Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdBeleggen

‘Als een product gratis is, ben jij meestal zelf het product’: alles wat u moet weten over beleggen in ETF's

‘Als een product gratis is, ben jij meestal zelf het product’: alles wat u moet weten over beleggen in ETF's
Beeld DM

Jarenlang wisten enkel gespecialiseerde beleggers waar de lettercombinatie ETF voor stond. Tegenwoordig vertrouwen steeds meer jongeren er hun spaarcenten aan toe. Wat moet u weten alvorens op de ETF-trein te springen? ‘Zie dit vooral als een langetermijnplan.’

Wat is een ETF?

Simpel uitgelegd: een mandje met daarin aandelen, obligaties, munten of wat dan ook dat verhandeld wordt op de beurs. Een voorbeeld aan de hand van de Bel 20, de verzameling van de twintig belangrijkste aandelen op de Brusselse beurs, maakt het duidelijk.

Het duurste aandeel in die korf, dat van ArgenX, kost op moment van schrijven zo’n 364 euro. Wie een aandeel van elk van de bedrijven in de Bel 20 wil kopen, is algauw zo’n 1.803 euro kwijt.

Voor zo’n 55 euro is het ook mogelijk een ETF (Exchange Trade Fund) te kopen van die Bel 20 (FR0000021842 - elke ETF heeft zijn eigen unieke code). Wie dat doet, koopt eigenlijk een stukje van al die bedrijven. Het hele mandje volgt de koers van die bedrijven. Daardoor noemen Engelstaligen ETF’s ook trackers, of dus volgers.

ETF’s lijken dus sterk op beleggingsfondsen van banken, met dat verschil dat je als particulier zelf trackers op de beurs kunt kopen en verkopen. Beleggingsfondsen kun je enkel bij een bank of vermogensbeheerder kopen.

Waarom zou je een ETF kopen?

Anders dan bij de zoektocht naar de volgende Lotus, Apple of Nvidia kun je investeren in ETF’s met een beetje gevoel voor drama omschrijven als de hele beurs kopen – of toch dat deel van de beurs waarin het mandje zich specialiseert. Het verhoogt ook de kans om de volgende Lotus, Apple of Nvidea in uw mandje te hebben. Daarmee sluit investeren in ETF’s nauw aan bij een van de gouden wetten voor beleggers: gij zult uw risico’s spreiden.

Met garantie op succes, overigens. In tegenstelling tot actief beleggen en dus speuren naar dat ene aandeel dat (veel) meerwaarde biedt, is de kans dat u rendement haalt uit ETF’s wetenschappelijk groter. “Studies tonen dat actief beleggen en proberen om de beurs te kloppen niet werkt, of toch niet consequent als je corrigeert voor het genomen risico”, zegt Gertjan Verdickt, assistent-professor financiële economie (KU Leuven). “Lukt het een jaar wel om dat te doen, dan het jaar erna nadien wellicht niet.”

De keerzijde van de medaille is wel dat de kans op positieve uitschieters uitgesloten is.

De hogere kans op rendement is de reden waarom Warren Buffett, ’s werelds bekendste en succesvolste belegger, zijn vrouw aanraadt om na zijn dood zijn erfenis grotendeels te investeren in een tracker op basis van de S&P500, de index van Standard and Poor’s met de 500 grootste Amerikaanse bedrijven.

Voor wie zijn ETF’s een goede investering?

Of je nu een klein fortuin te investeren hebt of elke maand 100 euro opzij kunt zetten: investeren in ETF’s kan voor iedereen een meerwaarde betekenen. Al heeft elk van die verschillende beginsituaties wel implicaties voor hoe je dat het beste doet (daarover later meer).

“Het is een cliché zo groot als een huis natuurlijk, maar eigenlijk geldt dezelfde regel als bij investeren in aandelen: zie dit als een langetermijninvestering”, zegt Tim Nijsmans, oprichter van de Vermogensgids en docent private banking aan de Arteveldehogeschool.

Als vuistregel is het goed om onthouden dat ETF’s kopen pas interessant is als je ze vijf jaar kunt laten staan. “En het liefst nog langer”, zegt Nijsmans. “Dat is het voordeel van ETF’s die zich baseren op een aandelenindex bijvoorbeeld. Je kunt ze kopen en laten staan terwijl ze zichzelf aanpassen. Nieuwe bedrijven komen erin, slechte gaan eruit. Het is een van de onderschatte pluspunten van ETF’s.”

Hoe koop ik mijn eerste ETF?

Zoals gezegd zijn ETF’s te koop op de beurs, niet via een bank. Maar net zoals bij aandelen kunnen particulieren die niet zelf kopen. Elke transactie gaat via een tussenpersoon, een broker. Daar opent u een beleggersrekening, stort u geld op en kunt u ETF’s kopen.

