarnaast stonden de brandversnellers en het hout. Bam, alles was weg.”

Twee weken na de brand volgde al de koudestage in Noorwegen, een periode van drie dagen waarin jullie jullie lichaam aan de Groenlandse kou moesten laten wennen. Wat ging er door u heen?

“Ik dacht: laat heel die trip maar zitten. De productie hoorde van de brand en vroeg wat ze konden doen. Ik heb veel en lang met hen gebeld. Vooral Maarten en Gijs, de twee regisseurs, lieten duidelijk verstaan dat ik geen druk moest voelen om nog deel te nemen. Toch besloot ik om mee te gaan, met veel tegenzin. Ik vroeg mezelf die eerste dag af: wat doe ik hier eigenlijk? Maar de mensen daar waren lief.

“Maar op zo’n moment zorgen mensen die lief voor je zijn – raar genoeg – voor een soort van afkeer. Je wilt dat niet accepteren, dat lief zijn. Omdat het dermate pakkend is. En omdat alles een rollercoaster aan emoties is geworden, zorgt dat ervoor dat je jezelf in je hoofd vragen stelt die je enorm emotioneel maken. ‘Wat als de hond niet was beginnen blaffen?’ ‘Wat als Louisa niet was opgestaan en Noa had wakker geroepen?’

“Door die brand mee te maken dacht ik wel: ik moet mijn hoofd leegmaken. Toen al die angstscenario’s op de koudestage in mijn hoofd werden afgespeeld, wist ik dat deze expeditie me zou helpen met de verwerking. In Groenland ben je ook veel op jezelf. Je wandelt en babbelt wel wat met elkaar, maar wanneer de inspanning groot wordt, focus je op jezelf. Tegelijkertijd is het dan dat al die herinneringen je overspoelen. Aangezien ik toen net 50 was geworden, besefte ik dat het weer tijd was geworden om terug te blikken en mijn hoofd schoon te maken. Groenland werd een periode van reflectie voor mij.”

Jullie gingen op tocht bij extreem lage temperaturen. -30 °C was bijvoorbeeld geen uitzondering. Je kunt je lichaam daar blijkbaar vooral tegen wapenen door genoeg calorieën binnen te krijgen, maar toch at u amper de eerste dagen. Waarom?

“We sleepten al onze spullen mee op een slee en sliepen ’s nachts in een slaapzak met tenten. Een douche kon je tijdens die twaalf dagen niet nemen. Naar het wc gaan moest op een emmer. Joris en ik waren afwisselend ‘chief wc’. Wij moesten die pot telkens leegmaken, het zakje met uitwerpselen sleepten we mee.

'Ik ben al 50 jaar gezond, ik wil niet ziek worden. Ik wil in waardigheid ouder worden, en wil niet dat iemand voor me moet zorgen.’Beeld Eva Beeusaert

(grinnikt) “Ik wil van dit interview geen pipi-kakaverhaal maken, maar we kregen alleen maar astronauten-eten. De geur die onze stoelgang daardoor kreeg, was echt verschrikkelijk. Die kakpot is trouwens ook een keer op Pommelien (Thijs, red.) haar slaapzak open gegaan. Wij hadden alleen wat natte doekjes om dat proper te maken. Nadien heeft ze daar nog in moeten slapen, doe het haar maar na.

“Wanneer er dan ook nog een hele crew en groepsleden met hun rug naar je toestaat, terwijl jij in de sneeuw op een emmer probeert naar het groot toilet te gaan: ik kan je verzekeren, that ain’t funny. Ik dacht tijdens de koudestage al: als ik niet eet, hoef ik ook niet naar het toilet. (lacht)

“Zo gezegd, zo gedaan. Terwijl iedereen ’s morgens havermout naar binnen werkte, zat ik daar koppig met mijn speculaaskoekje. Alleen woog de slee in Groenland wel 30 kilo meer en was het ook minstens 15 graden kouder dan in Noorwegen. Bleek dat je zo’n 6.000 calorieën nodig had om daar te overleven.

“Ondertussen voelde ik mijn lichaam ’s nachts letterlijk vermageren. Op dag drie waren we aan het wandelen en plots kon ik niet meer. Mijn benen wilden niet meer verder stappen. ’s Avonds zat ik in de tent met Tine (Embrechts, red.) en tot haar grote ongeloof moest ik dus bekennen dat ik niet wist hoe je die zakjes met astronautenvoeding bereidt. Bon, vanaf dan moest ik dus wel eten.”

