BRUZZ

Jouw vraag over Brussel: wat gebeurt er met afgedankte tram- en bushokjes?

Regelmatig worden de tram- en bushokjes in Brussel vervangen. Belanden die oude wachthuisjes dan zomaar op de schroothoop? Of waar gaan ze naartoe?

BRUZZ beantwoordt elke week een interessante lezersvraag over onze hoofdstad Brussel in de reeks Big City.Ā 

Tram- en bushokjes, ze bestaan in alle vormen en maten in Brussel. In ongeveer de helft van de gemeenten worden ze beheerd door de MIVB, elders doet de gemeente dat. Toch zijn die meestal eigendom van privƩbedrijven als JC Decaux en Clear Channel, die de schuilhuisjes plaatsen en onderhouden in het kader van een overheidsopdracht. Het bedrijf dat die opdracht binnenhaalt, mag tram- en bushokjes met reclamepanelen plaatsen.

Publieke dienstverlening in ruil voor reclame-inkomsten dus. Een principe dat teruggaat op de jaren 1960, toen Jean-Claude Decaux het idee lanceerde om bushokjes te plaatsen met reclamepanelen. Dat bedacht hij als jonge kerel toen hij in de zomermaanden de schoenenwinkel van zijn ouders openhield in het Franse stadje Beauvais. Hij trok er toen op uit om reclameboodschappen voor de winkel te verspreiden op strategische plaatsen in de stad. Zo hoopte hij op een betere omzet en extra zakgeld om een scooter te kopen, wat hem ook lukte. Toen zijn ouders terugkeerden van vakantie, was hun omzet fors gestegen.

In de regen

Maar als Jean-Claude niet met zijn scooter op de baan was, nam hij de bus. Geen pretje om daarop te wachten in de regen, want veel bushokjes waren er toen niet. Dus bedacht hij een nieuw businessmodel: bushokjes met reclamepanelen. Want reclame werkte, had hij geleerd in de winkel van zijn ouders.

Als eerste wist de jonge Decaux de burgemeester van Lyon te overtuigen van zijn idee. In 1964 installeerde hij zo veertig bushokjes in de RhƓnestad en dat kostte niets aan de gemeenschap. Decaux financierde alles met reclame-inkomsten.

Twee jaar later exporteerde hij zijn idee naar Brussel. De ideale bestemming voor de ondernemer die enkel Frans sprak en graag de touwtjes in eigen handen hield, want ook in onze hoofdstad waren schuilhuisjes toen dungezaaid.

Intussen is dat wel anders. Over het hele gewest verspreid staan er meer dan 1.600 schuilhuisjes. In de stad Brussel zijn die eigendom van de gemeente, maar elders zijn ze meestal in handen van reclamebedrijven. Die financieren en onderhouden ze met hun reclame-inkomsten. Een deel daarvan belandt via heffingen in de gemeentekas. Dat alles maakt deel uit van een concessieovereenkomst die naargelang de grootte van de stad en het aantal wachthuisjes tussen de vijf en vijftien jaar duurt.

Op het einde van die termijn zijn er twee mogelijke scenario's. Ofwel wordt het contract vernieuwd en blijven de hokjes staan, ofwel wint een concurrerend bedrijf de concessie en verhuizen de huisjes naar een stockageplaats. Daar wachten ze net als wij, reizigers, op een nieuwe bestemming. Schuilhuisjes in goede staat krijgen een nieuw likje verf en kunnen dan opnieuw de straat op. Andere hokjes in een te slechte staat worden uit elkaar gehaald en gerecycleerd. Zo vinden de metalen geraamtes een laatste rustplaats bij gespecialiseerde firma's langs het kanaal.

Meest gelezen