Elke broker hanteert andere voorwaarden. Een afweging maken is behoorlijk complex. Elk hanteren ze andere tarieven per ETF die u koopt en niet allemaal bieden ze dezelfde ETF’s of beurzen aan. Twee zaken zijn belangrijk om in het oog te houden: welke transactiekosten rekent een broker aan als u ETF’s koopt of verkoopt, en regelt de broker aangiftes bij de belasting en eventuele taksen voor u?

Grosso modo is de belangrijkste opdeling die tussen Belgische en buitenlandse brokers, waarbij Belgische brokers duurder zijn, maar u zelf minder werk hebt. Wie een buitenlandse broker zoals Degiro, Mexem, Bux of Lynx kiest, moet ook een buitenlandse rekening openen. Die moet u zelf aangeven bij de Nationale Bank en in uw belastingaangifte.

Lees ook

Tien artikels over sparen, beleggen en een woning kopen die u moet gelezen hebben

Zo zet je al die goede voornemens voor dit nieuwe jaar écht om in een verbeterde versie van jezelf

Niet alle buitenlandse brokers geven ook de beurstaks die u verschuldigd bent – die varieert afhankelijk van de tracker waarvoor u kiest tussen 0,12 procent en 1,32 procent – automatisch door aan de Belgische fiscus. Degiro, een van de grootste buitenlandse brokers, geeft u bijvoorbeeld de keuze om dat zelf te doen of door hen te laten berekenen.

De transactiekosten bij Belgische brokers zoals Re=Bel, Bolero, Saxo Bank, MeDirect en Keytrade Bank kunnen soms oplopen tot boven 10 euro per aan- of verkoop. Daartegenover staat dat zij bovenstaande administratieve taken op zich nemen.

Voor de volledigheid is het belangrijk om mee te geven dat ook de instellingen die een ETF uitgeven beheerskosten aanrekenen. Die verschillen afhankelijk van de tracker maar zijn doorgaans laag – rond 0,30 procent – omdat het beheer van een ETF grotendeels door een computer kan worden gedaan. Voor meer gespecialiseerde ETF’s kan dat oplopen tot 0,40 tot 0,50 procent.

Beleg ik het best meteen een groot bedrag of beter meerdere kleine?

In theorie is het slimste om meteen een groot bedrag te investeren en dat geld zijn werk te laten doen. Dat zou normaal tot het hoogste rendement moeten leiden. Met enige regelmaat een klein bedrag investeren is echter ook een goede optie. “Als je elke maand slechts 50 euro opzij kunt zetten, is investeren in ETF’s misschien wel de beste optie die je hebt”, zegt Verdickt. “Met zo’n bedrag kun je moeilijk actief op de beurs trekken en aandelen kopen.”

Al is er een maar. “Ik zie dat mensen op sociale media vaak de tip geven om elke maand een klein bedrag te investeren”, zegt Nijsmans. “Maar dan houd je volgens mij te weinig rekening met de kosten die erbij komen. Op een klein bedrag zijn transactiekosten van bijvoorbeeld 7,5 euro – zonder dan nog rekening te houden met belastingen – gigantisch veel. Wacht je drie maanden en beleg je ineens 900 euro, dan valt die 7,5 euro transactiekosten onder 1 procent van het totale bedrag. Ik zeg mijn klanten altijd: probeer om transactie- en beheerskosten onder een halve procent of procent te houden van het bedrag dat je belegt.”

Gebruiken ze een Belgische broker, dan raadt Nijsmans zijn klanten doorgaans aan om te beleggen in schijven van minstens 1.000 euro.

Welke ETF koop ik?

Aandelen, obligaties, munten, nicheaandelen: een ETF kan zowat alles beslaan. Bestonden er twintig jaar geleden nog slechts een kleine 300 trackers, dan zijn er nu in Europa ongeveer 2.400 en wereldwijd een kleine 9.000. “De gemiddelde ETF geeft het exact beursrendement”, zegt Verdickt. “Maar daar zit veel variatie in – die nuance missen veel mensen. Academisch onderzoek toont dat maar 40 procent van de ETF’s een rendement geeft dat minstens even hoog is als de beurs.”

“Dat komt doordat sommige ETF’s beleggen in een segment van de markt dat het beter doet dan de algemene wereldmarkt”, zegt Yoran Brondsema, co-auteur van het boek De hangmatbelegger. “Zo heeft de Amerikaanse beurs het de laatste decennia beter gedaan dan de wereldbeurs. En heeft Europa het relatief minder goed gedaan. Dus een ETF die in de Amerikaanse beurs belegt – bijvoorbeeld door de S&P 500 te volgen – heeft het beter gedaan dan een ETF die de beurs van alle ontwikkelde landen heeft gevolgd – door de MSCI World-index te volgen.”