Als ik me niet vergis, bent u een roker. Hoe kreeg u dat voor elkaar in die temperaturen?

“Ten tijde van De expeditie was ik 52 dagen gestopt. Ik vapete ondertussen. Ze hadden me gezegd dat ik 750 trekken kon nemen met een opgeladen apparaat. Een eitje, dacht ik. Ik moest hem wel dicht bij mijn lichaam houden, anders bevroor de vloeistof. Maar na drie dagen was die batterij dus leeg. Ik werd zot. Ik had mijn dosis nicotine nodig. Er was een gids bij ons, een Franse brandweerman, en die rookte. Op een gegeven moment vroeg ik aan hem of ik alsjeblieft een sigaret mocht.

“Die gast had ook maar een gerantsoeneerd aantal sigaretten. Hij gaf mij er een – ik had al 56 dagen niet meer gerookt – en het was alsof ik crack had ingespoten. (lacht) Zonder te weten hoe dat voelt, hè. Ik was instant draaierig en viel bijna flauw. Vervolgens heeft de cameracrew mij een ongelooflijk plezier gedaan. Zij moesten elke dag met een sneeuwscooter heen en weer om de batterijen van de camera’s op te laden. Ik zei hun: ‘Kijk, ik wil voor de rest geen voordelen, maar wel één ding. Ik rook twee sigaretten per dag. We zijn dertien dagen weg. Geef mij één groot pakje.’ Daar heb ik me ook aan gehouden: een sigaret ’s morgens en één ’s avonds.”

Hebt u zich zwaar moeten voorbereiden op de tocht?

“Ik heb extreem veel moeten trainen. (lacht) Ik ben op 1 december 2022 begonnen en trainde gedurende drie maanden. Ik werkte drie à vier keer per week met een personal coach. Na die drie maanden had ik benen en spieren, jong, ongelooflijk! Ik heb veel gevoetbald in mijn leven, ik was dus wel wat gewoon, maar daar... Het gaat even snel weg, hoor. (schaterlacht)

“Toch vond ik het na de opnames raar om mezelf te moeten gaan bekijken. Ik ben geen acteur. Die anderen weten wanneer ze moeten glimlachen. Ik heb dan een muts die scheef op mijn kop staat. Dat is natuurlijk mijn ijdelheid: hoe kom ik over in zo’n programma?”

Vindt u dat u als advocaat een groot ego nodig hebt om bepaalde zaken te kunnen pleiten?

“Voor het ellebogenwerk heb je vooral een dik olifantenvel nodig, om je te beschermen tegen de dagelijkse stoten van kritiek. De samenleving bestaat uit mensen die snel van gedacht veranderen. Puur op basis van wie je verdedigt, ben je de ene dag een volksheld en de volgende dag word je plots volksvijand nummer één. Dat doet mij niets.

“Het wordt wel minder leuk als mijn dochters in de hetze betrokken worden. Dan word ik gepikeerd en paranoïde. De maatschappelijke rol die ik speel mag de veiligheid van mijn kinderen niet in het gedrang brengen.

“Wat denk je dat het met een mens doet als je politiebescherming voor je eigen kinderen moet inschakelen? Ze zijn een tijdje zeer angstig geweest. Terwijl, de chirurg die de kogel uit het been van Salah Abdeslam haalde, deed gewoon zijn job. Ook ik doe gewoon mijn job als advocaat, naar het beste van mijn vermogen in functie van wie ik verdedig. Het doel is gerechtigheid. En in de zaak-Abdeslam betekent gerechtigheid ook geschiedenis. Als in onze rechtspraak emoties de bovenhand beginnen te halen op de ratio, krijgen we een héél gevaarlijke samenleving.”

De werkstraffen die de Reuzegommers kregen voor de moord op Sanda Dia weet u anderzijds wel aan klassenjustitie. Geen gerechtigheid, met andere woorden, voor de familie-Dia. Denkt u niet dat het gebruik van dergelijke termen er juist voor zorgt dat mensen nog minder beginnen te geloven in het rechtssysteem?

