Unieke kans

Als kind vond hij het normaal dat zijn vader Sven in de driekleur reed. “Als je negen keer Belgisch kampioen wordt in een carrière van zeventien jaar, dan is dat vrij logisch. Nu besef ik wel: da’s bizar! Er zijn zoveel dingen die me ‘onmogelijk’ lijken. (lacht) Maar stap per stap, hé.”

“Zonder Wout van Aert is het een unieke kans, maar elke kans moet je gewoon grijpen. Ze komen nooit meer terug. Voor hetzelfde geld word ik vijf keer tweede en daarna geen enkele keer meer Belgisch kampioen. De wedstrijd is hetzelfde als een andere cross, maar de beleving naar die dag toe is anders. Ik voelde dat vandaag ook toen ik ging fietsen. De scenario’s voor zondag schoten door het hoofd. Dan kijk je naar je computer en merk je dat je hartritme tien slagen hoger ligt. Dat gevoel is cool. En neem dat je die trui pakt: dan sta je op en merk je dat het slecht weer is, maar je trekt je kast open en daar ligt die tricolore: dat is iets unieks.”

Met vier op dezelfde hoogte

De baas van Pauwels Sauzen-Bingoal, Jurgen Mettepenningen, houdt het op vier kandidaten die op gelijke hoogte starten: Iserbyt, Vanthourenhout, Sweeck en Nys. Ook Thibau Nys denkt er zo over. Al verwacht hij wel ook een outsider die in een goede dag meespeelt.

“Een topfavoriet is er niet. Sorry. Euh... mijn favoriet? Ik weet het echt niet. Als ik Laurens Sweeck zeg, denk ik er meteen bij ‘mmm’. Zeg ik Vanthourenhout, dan denk ik: ‘ja maar, hij heeft ook zijn beperkingen’. Iserbyt? Vanzelfsprekend, maar... Thibau Nys? Nog groter vraagteken. (algemeen gelach) Dus neen, ik weet het niet. Meestal weet je op zo’n BK al heel snel wie goed is en wie niet. En van mezelf, al na... een bocht of drie, vier.”

Lyrisch over parcours

Door omstandigheden sloeg Thibau Nys in Meulebeke nog nooit een deuk in een pakje boter, maar het parcours zint hem wel. “Ik zag vanmorgen de GoPro-beelden van iemand die over de omloop reed. Er zijn echt heel veel lange, rechte stukken. Het is heel mooi uitgetekend. Het is een beetje terug de goede richting uit van waar de Belgische crossen naartoe neigen. Hoe meer bochten ze er kunnen inleggen en de snelheid eruit kunnen halen, hoe liever. Maar dit is echt weer een stap in de juiste richting. Vroeger was het iets te veel kermis.”

“Er liggen vier trappen in, balken, twee zandbakken en toch hebben ze het voor elkaar gekregen om het niet too much te maken. Het is absoluut niet op mijn lijf geschreven, maar het is wel iets waarop ik graag zal crossen.”

7,5 kan 8,5 worden

Het wereldsterretje begon waanzinnig sterk aan het seizoen, maar na de Koppenberg werd het allemaal wat minder. “Ik zeg niet dat mijn vorm is zoals bij de seizoensstart, maar ik ben wel echt terug op niveau. Tot nu toe geef ik mezelf een 7,5 op 10. Met een titel wordt dat 8,5. En nog eens een top-vijf op het WK, dan wordt het echt wel top. Maar het kan ook zijn dat dit cijfer nog zakt.”

“Voor de start deze winter wou ik een tv-cross winnen. Maar je stelt je doelen altijd bij. Ik win dan de eerste, de tweede ook, een WB-manche bovendien. Ik draag de leiderstrui. Ik rijd de week erna misschien wel mijn beste cross van het seizoen in Overijse. Ik finish in een naar mijn gevoel slechte dag nog bijna op het podium in Maasmechelen. Ik win op de Koppenberg... dan ben je niet meer tevreden dat het dát maar was, dat je wegzakt. Ik moét in Meulebeke geen nationale kampioen worden, maar het mag wel.”