“Duitse vrienden, gaan jullie echt twee keer aan de verkeerde kant van de geschiedenis staan? Gaan we blijven toekijken als er een etnische zuivering zou plaatsvinden? Dat was toch ‘nie wieder’?”, vroeg minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) zich eerder deze week af in een inmiddels veelbesproken interview met weekblad Knack. “Ik hoop dat de Duitsers diep in het eigen hart willen kijken, zonder last van hun eigen historische trauma’s. Een trauma moet je altijd proberen te overstijgen, hoe moeilijk ook”, zei ze nog.

De minister kreeg eerder al commentaar op die uitspraken, zowel uit Joodse als uit Duitse hoek. De Duitse ambassadeur Martin Kotthaus benadrukte op X al dat “Duitsland een speciale verantwoordelijkheid heeft voor de veiligheid van Israël, gezien de Shoah (de holocaust, red.). Vergelijkingen tussen de Shoah en wat nu gebeurt zijn ongepast, dat spreekt voor zich.”

Gemoederen bedaren

Nu fluit ook premier Alexander De Croo (Open VLD) zijn federale Vooruit-minister terug. “Ik zou er afstand willen van nemen”, zei hij vrijdag in De ochtend. “Ik denk niet dat wij kritiek moeten geven op andere landen”, voegde De Croo eraan toe. “Ons land was één van de eerste Europese landen die de nadruk heeft gelegd op het feit dat er geen onschuldige burgerslachtoffers meer mogen vallen. Andere landen zijn ons daarin gevolgd.”

“Ik zou er afstand willen van nemen. Ik denk niet dat wij kritiek moeten geven op andere landen”

Alexander De Croo

Premier van België

Als de uitspraken van Gennez hebben geleid tot onvrede bij onze oosterburen, wil De Croo de gemoederen bedaren. “Mochten er plooien zijn, dan zal ik zorgen dat ze gladgestreken worden”, zei hij daarover.