“Tja, ik had tijdens het hele proces ook met de wolven mee kunnen huilen. En TikTok-filmpjes maken, zoals sommigen deden (Mary verwijst naar cd&v-voorzitter Sammy Mahdi, die een TikTok-filmpje maakte waarin hij het opnam voor youtuber Acid, die de namen van Reuzegommers had verspreid, red.). Ik had in alle praatprogramma’s kunnen verkondigen hoe slecht onze justitie heeft gefunctioneerd. Ik blijf erbij dat er een vorm van klassenjustitie is geweest, maar ik heb óók gezegd: ‘Er is recht gesproken.’ Of we daar mee akkoord zijn of niet, verandert daar niets aan. De rechters hebben hun taak gedaan, maar we mogen ook bedenkingen hebben bij het hoe en wat.

'Als je als politicus mee de volkswoede aanwakkert, zoals we gezien hebben bij het Sanda Dia-proces, ben je het ambt eigenlijk niet waard.'Beeld Eva Beeusaert

“Vooraleer je kunt spreken van verlies van geloof in ons rechtssysteem, moet je kennis van zaken hebben. Het is gevaarlijk dat politici zich tegenwoordig meer gaan bemoeien met de rechterlijke macht. Meestal gaat het puur om politieke recuperatie. Denk bijvoorbeeld aan het TikTok-filmpje van Mahdi. Of kijk bijvoorbeeld naar Vincent Van Quickenborne en Alexander De Croo, die een voor twintig jaar veroordeelde terrorist uit de gevangenis vrijlaten en ruilen tegen de Belgische onderdaan Olivier Vandecasteele. Misschien hadden we ons bij die laatste ook de vraag kunnen stellen waarom hij, ondanks een negatief reisadvies, toch naar Iran is gegaan.”

Het gedrag van enkele politici zit u duidelijk hoog.

“Natuurlijk. Er zijn politici die momenteel vooral een grote middelvinger opsteken naar de rechterlijke macht. Dat is hetzelfde zeggen als: ‘Jullie mogen zo veel argumenten aandragen als jullie willen, wij beslissen zelf wel wat we doen met iemand die jullie hebben veroordeeld.’ Dat is een gevaarlijk gegeven, want diezelfde rechterlijke macht heeft al jaren nood aan extra mankracht en financiële middelen. Als je dan als politicus mee de volkswoede aanwakkert, zoals we gezien hebben bij het Sanda Dia-proces, ben je het ambt eigenlijk niet waard.”

Welke oplossingen ziet u dan om het rechtssysteem te herstellen en efficiënter te laten werken?

“Los van de nood aan een groter budget en meer mankracht, zullen we anders moeten denken. De hang naar repressie van het Openbaar Ministerie, die er mee voor zorgt dat onze gevangenissen steeds meer overbevolkt raken en verloederen, is misschien niet zo logisch. Als het Openbaar Ministerie, dat tegenwoordig graag lijkt te scoren in krantenartikels, zich inzet om leden van een criminele organisatie samen te kunnen veroordelen tot een gevangenisstraf van 80 jaar, stel ik mij één belangrijke vraag. Als je weet dat financiële middelen het probleem zijn, en je weet dat criminele organisaties financieel grote mogelijkheden hebben en je ze daar het hardst mee kan raken, waarom onderhandel je dan niet over de strafmaat? Want als je 50 miljoen kunt binnenhalen in ruil voor een lagere gevangenisstraf, levert dat het rechtssysteem veel meer op. Met tien van zo’n dossiers haal je 500 miljoen euro binnen. Daar kun je als staat veel mee doen.”

U pleit dus voor minder en minder lange gevangenisstraffen?

“Criminologen zijn het erover eens dat lange gevangenisstraffen geen enkel nut hebben. Een Canadese studie toonde aan dat het nut van een gevangenisstraf na zeven jaar afkalft, onder andere door factoren als desocialisatie. Dubai is een goed voorbeeld. Zij voeren nu al een beleid waarbij ze tijdens rechtszaken onderhandelen met criminelen. Dat gaat vaak over honderden miljoenen die de staat kan innen. Voor mij is dat het bewijs dat zulke oplossingen ook kunnen functioneren.

“Die oplossing gaat trouwens niet alleen op voor de rechterlijke macht, maar ook voor de zorg of voor de mensen van wie we de pensioengelden misschien niet meer zullen kunnen betalen.”

Even een ander thema: uw vader, Tony Mary, oud-bestuurder van de VRT, heeft u naar eigen zeggen aangespoord tot rechtenstudies. In De expeditie hoorde ik u vertellen dat u wel nooit zijn trots hebt gevoeld.