Zowat de oudste en populairste ETF gebaseerd op zo’n wereldindex is de iShares Core MSCI World UCITS ETF USD (Acc) (IE00B4L5Y983). Die heeft sinds zijn ontstaan in september 2009 een gemiddeld jaarlijks bruto rendement van 9,77 procent.

Zoals gezegd bestaan er ook trackers die obligaties volgen. Voor wie geïnteresseerd is in een ETF die Europese staatsobligaties volgt, is de SPDR Bloomberg Euro Government Bond UCITS ETF (Dist) (ISIN IE00B3S5XW04) een interessante optie, met een gemiddeld bruto rendement van 1,83 procent sinds zijn ontstaan in mei 2011. Al is de verwachting van analisten als Nijsmans dat de hogere rente ook dat rendement naar boven zal duwen.

Wat voor mensen die liever geen tracker kopen die belegt in bedrijven die groot werden door fossiele brandstoffen of wapens te verhandelen? Ook daar bestaan intussen gespecialiseerde ETF’s voor. De Xtrackers MSCI AC World ESG Screened (IE00BGHQ0G80) bijvoorbeeld investeert niet in de wapen- of tabakindustrie. Hij heeft een brutorendement van 11,04 procent op vijf jaar.

De Xtrackers MSCI World ESG (IE00BZ02LR44) baseert zich dan weer op de immens populaire MSCI World-index, maar elemineert de 20 procent bedrijven met hoogste CO2-emmissies (gemiddeld bruto rendement van laatste vijf jaar 11,83 procent.) “Daarnaast worden ETF’s die beleggen in staatsobligaties van eurolanden algemeen als duurzaam beschouwd omdat de eurolanden tot de meeste duurzame behoren”, zegt Brondsema.

Welk rendement mag ik verwachten?

Eerst en vooral: verwacht van een ETF nooit dat die een rendement van 170 procent haalt, zoals het individuele aandeel van Nvidia afgelopen jaar, het bedrijf dat processors maakt die ideaal zijn om AI-toepassingen op te trainen. “Alles hangt af van waar een tracker op gebaseerd is”, zegt Nijsmans. “Conservatief gerekend zeg ik altijd dat je voor obligaties in euro mag rekenen op een gemiddeld brutorendement van 4,3 procent op jaarbasis. Voor de aandelenbeurs wordt historisch altijd gezegd dat die jaarlijks gemiddeld 8 procent winst boekt. Ik ben iets voorzichter en raad klanten aan te rekenen op 6 tot 6,5 procent.”

Met welke belastingen moet ik rekening houden?

Er zijn in België vier belastingen voor beleggingen – ook ETF’s dus. De eerste kwam al aan bod, namelijk de beurstaks. Die varieert van 0,12 procent tot 1,32 procent. Dit hangt ervan af of het mandje dat u kocht dividenden al dan niet herinvesteert en in welk land de tracker is gevestigd. Wederom, de specifieke tracker is doorslaggevend.

Daarnaast is er de roerende voorheffing van 30 procent op dividenden. Koopt u een fonds dat dividenden niet automatisch herinvesteert, dan zal u op elke uitkering 30 procent af moeten staan. Een aandelen-ETF die de winsten wél herinvesteert, omzeilt die belasting. Tot slot is er nog de Reynderstaks (30 procent belasting op de winst uit obligaties in kapitaliserende ETF’s) en belasting op effectenrekeningen waar meer dan 1 miljoen euro op staat.

Hoe groot is het risico van investeren in een ETF?

Een ETF kopen is en blijft investeren. Kortom: de kans dat u tijdelijk (een deel van) uw inleg onder nul ziet gaan, is reëel. Het is dan ook belangrijk steeds het document met kleine lettertjes en dus alle informatie bij een ETF te lezen. Want ook hier geldt: de ene tracker is de andere niet. Een ETF kan een index op twee manieren volgen: door de beleggingen die hij volgt daadwerkelijk te kopen – doorgaans duurder – of door afgeleiden te kopen – in vakjargon heet dit een ‘synthetische ETF’ – die de index als het ware nabootst. In dat laatste geval is er naast de uitgever van de ETF en u als koper nog een derde partij betrokken. Dus stijgt het risico.

“Een ander aandachtspunt is om te kijken wat de uitgever van de ETF met de beleggingen in het mandje mag doen”, zegt Verdickt. “Het kan zijn dat de kleine lettertjes hem toestaan die beleggingen als het ware ‘uit te lenen’, zodat een derde partij ertegen kan wedden – of shorten zoals dat heet. Ook dat creëert een extra risico: als een shorter failliet gaat, heeft de broker – en dus u – een probleem (al moet die in theorie voldoende onderpand geven voor de aandelen die hij uitleent, PG). Dit komt vaker voor bij brokers die weinig (transactie)kosten doorrekenen. Vergeet niet dat als een product gratis is, jij meestal zelf het product bent.”