Ruim één op de zeven treinen reed vorig jaar met vertraging of werd geschrapt

De stiptheid van de treinen is vorig jaar gedaald naar het laagste niveau in vijf jaar: 87,5 procent van de treinen reed op tijd of met een vertraging van minder dan 6 minuten . Er werden ook meer dan 46.000 treinen afgeschaft, een record. Dat blijkt uit cijfers van spoorinfrastructuurbeheerder Infrabel.

87,5 procent van de treinen kwam vorig jaar op tijd of met maximaal 6 minuten vertraging aan op zijn eindbestemming of in Brussel. In 2022 was dat 89,2 procent, in 2021 92,6 procent. "Dat is niet goed en moet absoluut beter", zegt Frédéric Petit van Infrabel.

Voor wat de geschrapte treinen betreft, gaat het nog slechter. Vorig jaar waren dat er 46.086, een record. Met die afschaffingen inbegrepen kwam de stiptheid in 2023 uit op 84,6 procent (tegen 86,4 procent in 2022). Dat betekent dat ruim een op de zeven treinen vorig jaar minstens 6 minuten vertraging had of afgeschaft werd. 

Infrastructuurbeheerder Infrabel is verantwoordelijk voor 19,8 procent van de vertragingen, spoorwegoperator NMBS voor 36,6 procent en zogenoemde derden voor 39,1 procent. Die laatste categorie slaat onder meer op spoorlopers, wanhoopsdaden, persoonsongevallen of kabeldiefstallen. 

Absoluut dieptepunt in november

In november vorig jaar oogde het plaatje nog slechter. Toen reed amper 80,8 procent van de treinen op tijd of met een vertraging van minder dan 6 minuten. Dat was een absoluut dieptepunt sinds Infrabel begon met het meten van de stiptheidscijfers. Dat had te maken met de abnormaal grote impact van derden en met de storm Ciarán, waardoor heel wat treinen moesten worden geschrapt of vertraging opliepen.

Vorige maand ging het iets beter en reed 87,4 procent op tijd of met een vertraging van minder dan 6 minuten.

Het kan en moet beter

"De prioriteit van zowel NMBS als Infrabel voor 2024 is om die stiptheid weer omhoog te krijgen en die ook conform te maken met de doelstellingen die in het openbaredienstencontract staan", luidt het bij Infrabel en de NMBS. Dat contract stelt een stiptheid tussen 89 en 91 procent voorop.

De stiptheid is ook een van de criteria die deel uitmaken van een bonus-malussysteem, waarbij de NMBS tot maximaal 5 miljoen euro aan overheidsmiddelen kan verliezen of extra kan krijgen. 

Verouderde treinen

Als oorzaak van de vele vertragingen wijst de NMBS vooral naar de vertragingen bij de levering van nieuwe M7-dubbeldektreinen. "Leverancier Alstom kampt met een vertraging op die leveringen van tweeënhalf jaar", zegt woordvoerder Dimitri Temmerman. "Van de 750 rijtuigen die we hebben besteld, is nu zowat de helft in dienst. Maar we hebben op dit moment een kwart minder rijtuigen dan initieel was voorzien."

Daardoor moet de NMBS oudere treinen langer gebruiken, en die zijn gevoeliger voor defecten. "De komst van nieuwe treinen moet echt wel op een goede manier bijdragen aan de stiptheid", zegt Temmerman. Als alles goed gaat, zouden eind 2026 alle M7-rijtuigen geleverd moeten zijn.

Onderhoud van infrastructuur

Bij Infrabel wordt verwezen naar storingen aan de spoorinfrastructuur (wissels, seininrichtingen of bovenleiding). "Als er zich een incident voordoet aan de infrastructuur, op een drukke spoorlijn in volle ochtend- of avondspits, dan kan dat een serieuze impact hebben", zegt Frédéric Petit.

Infrabel zet in op zogenoemd "voorspellend onderhoud", waarbij sensoren op sporen of wissels waarschuwen wanneer het tijd is voor onderhoud. Zo kan een storing worden vermeden en wordt het treinverkeer niet verstoord.

Spoornet oververzadigd

Een andere mogelijke oorzaak van vertragingen is oververzadiging. "In ons meerjareninvesteringsplan 2023-2032 zijn middelen om te kunnen starten met aanpassingen aan de infrastructuur om congestie aan te pakken", zegt Frédéric Petit van Infrabel.

Het gaat hier om de uitbouw van het Gewestelijk Expresnet (GEN) rond Brussel, de aanleg van een derde en vierde spoor tussen Brugge en Gent en de modernisering van de spoorlijn Ottignies-Luxemburgse grens.

Knooppunten die nog altijd niet zijn aangepakt

Daarnaast zijn er knooppunten zoals het station Gent Sint-Pieters en de Noord-Zuidverbinding in Brussel. Zoals bekend hebben de werken aan de nieuwe perrons en de sporen in Gent Sint-Pieters aanzienlijke vertraging opgelopen. Nu sdtaat het einde werken daar gepland voor 2027.

De Noord-Zuidverbinding in Brussel dateert van 1952 en vormt een ware flessenhals met amper zes sporen. "Tijdens de drukke spits heb je per uur ongeveer 83 à 84 treinen en zitten we aan de limiet", zegt Petit. "Bij het minste incident - een spoorloper, een zieke reiziger, defecte trein of storing aan infrastructuur - krijg je een sneeuwbaleffect met vertragingen en veel hinder voor treinverkeer en reizigers."

Infrabel heeft de Noord-Zuidverbinding intussen gemoderniseerd, waardoor treinen vlotter erdoor kunnen rijden. Daarnaast zijn er de plannen voor een bijkomende tunnel onder Brussel - die al jaren bestaan, maar waar in feite nog niets mee is gebeurd - en de mogelijkheid om meer treinen langs het oostelijke en westelijke ringspoor rond Brussel te sturen, een mogelijkheid die nog onderbenut wordt.

Meest gelezen