“Mijn vader is een van de strengste vaders die ik ken. Hij is – net zoals mijn grootvader – een moeilijke mens en wij hebben wel wat lastige periodes met elkaar meegemaakt. Mijn vader had geen voetbalcarrière voor mij voor ogen (Mary voetbalde voor de jeugd van RSC Anderlecht, red.). Terecht, want eigenlijk was ik niet goed genoeg. De rechtenstudies, waar hij mij doorgesleurd heeft, waren een hel voor mij. Rechten interesseerde mij toen geen bal. Nu ben ik hem daar wel dankbaar voor.

“Hij was sowieso ook eerder een carrièremens dan een familiemens. Hij was altijd aan het werk, ook op de momenten dat hij er als vader had moeten zijn. Ik vocht in die periode heel hard voor zijn erkenning, want die had ik nodig. Ook al kom ik zo niet over, ik ben al heel mijn leven onzeker. In de rechtszaal voel ik mij als een vis in het water, maar bij de rest voel ik me onzeker.

'In al die jaren dat ik het nodig had, kreeg ik geen erkenning van mijn vader. Hij zei nooit dat ik goed bezig was. Vele jaren later kwam dat plots wél. Met een kaartje in 2015 richting het eindejaar.'Beeld Eva Beeusaert

“Ik ben geen tafelspringer. Dat is ook goed, want die onzekerheid geeft mij de mogelijkheid om mijn existentie in vraag te blijven stellen. Dat zorgt ervoor dat ik geen parvenu word, iemand van wie de mensen een afkeer hebben. Ik ga niet naar de rechtbank met het idee: ik ben Sven Mary, dus alles zal wel vanzelfsprekend goed zijn of in orde komen. Dat probeer ik nu mee te geven aan mijn kinderen. Maar in al die jaren dat ik het nodig had, kreeg ik die erkenning wel niet van mijn vader. Hij zei nooit dat ik goed bezig was. Vele jaren later kwam dat plots wél. Met een kaartje in 2015 richting het eindejaar. Toen uitte hij zijn trots pas voor het eerst. Ik heb dat briefje gelukkig nog altijd. Al de rest heeft de brand opgeslokt, maar dat heb ik kunnen redden.”

Lijkt u op uw vader en grootvader in dat opzicht?

(denkt na) “Ik ben soms misschien verkeerd autoritair. Ik kan scherp zijn voor Louisa en Noa. Ik heb graag dat er wat structuur is, dat ze weten wat respect is. Voor de mensen, het leven, de natuur. Normen en waarden vind ik belangrijk. Ik merk te vaak in mijn levenssfeer hoe we daar soms zo weinig belang aan hechten. Als een van de twee tegen haar zus ‘kankerkind’ zegt, is dat het moment dat mijn autoriteit zich opdringt. Kinderen kunnen soms hard voor elkaar zijn. Als Louisa hier nu bijvoorbeeld zou binnenlopen om mij gedag te zeggen, moet ze jou ook gedag zeggen. Ik kan daar strenger in zijn dan hun mama, waar het er wat gemoedelijker aan toe gaat. Zij is de schitterendste mama die bestaat, daar valt geen slecht woord over te zeggen. Wij zijn gelukkig gescheiden, zoals dat heet.

“Ik merk wel dat de meisjes – hoewel ze de gemoedelijke structuur van hun mama leuk vinden – zich bij mij onmiddellijk aanpassen. De wereld van nu is een lelijke wereld geworden. En vader zijn betekent ook dat je hen ergens wapent tegen de lelijkheid van die wereld. Ik had laatst een gesprek met een vennoot van mij over of het nog wel verantwoord is om kinderen op de wereld te zetten. Een interessant vraagstuk.

“Ik geloof nog dat het goed kan komen met de mensheid. Het concert van Pearl Jam op Rock Werchter in 2018 en 2023 is daarin een belangrijke katalysator geweest. De band speelde het nummer ‘Imagine’. Ik heb in heel mijn leven nog nooit zo’n gevoel van vrede ervaren als toen. De manier waarop dat liedje werd gebracht, gaf 80.000 mensen op een wei een boost. Dat gevoel van vereniging... Het kan oorlogen doen stoppen. Daar houd ik me aan vast.”

De expeditie: Groenland, vanaf 8 januari om 21.15 uur op Play4 en GoPlay.